Verordening jachthaven Leek gemeente Westerkwartier 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening jachthaven Leek gemeente Westerkwartier 2021

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel Harmonisering Verordening jachthaven Leek;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening jachthaven Leek gemeente Westerkwartier 2021.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    pleziervaartuig: een vaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor sport- en recreatiedoeleinden;

  • b.

    schipper: degene die aan boord van een pleziervaartuig het gezag uitoefent of degene die hem vervangt dan wel als zodanig optreedt; voor het geval noch de schipper noch diens plaatsvervanger aanwezig is, wordt de rechthebbende op een pleziervaartuig aangemerkt als schipper;

  • c.

    rechthebbende: degene die krachtens zakelijk of persoonlijk recht de zeggenschap heeft over een pleziervaartuig;

  • d.

    jachthaven: de gemeentelijke jachthaven te Leek, zoals deze is aangegeven op de bij deze verordening behorende situatietekening;

  • e.

    havenmeester: degene die als zodanig door het college is aangewezen;

  • f.

    kaden: de bij de jachthaven behorende en bij de gemeente in eigendom, beheer en onderhoud zijnde walkanten;

  • g.

    ligplaats: een met een pleziervaartuig in het water aan de kade ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen;

  • h.

    inspectie: onderzoek naar de omstandigheid of een pleziervaartuig, inclusief de daarop/-in aanwezige apparatuur, voldoet aan de voorschriften en eisen van deze verordening, welk onderzoek wordt uitgevoerd namens het college;

  • i.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op de gemeentelijke jachthaven te Leek.

Artikel 3 Pleziervaartuigen

  • 1. De jachthaven is bestemd voor het doen verblijven van pleziervaartuigen.

  • 2. Het is verboden met een ander vaartuig dan een pleziervaartuig een ligplaats in te nemen in de jachthaven.

  • 3. Het college kan ontheffing van dit verbod verlenen.

Artikel 4 Melden bij havenmeester

De schipper die met zijn pleziervaartuig een ligplaats in de jachthaven wenst in te nemen, is verplicht zich, direct na aankomst met dit schip, te melden bij de havenmeester.

Artikel 5 Ligplaatsvergunning

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college met een pleziervaartuig een ligplaats in de jachthaven in te nemen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 3. De vergunning geldt voor een met name genoemd pleziervaartuig en voor een met name genoemde ligplaats.

Artikel 6 Weigeringsgronden vergunning

Een vergunning als bedoeld in artikel 5 kan worden geweigerd:

  • a.

    als in de jachthaven geen ligplaats of geen ligplaats van voldoende grootte beschikbaar is;

  • b.

    in het belang van openbare orde en veiligheid;

  • c.

    in het belang van voorkomen of beperken van overlast;

  • d.

    indien de toestand van het pleziervaartuig hiertoe aanleiding geeft.

  • e.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet voldaan wordt aan de bij deze verordening gegeven voorschriften.

Artikel 7 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college kan een vergunning als bedoeld in artikel 5 intrekken als:

  • a.

    niet (langer) voldaan wordt aan de bij deze verordening gegeven voorschriften;

  • b.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nageleefd;

  • c.

    als de vergunninghouder het verschuldigde liggeld, na daartoe behoorlijk te zijn aangemaand, niet of niet volledig voldoet.

Artikel 8 Verlaten ligplaats

  • 1. Bij het verlaten van de ligplaats voor een periode langer dan 48 uur dient de vergunninghouder hiervan onverwijld mededeling te doen aan de havenmeester. Bij deze mededeling dient te worden aangegeven of het gaat om een definitief dan wel een tijdelijk verlaten van de ligplaats.

  • 2. Bij afwezigheid uit de jachthaven langer dan 48 uur is de havenmeester bevoegd om de ligplaats tijdelijk door een ander pleziervaartuig te laten innemen.

Artikel 9 Vervallen ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 vervalt van rechtswege zodra het gebruik van de ligplaats wordt beëindigd.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet in die gevallen, waarbij er sprake is van tijdelijke beëindiging van het gebruik van de ligplaats, onder de voorwaarden dat:

    • a.

      van de tijdelijke beëindiging van het gebruik mededeling is gedaan aan de havenmeester;

    • b.

      geen achterstand bestaat in de betaling van het verschuldigde liggeld ten aanzien van de ingenomen ligplaats.

Artikel 10 Passanten

Passanten mogen gedurende maximaal tweemaal 24 uren een ligplaats innemen. Het college kan in geval van bijzondere omstandigheden, dit te hunner beoordeling, deze termijn verlengen.

Artikel 11 Ter verkoop aanbieden pleziervaartuig

Het is de rechthebbende op een pleziervaartuig verboden om met dit pleziervaartuig een ligplaats in te nemen en ingenomen te houden met het enkele doel om dit pleziervaartuig te koop aan te bieden middels op het pleziervaartuig aangebrachte opschriften en aankondigingen.

Artikel 12 Meewerken aan inspectie

De rechthebbende is verplicht medewerking te verlenen aan de inspectie van zijn pleziervaartuig.

Artikel 13 Opvolgen aanwijzingen

  • 1. De schipper is vanaf het moment dat hij met zijn schip de jachthaven binnenvaart verplicht de aanwijzingen gegeven door of namens het college ter regeling van het scheepvaartverkeer, ter handhaving van de openbare orde of veiligheid of ter voorkoming van een ongeval, schade of hinder onmiddellijk en stipt op te volgen.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is de schipper verplicht ervoor zorg te dragen dat met zijn pleziervaartuig geen ongeval, schade of hinder wordt veroorzaakt.

Artikel 14 Ontruimen ligplaats

Indien omstandigheden ontleend aan de openbare orde of veiligheid zulks noodzakelijk maken, een en ander ter beoordeling van het college, kan het college de schipper bevelen zijn ligplaats te ontruimen en de jachthaven te verlaten dan wel een andere ligplaats in te nemen.

Artikel 15 Te water laten pleziervaartuigen

  • 1. Het is zonder vergunning van het college verboden een pleziervaartuig vanaf de kade met een kraan te water te laten en/of uit het water te halen.

  • 2. Het college kan voor het gebruik van de in de jachthaven aanwezige trailerhelling nadere regels stellen.

Artikel 16 Deugdelijk afmeren

  • 1. De schipper dient er voor zorg te dragen dat zijn pleziervaartuig deugdelijk wordt afgemeerd en, zolang het ligplaats inneemt, behoorlijk blijft vastgelegd.

  • 2. Het is verboden een pleziervaartuig anders vast te leggen dan aan de daarvoor bestemde werken.

  • 3. Volgbootjes mogen alleen met toestemming van de havenmeester worden afgemeerd.

Artikel 17 Ligplaats innemen naast ander pleziervaartuig

  • 1. Het is de schipper verboden om zonder toestemming van de havenmeester met zijn pleziervaartuig naast een ander pleziervaartuig een ligplaats in te nemen.

  • 2. De schipper moet na aanwijzing door de havenmeester gedogen dat pleziervaartuigen naast elkaar afgemeerd worden.

Artikel 18 Staat van onderhoud

De rechthebbende dient zorg te dragen dat het pleziervaartuig in een behoorlijke staat van onderhoud verkeert een en ander ter beoordeling van het college.

Artikel 19 Beperking vaarsnelheid

Het is de schipper verboden te varen met een zodanige snelheid dat door golfslag of zuiging schade kan worden toegebracht aan jachthavenwerken en/of eigendommen van derden.

Artikel 20 Geluidhinder

  • 1. Het is verboden door het laten draaien van motoren en/of lichtaggregaten dan wel door apparaten bestemd of mede bestemd voor het voortbrengen van geluid, zoals tv-toestellen, radio's, muziekinstrumenten e.d. dan wel door de menselijke stem de rust in de jachthaven te verstoren.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing wanneer de schipper de jachthaven met behulp van de motor wenst te verlaten.

Artikel 21 Rust tussen 22.00 en 07.00 uur

De schipper dient er voor zorg te dragen dat er tussen 22.00 uur en 07.00 uur rust heerst op en rond zijn pleziervaartuig.

Artikel 22 Gebruik kade/verrichten reparaties

  • 1. Het is zonder vergunning van het college verboden de kade en/of de aanlegsteiger, waaraan een pleziervaartuig is gelegen, te gebruiken anders dan ten behoeve van het aanbrengen, hebben en gebruiken van eenvoudige voorzieningen ten behoeve van het betreden van het schip.

  • 2. Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester reparaties of andere werkzaamheden te verrichten aan een pleziervaartuig, op de aanlegsteiger en op de kade.

Artikel 23 Vuilnis, afval, verontreiniging

Het is verboden de jachthaven te verontreinigen door daarin vuilnis of afval te gooien dan wel door olie over boord te pompen. Vuilnis en afval dienen op een daarvoor bestemde plaats te worden gedeponeerd.

Artikel 24 Gevaarlijke apparaten

  • 1. Als een kook-, verwarmings- of ander apparaat aanwezig op een pleziervaartuig naar het oordeel van de havenmeester brandgevaar of hinder oplevert, is de eigenaar verplicht op eerste aanzegging van de havenmeester dit uit te schakelen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde geldt eveneens, indien gebreken worden geconstateerd aan aan- of afvoerleidingen van genoemde apparaten.

Artikel 25 Ontvlambare, ontplofbare stoffen

Het is verboden motorbrandstof of andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen aan boord van pleziervaartuigen voorhanden te hebben anders dan in goed gesloten bussen of tanks.

Artikel 26 Blusapparatuur

De schipper van een pleziervaartuig met een motor is verplicht te zorgen dat er steeds een goed werkend blusapparaat, geschikt voor het snel en doeltreffend bestrijden van benzine- en oliebrand, aan boord is.

Artikel 27 Brand

Een schipper op wiens pleziervaartuig brand is ontstaan, moet terstond alarm slaan en zijn pleziervaartuig uit de nabijheid van andere pleziervaartuigen halen en houden.

Artikel 28 Gezonken pleziervaartuigen

  • 1. De schipper van een gezonken pleziervaartuig is verplicht:

    • a.

      onmiddellijk na het zinken daarvan kennis te geven aan het college;

    • b.

      zodanige maatregelen te treffen, dat hinder en overlast voor de scheepvaart zoveel mogelijk voorkomen of beperkt wordt;

    • c.

      zorg te dragen, dat het gezonken pleziervaartuig binnen een door het college bepaalde termijn wordt verwijderd.

  • 2. Het college is bevoegd om, als de schipper niet aanwezig is, een zinkend of gezonken pleziervaartuig op kosten van de eigenaar te laten leegpompen en/of wegslepen.

Artikel 29 Wangedrag, verstoring orde

Degene die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening, zich aan wangedrag in de jachthaven schuldig maakt dan wel direct of indirect de orde in de jachthaven verstoort of in gevaar brengt, kan door het college gelast worden zich met zijn pleziervaartuig uit de haven te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 30 Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de havenmeester.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht als bedoeld in het eerste lid belast de daartoe door het college aangewezen personen.

Artikel 31 Overgangsbepaling

Vergunningen die verleend zijn op grond van het Havenbesluit gemeente Leek worden geacht te zijn verleend op grond van deze verordening.

Artikel 32 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening jachthaven Leek gemeente Westerkwartier 2021.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Westerkwartier,

d.d. 3 november 2020

A. van der Tuuk, voorzitter

J.L. de Jong, griffier

Bijlage

Situatietekening als bedoeld in artikel 1 onder d.

afbeelding binnen de regeling