Beleidsregels subsidieverstrekking bij referenda

Geldend van 04-03-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels subsidieverstrekking bij referenda

De Referendumcommissie;

overwegende dat in de Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008 is bepaald dat de commissie tot taak heeft subsidies te verstrekken aan initiatiefnemers en maatschappelijke organisaties voor het voeren van campagne om het eigen standpunt uit te dragen;

dat in deze verordening is bepaald dat de commissie een regeling vaststelt met betrekking tot de subsidieverstrekking, waarin onder meer wordt bepaald voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt en de wijze waarop het door de raad ter beschikking gestelde bedrag wordt verdeeld;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

de volgende beleidsregels vast te stellen:

Beleidsregels subsidieverstrekking bij referenda

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Referendumverordening: Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008;

  • c.

    Referendum: een correctief raadgevend, niet-correctief raadgevend, dan wel raadplegend referendum als bedoeld in de referendumverordening;

  • d.

    Commissie: de referendumcommissie als bedoeld in artikel 9 van de referendumverordening;

  • e.

    Reglement: Reglement van de referendumcommissie;

  • f.

    Subsidie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4:21 van de Awb.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Ter financiële ondersteuning van standpuntuitdragende campagnes die worden gevoerd in het kader van een referendum kan een subsidie worden verstrekt aan:

    • a.

      rechtspersonen die zijn gevestigd in de gemeente Winterswijk;

    • b.

      groepen van tenminste tien natuurlijke personen, woonachtig in de gemeente Winterswijk, die in een gestructureerd verband met elkaar samenwerken om een standpunt uit te dragen voorafgaand aan een referendum. Personen die bij de eerstvolgende of laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen zijn of waren geplaatst op een kandidatenlijst als bedoeld in artikel H1 van de Kieswet, blijven bij de bepaling van het vereiste aantal personen buiten beschouwing.

  • 2. In het kader van het referendum kan slechts één aanvraag per rechtspersoon en/of per groep van natuurlijke personen worden ingediend. Een natuurlijk persoon kan slechts eenmaal als functionaris van een rechtspersoon en/of als onderdeel van een groep van natuurlijke personen een aanvraag indienen.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt aan politieke groeperingen die zijn geregistreerd bij het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, provinciale staten, de Tweede Kamer en het Europees Parlement als bedoeld in de Kieswet.

Artikel 3 Budget en wijze van verdeling

  • 1. Subsidie kan slechts worden verleend voor zover de raad hiervoor een budget ter beschikking heeft gesteld en voor zover dit budget toereikend is.

  • 2. De commissie maakt algemeen bekend dat er subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, welk budget de raad beschikbaar heeft gesteld en op welke wijze het beschikbare budget wordt verdeeld.

Artikel 4 Aanvraag subsidie

  • 1. De aanvraag strekt ertoe dat de commissie een beschikking tot subsidievaststelling neemt zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

  • 2. Aanvragen voor subsidie moeten worden ingediend binnen drie weken na de in artikel 3, tweede lid, bedoelde bekendmaking.

  • 3. Aanvragen moeten bij de commissie worden ingediend met gebruikmaking van een beschikbaar gesteld aanvraagformulier en dienen een opgave te bevatten van de volgende gegevens:

    • a.

      indien het een groepering van natuurlijke personen betreft: de namen, voorletters, adressen, woonplaatsen, geboortedata en handtekeningen van tenminste tien aanvragers die deelnemen aan de activiteiten van de groep;

    • b.

      indien het een rechtspersoon betreft: de rechtsvorm, de statutaire naam, vestigingsadres en handtekeningen van degene(n) die bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen.

  • 4. In de aanvraag worden de voorgenomen activiteiten omschreven en wordt zo concreet mogelijk aangegeven waarvoor het gevraagde subsidiebedrag zal worden aangewend.

  • 5. Indien de aanvrager in verband met de te subsidiëren activiteiten financiële middelen zal of verwacht te ontvangen uit andere fondsen, maakt hij hiervan melding in de aanvraag.

  • 6. Bij onduidelijkheid kan de commissie extra informatie opvragen.

  • 7. Overeenkomstig artikel 4:5 Awb kan de commissie besluiten de aanvraag niet te behandelen als de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.

Artikel 5 Beoordelingscriteria en weigeringsgronden

  • 1. Subsidie wordt alleen verstrekt ter bekostiging van materiële kosten die een aanvrager maakt ten behoeve van een campagne.

  • 2. Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag worden de volgende criteria in acht genomen:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd levert een bijdrage aan de campagne over het onderwerp waarop het referendum betrekking heeft;

    • b.

      uit de aanvraag spreekt betrokkenheid van de aanvragers bij het onderwerp van het referendum;

    • c.

      de activiteit is voor het publiek toegankelijk en/of de uitingen zijn openbaar;

    • d.

      de aanvrager maakt de geplande activiteit bij het publiek bekend;

    • e.

      het geheel van te verlenen subsidies wordt gespreid over aanvragers en soort en inhoud van de verschillende activiteiten.

    • f.

      er wordt rekening gehouden met de hoeveelheid subsidie die de aanvrager voor de activiteit ontvangt uit andere fondsen.

  • 3. Subsidie wordt alléén verstrekt voor activiteiten die vóór de datum van het referendum plaatsvinden.

  • 4. Geen subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van activiteiten die (mede) met een winstoogmerk worden ondernomen en/of die worden georganiseerd door aanvragers die beogen geldelijke winst te behalen.

  • 5. Geen subsidie wordt verstrekt voor een activiteit die reeds heeft plaatsgevonden voordat over een subsidieaanvraag is beslist.

  • 6. Wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is, wordt met behulp van de in het tweede lid genoemde criteria een rangorde bepaald.

Artikel 6 Beschikking subsidievaststelling

De commissie stelt de subsidie vast binnen een in de gegeven omstandigheden zo kort mogelijk termijn na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7 Uitbetaling subsidies

Na de beschikking tot verlening van de subsidie wordt het subsidiebedrag zo spoedig mogelijk uitbetaald.

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels subsidieverstrekking bij referenda”.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de Referendumcommissie te Winterswijk op 2 februari 2009.
C.H.M A.T. Welling, voorzitter.

Algemene toelichting

In februari 2008 is de Referendumverordening gemeente Winterswijk 2008 in werking getreden. In deze verordening is bepaald dat de referendumcommissie een regeling vaststelt met betrekking tot de subsidieverstrekking, waarin onder meer wordt bepaald voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt en de wijze waarop het door de raad ter beschikking gestelde bedrag wordt verdeeld. De referendumverordening is dus de wettelijke basis voor de subsidiëring. De raad attribueert daarin aan de commissie de bevoegdheid om subsidie te verstrekken. De Algemene Subsidieverordening Winterswijk 2006 is niet van toepassing.

In het subsidiehoofdstuk van de Awb wordt het subsidieproces aangeduid met de term subsidieverstrekking. Daarbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen twee beschikkingen: subsidieverlening en subsidievaststelling. Subsidieverlening is de beschikking die voorafgaande aan de te subsidiëren activiteit wordt gegeven. De subsidieverlening geeft de subsidieontvanger een voorwaardelijke aanspraak op financiële middelen (waarvan de precieze omvang vaak nog niet vaststaat). Bij de subsidievaststelling wordt de subsidie definitief en ontstaat een aanspraak op betaling. De beschikking tot subsidieverlening kan volgens de Awb echter achterwege blijven. In dat geval moet in de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de gesubsidieerde activiteiten worden gegeven (art. 4:43 Awb). In deze beleidsregels is voor die mogelijkheid gekozen, gegeven ook het feit dat de referendumverordening die ruimte biedt. Het gaat om gemakkelijk overzienbare, op korte termijn te verstrekken, eenmalige subsidies. Daarom is het verantwoord dat hier wordt afgezien van de extra waarborgen van een getrapte besluitvorming ter wille van een eenvoudige en efficiënte procedure. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat artikel 4:49 Awb de mogelijkheid biedt om de subsidievaststelling in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen, onder meer indien de subsidievaststelling na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 4:26 Awb schrijft voor dat, indien er een subsidieplafond is vastgesteld, bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld en dat dit bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt vermeld. Blijkens deze beleidsregels wordt dus krachtens de referendumverordening in het concrete geval (als er besloten wordt om in verband met een aanstaande referendum subsidie te verstrekken) vastgesteld welk budget de raad beschikbaar heeft gesteld en op welke wijze het beschikbare budget wordt verdeeld. De gemeente maakt dit algemeen bekend, zoals gebruikelijk in de gemeentelijke rubriek in het plaatselijke huis-aan-huisblad.