Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021

Geldend van 18-12-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t

vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021’.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt doordat er een huishouding van minder dan twee personen ontstaat, wordt ontheffing verleend van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak wijzigt doordat er een huishouding van meer dan één persoon ontstaat, is een aanvullende belasting verschuldigd van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 7.

    Het zesde lid is niet van toepassing indien de aldaar bedoelde wijziging van de belastingplicht plaatsvindt na 1 november van het betreffende belastingjaar.

  • 8.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet een aanslag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, in geval het totaalbedrag van afvalstoffenheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing en andere heffingen meer dan € 75,00 bedraagt deze moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.

  • 3.

    Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in het tweede lid genoemde twee termijnen tien maandelijkse termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 4.

    De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het derde lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd dan wel de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder tussentijds wordt ingetrokken. In dat geval treedt het tweede lid met onmiddellijke ingang in werking.

  • 5.

    Ingeval van kennisgevingen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, moet de afvalstoffenheffing worden betaald op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Overgangsrecht

De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2020’, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2021’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2020,

de griffier de voorzitter,

Ondertekening

Tarieventabel 2021 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021’

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t

Vast te stellen de ‘Tarieventabel 2021 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021’.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

Het tarief is voor:

1.1. Huishoudingen met twee of meer personen

De belasting bedraagt voor een huishouding met twee of meer personen per perceel,

per belastingjaar € 290,00

1.2 Huishoudingen met minder dan twee personen

De belasting bedraagt voor een huishouding met minder dan twee personen per

perceel, per belastingjaar € 193,00

1.3 Tweede container voor gft-afval

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 of 1.2 wordt vermeerderd voor het op 1

januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang

van de belastingplicht, in bruikleen hebben van maximaal één extra

container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval met € 40,00

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

Een recht wordt geheven voor het op verzoek verwijderen van:

2.1 Restafval dat niet in de grijze container past

Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m³ restafval dat niet in de grijze

container past, bijvoorbeeld huisraad of vloerbedekking, bedraagt het tarief per m³,

exclusief voorrijdtarief € 16,50

2.2 Groenafval dat niet in de groene container past

Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m³ groenafval dat niet in de groene

container past bedraagt het tarief per m³, exclusief voorrijdtarief € 5,50

2.3 Voorrijdtarief

Voor het op verzoek verwijderen van rest- en/of groenafval bedraagt het voorrijdtarief € 16,50

2.4 Tarieven afvalbrengstation

Voor het afvoeren van afvalstoffen via het gemeentelijk afvalbrengstation gelden de volgende tarieven:

Afvalstroom

Tarief (€ / kilo)

2021

Grof huishoudelijk rest

0,05

Puin

0,05

Schone grond en/of zand

0.05

Schoon hout, B en C hout

0,05

Asbest

gratis

(Grof) tuinafval

gratis

Vetten (frituurvet)

gratis

Ferro en non-Ferro (metalen)

gratis

(Vlak)glas

gratis

Textiel

gratis

Bruin en Witgoed

gratis

Papier

gratis

Autobanden

gratis

Kunststof tuinmeubelen

gratis

Klein Gevaarlijk Afval

gratis

Herbruikbare goederen

gratis

2.4.1 Ongesorteerde afvalstromen

Indien op het afvalbrengstation zowel gratis als betaalde afvalstromen ongesorteerd in één vracht worden aangeboden, wordt het tarief van € 0,05 per kilo geheven.

2.4.2 Minimum tarief

Om te voorkomen dat pinbetalingen plaatsvinden waarbij de kosten van de transactie duurder zijn dan het storttarief, geldt een minimum tarief van € 2,00 per bezoek voor alle afvalstromen waarbij een storttarief verschuldigd is.

2.5 Afvalpas

Het verstrekken van een afvalpas voor gebruik van ondergrondse afvalcontainer(s) en toegang tot het afvalbrengstation binnen de gemeente Weststellingwerf, als gevolg van vermissing of diefstal, per keer

€ 12,50

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2020,

De griffier, de voorzitter,