Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding Werkorganisatie Duivenvoorde

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding Werkorganisatie Duivenvoorde

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde

gelet op:

gezien de instemming in de Ondernemingsraad 5 oktober 2016;

besluit tot het vaststellen van de:

Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever:

    het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • b.

    Medewerker:

    de werknemer met een dienstverband bij de Werkorganisatie Duivenvoorde op grond van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR-UWO;

  • c.

    CAR-UWO:

    rechtspositieregeling voor Gemeenten, van toepassing op de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • d.

    Plaats van tewerkstelling:

    werkplek waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • e.

    Dienstreis:

    een voor de werkzaamheden noodzakelijke reis in opdracht van de leidinggevende, alsmede het hiermee verband houdende verblijf;

  • f.

    Reiskosten:

    kosten inzake verplaatsingen woon-werkverkeer dan wel dienstreizen, al dan niet met gebruik van een eigen vervoermiddel of het openbaar vervoer;

  • g.

    Reisregeling binnenland:

    de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde regeling gebaseerd op het ‘Reisbesluit binnenland’ en waarvan de bedragen periodiek worden aangepast;

  • h.

    Woon-werkverkeer:

    de reis die normaliter ten minste een keer per week tussen de woning en/of verblijfplaats en de feitelijke werkplek wordt afgelegd, waarbij binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug wordt gereisd, om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten;

  • i.

    Vergoeding:

    tegemoetkoming in de gemaakte kosten.

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten bij dienstreizen

  • 1. Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het begin- en het eindpunt is van de dienstreis.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis en/of de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

  • 3. Reiskosten per openbaar vervoer worden overeenkomstig artikel 3:21 van de CAR-UWO volledig vergoed op basis van tweede klasse tarief.

  • 4. Indien gebruik gemaakt wordt van een eigen vervoermiddel wordt een vergoeding per afgelegde kilometer verleend overeenkomstig artikel 2 van de Reisregeling binnenland, waarvan een deel onbelast.

  • 5. Naast de overeenkomstig het vierde lid berekende vergoeding worden ook de door de medewerker gemaakte kosten voor gebruik van een parkeerplaats, fietsenstalling en brug- en veerdiensten vergoed.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het vierde lid bestaat bij een dienstreis tussen de gemeenten Voorschoten en Wassenaar met een eigen vervoermiddel aanspraak op een reiskostenvergoeding van € 1,75 per retour. Bij een dienstreis tussen de vestigingen van de werkgever binnen een gemeente bestaat geen aanspraak op reiskostenvergoeding.

  • 7. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte verblijfkosten voor ontbijt, lunch, avondmaaltijd, logies en kleine uitgaven (overdag of ’s avonds) worden vergoed overeenkomstig artikel 5 van de Reisregeling binnenland.

  • 8. De aanspraak op de in het vorige lid vermelde vergoeding bestaat slechts indien voor het verkrijgen van de respectievelijke verstrekking aantoonbaar kosten zijn gemaakt.

  • 9. Bij een dienstreis tussen of binnen de gemeenten Voorschoten en Wassenaar bestaat geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten.

Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer

De medewerker heeft recht op een vaste maandelijkse reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer indien de enkele reisafstand 10 of meer kilometer bedraagt. De reisafstand wordt bepaald door raadpleging van de postcodes van de woning of verblijfplaats van de medewerker en diens plaats van tewerkstelling met behulp van de ANWB-routeplanner via de instelling ‘kortste route’ met gebruikmaking van de auto.

  • 1.

    De vergoeding kan naar keuze worden berekend op basis van:

    • a.

      de werkelijke kosten voor openbaar vervoer (tweede klasse), na overlegging van een maand- of jaarabonnement;

    • b.

      een bedrag van € 0,19 per km bij gebruik van eigen vervoer, tot een maximum van 50 km enkele reis. Deze vergoeding wordt verstrekt met ingang van 1 januari 2016.

  • 2.

    De vergoeding wordt berekend op basis van het gebruikelijke aantal werkdagen per week.

  • 3.

    Bij afwezigheid langer dan een kalendermaand anders dan wegens vakantie wordt de vergoeding in de maand daaropvolgend stopgezet. Hervatting van de vergoeding geschiedt per de eerste dag van de maand volgend op de maand van terugkeer.

Artikel 4 Algemene bepalingen

  • 1. Bij een ten onrechte betaalde vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen kan de werkgever het ten onrechte betaalde bedrag op de medewerker verhalen door inhouding op zijn salaris.

  • 2. Het declareren van de reis- en verblijfkosten bij dienstreizen geschiedt onder overlegging van de vereiste originele bewijsstukken.

  • 3. De aanspraak op vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen vervalt indien de medewerker de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft of indien de declaratie al elders heeft plaatsgevonden.

  • 4. De medewerker is verplicht alle wijzigingen die kunnen leiden tot een verandering in de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer tijdig door te geven aan het team P&O.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan door de werkgever een bijzondere voorziening worden getroffen.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding Werkorganisatie Duivenvoorde’.

  • 2. De op 8 december 2011 in de gemeente Voorschoten en op 13 december 2011 in de gemeente Wassenaar vastgestelde ‘Regeling reis- en verblijfkosten gemeenten Voorschoten & Wassenaar’ niet meer toe te passen.

  • 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 oktober 2016,
Voorzitter,
Concerndirectie