Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR627534
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR627534/2
Regeling vervallen per 01-01-2021
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019
Geldend van 17-07-2020 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 27-09-2019
Intitulé
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 24 september 2019, nummer 19423005 tot vaststelling van het Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019.
Gedeputeerde staten van Zeeland,
- •
gelet op de regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2019;
- •
gelet op de regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019;
- •
gelet op het mandaatbesluit commissaris van de Koning Zeeland 2019;
- •
gelet op Hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
gelet op artikel 3.42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
gelet op artikel 158, eerste lid sub e, van de Provinciewet;
- •
gelet op artikel 25, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de ondernemingsraden;
besluiten vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019:
Artikel 1
- 1.
Gedeputeerde staten verlenen volgens de bij dit besluit behorende bijlagen toestemming tot de uitoefening in hun naam van:
- a.
Alle bevoegdheden in Bijlage I en II aan de secretaris/algemeen directeur;
- b.
Alle bevoegdheden in Bijlage I en II voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directeur Programma's en projecten;
- c.
De afzonderlijke bevoegdheden aan de daarbij vermelde functionarissen.
- a.
- 2.
De directeur Programma's en projecten kan ter uitoefening van een op grond van lid 1, onder b, aan hem verleende bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan een ambtelijk opdrachtnemer van een strategisch opgave, uitvoeringsprogramma of een project, en in bijzondere gevallen aan een andere functionaris binnen een strategisch opgave, uitvoeringsprogramma of project, in het kader van een door hem verstrekte opdracht op grond van artikel 5, vierde lid van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019.
- 3.
Het verlenen van ondermandaat blijft achterwege voorzover de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.
- 4.
De directeur Programma's en projecten draagt er zorg voor dat elk besluit tot verlening wijziging of intrekking van een ondermandaat wordt opgenomen in een mandaatregister operationele bevoegdheden dynamisch proces provincie Zeeland.
- 5.
Bij afwezigheid of ontstentenis van een gemandateerde functionaris vindt waarneming plaats conform hoofdstuk 8 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2018.
- 6.
De uitoefening van een in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 2 tot en met 7 bepaalde.
Artikel 2
- 1.
De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.
- 2.
Een bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien het een besluit betreft waarbij:
- a.
wordt afgeweken van adviezen;
- b.
sprake is van een zienswijze, bedenkingen of bezwaarschrift.
- a.
Artikel 3
- –
De uitoefening van de op basis van dit besluit gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen van de bij of krachtens de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2019 vastgestelde taken en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de provinciale beleids- en uitvoeringsregels.
- –
Het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op aangelegenheden met financiële of mogelijke financiële gevolgen, geschiedt met inachtneming van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019.
Artikel 4
De gemandateerde verschaft gedeputeerde staten tijdig die informatie die redelijkerwijs voor gedeputeerde staten van belang geacht moet worden.
Artikel 5
Het mandaat, bedoeld in artikel 1, omvat mede de bevoegdheid tot ondertekening van de besluiten namens gedeputeerde staten.
Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt ondertekend:
gedeputeerde staten van Zeeland,
namens deze,
gevolgd door:
de functieaanduiding,
de handtekening, en
de naam van gemandateerde
Artikel 6
Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt plaatsvervangend ondertekend:
gedeputeerde staten van Zeeland,
namens deze,
gevolgd door:
de functieaanduiding,
voor deze
de handtekening, en
de naam van plaatsvervangende ambtenaar
Artikel 7
Het besluit van gedeputeerde staten van Zeeland d.d. 12 februari 2019, nummer 19003625, nummer 12 februari 2019 nummer 19003625, houdende vaststelling van het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018 (Provinciaal Blad 2019, nummer 1106), laatstelijk gewijzigd op 13 juli 2019 (Provinciaalblad 2019 nr 4965), wordt ingetrokken.
Artikel 8
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 24 september 2019.
Artikel 9
Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 24 september 2019.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 26 september 2019
De secretaris, A.W. Smit
Bijlage I Mandaatregister gedeputeerde staten Zeeland 2019
A. Algemeen
A.1 Algemene besluitvorming
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen/voorwaarden |
A.1.1 |
Correspondentie van uitsluitend procedurele, uitvoerende en/of informatieve aard |
|
Afdelingsmanager; Opgavemanager; Unitmanager; Programma- en projectmanager; Poulemanager; Projectleider; Teamcoördinator |
|
A.1.2 |
Aangaan intentieovereenkomst of – verklaring voor deelname aan onderzoeksprogramma’s, uitsluitend binnen het ter beschikking gestelde budget |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; programma- en projectmanager in de hoedanigheid van budgethouder |
|
A.1.3 |
Vorderingen in handen deurwaarder stellen incl. het opstellen van een gerechtelijk dwangbevel |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
A.1.4 |
Aanwijzen van ambtenaren die gedeputeerde staten vertegenwoordigen ter zitting van: de Commissie voor de bezwaarschriften de Rechtbank de Raad van State de Centrale Raad van Beroep en het College van beroep voor het bedrijfsleven |
Artikelen 8.23 en 8.24 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikelen 46 en 47 Wet op de Raad van State |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
De bevoegde manager wijst per wet of per geval een ambtenaar aan. Zo ja dan uitsluitend Bevoegdheid in het kader van het betreffende project. |
A.1.5 |
Het indienen van een verweerschrift conform de inhoud van het GS-besluit bij: de Commissie voor de bezwaarschriften de Rechtbank de Raad van State de Centrale Raad van Beroep en het College van beroep voor het bedrijfsleven |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager
|
|
A.2 Algemene wet bestuursrecht
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
A.2.1 |
Vaststellen van een formulier |
Artikel 4:4 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
voor het indienen van de aanvraag en het verstrekken van gegevens |
A.2.2 |
Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager |
Artikel 4:5 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.3 |
Afwijzen van een herhaalde aanvraag onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking (ne, bis, in -idem) |
Artikel 4:6, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.4 |
In de gelegenheid stellen van de aanvrager tot het geven van een zienswijze |
Artikel 4:7, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
voorbereiding |
A.2.5 |
In de gelegenheid stellen van belanghebbenden tot het geven van een zienswijze |
Artikel 4:8, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.6 |
Kennis geven van een nieuwe termijn aan de aanvrager |
Artikel 4:14, eerste en derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
beslistermijn |
A.2.7 |
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 383) |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.8 |
Opschorten en het beëindigen van de opschorting van de beslistermijn |
artikel 4:15 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.9 |
Besluiten op ingebrekestellingen |
artikel 4:17 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
dwangsom |
A.2.10 |
Vaststellen van de hoogte en de verschuldigdheid van dwangsommen |
artikel 4:18 |
Afdelingsmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.11 |
Verlangen van een schriftelijke machtiging |
Artikel 2:1, tweede lid
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.12 |
Doorzenden van geschriften bij kennelijke bevoegdheid van een ander bestuursorgaan en mededeling daarvan doen aan afzender. |
Artikel 2:3, eerste lid
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.13 |
Het terugzenden van geschriften aan afzender |
Artikel 2:3, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.14 |
Stellen van een termijn voor een advies |
Artikel 3:6, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
advies |
A.2.15 |
Ter beschikking stellen van gegevens aan een adviseur |
Artikel 3:7, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.16 |
Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten indien dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald |
Artikel 3:10, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
uniforme openbare voorbereidingsprocedure |
A.2.17 |
Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten inhoudende de afwijzing van een aanvraag tot intrekking of wijziging van een besluit, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan anders is bepaald |
Artikel 3:10, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.18 |
Ter inzage leggen van een ontwerpbesluit |
Artikel 3:11, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.19 |
Mededelen van het niet ter inzage leggen van stukken |
Artikel 3:11, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.20 |
Verstrekken van een afschrift van ter inzage gelegde stukken |
Artikel 3:11, derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.21 |
In kennis geven van een ontwerpbesluit |
Artikel 3:12, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.22 |
Toezenden van een ontwerpbesluit aan belanghebbenden |
Artikel 3:13, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.23 |
Aanvullen van stukken met nieuwe gegevens |
Artikel 3:14, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.24 |
Bepalen dat ook anderen dan belanghebbenden hun zienswijze naar voren kunnen brengen |
Artikel 3:15, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.25 |
In de gelegenheid stellen van de aanvrager om te reageren op de ingebrachte zienswijzen |
Artikel 3:15, derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.26 |
In de gelegenheid stellen van degene, tot wie het te wijzigen of in te trekken besluit is gericht, te reageren op ingebrachte zienswijzen |
Artikel 3:15, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.27 |
Verlengen van de beslistermijn en hierover zienswijze vragen aan aanvrager |
Artikel 3:18, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.28 |
Meedelen dat geen zienswijzen zijn ingebracht |
Artikel 3:18, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.2.29 |
Bekendmaken van besluiten van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht |
Artikel 3:42, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
bekendmaken en mededeling |
A.2.30 |
Bekendmaken van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht |
Artikel 3:42, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.31 |
Mededeling doen van het besluit aan indieners van een zienswijze; in ieder geval aan een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 als van het advies wordt afgeweken |
Artikel 3:43, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.32 |
Mededeling doen van het besluit door toezending aan de indieners van een zienswijze |
Artikel 3:44, eerste lid 1, sub b |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.33 |
Het meedelen van het besluit door andere wijze dan toezending aan indieners van zienswijzen |
Artikel 3:44, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.34 |
Bevestigen ontvangst van (zuivere) ingebrekestellingen |
|
Secretaris commissie bezwaar en beroep |
In kader van termijnbewaking op grond van de Algemene wet bestuursrecht |
A.3 Wet openbaarheid van bestuur
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
A.3.1 |
Verstrekken informatie overeenkomstig wet |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
Algemene grondslag bevoegdheid |
A.3.2 |
Besluiten tot het toewijzen van een verzoek om (milieu)informatie |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
Geldt voor het (geheel of gedeeltelijk) verstrekken algemene informatie (art. 6, eerste lid) en milieu-informatie (art. 6, zesde lid) |
A.3.3 |
Besluiten tot het afwijzen van een verzoek om (milieu)informatie |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
De bevoegdheid tot (geheel of gedeeltelijk) toewijzen verzoek, impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan |
A.3.4 |
Verzoeken aan verzoeker zijn verzoek te preciseren |
Artikel 3, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.5 |
Doorzenden verzoek aan ander bestuursorgaan onder mededeling van doorzending aan verzoeker |
Artikel 4 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.6 |
Toezenden informatie aan derden |
Artikel 5, derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.7 |
Verdagen beslissing op verzoek / gemotiveerd mededeling doen van verdaging aan verzoeker |
Artikel 6, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.8 |
Opschorten termijn voor geven beschikking |
Artikel 6, derde lid, juncto artikel 4.15 Algemene wet bestuursrecht |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.9 |
Mededeling doen aan verzoeker van einde opschorting |
Artikel 6, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.10 |
Bekendmaken beslissing verstrekken informatie aan verzoeker en belanghebbende |
Artikel 6, vijfde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.11 |
Verschaffen informatie uit eigen beweging |
Artikel 8, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.3.12 |
Openbaar maken van door niet-ambtelijke adviescommissies uitgebrachte adviezen alsmede de aan de commissie voorgelegde adviesaanvragen en voorstellen |
Artikel 9, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.13 |
Mededeling doen van openbaarmaking |
Artikel 9, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Teamcoördinator |
|
A.4 Schade
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.4.1 |
Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen ter zake van:
|
|
|
Het bedrag van € 25.000,-betreft het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. Het mandaat bevat niet de bevoegdheid tot het beslissen in afwijking van een vastgesteld taxatierapport van een door GS ingeschakelde taxateur indien de schikking het bedrag dat is vastgesteld bij de taxatie met een bedrag van € 5.000 te boven gaat. |
|
|
|
Afdelingsmanager; Programmamanager; |
|
|
|
|
|
binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. |
|
|
|
|
binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. |
|
|
|
|
binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. |
A.4.2 |
Aangaan van een vaststellings- overeenkomst in het kader van een verzekeringskwestie |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet; Burgerlijk Wetboek; |
Afdelingsmanager |
|
A.4.3 |
Afwikkelen van schadeclaims van derden tot (het eigen risico van) € 5000,- |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 BW |
Afdelingsmanager
|
|
A.5 Algemene verordening gegevensbescherming
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
A.5.1 |
Aangaan van verwerkersovereenkomsten |
Artikel 28, derde lid, AVG |
Directeur Organisatie; Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programma- en projectmanager; Teamcoördinator |
Tevens bevoegdheid tot ondertekenen op basis van mandaatbesluit cvdK Zeeland 2019. |
A.5.2 |
Beslissen op verzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (uitoefenen van privacyrechten door betrokkenen) |
Hoofdstuk III van de AVG (artikelen 15 t/m 22 AVG) |
Secretaris/algemeen directeur |
|
A.5.3 |
Het melden van inbreuken i.v.m. persoonsgegevens (datalekken) aan de Autoriteit Persoonsgegevens en betrokkenen |
Artikel 33 en 34 AVG |
Functionaris Gegevensbescherming |
|
A.5.4 |
Het vaststellen van een risicoanalyse m.b.t. AVG en informatiebeveiliging (Gegevensbeschermingseffect-beoordeling) |
Artikel 35 AVG |
Directeur Organisatie; Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager; Programma- en projectmanager |
|
A.6 Kaderrichtlijn afvalstoffen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
A.6.1 |
in het geval waarin op basis van door de afvalproducent per geval, productielocatie, toepassing en afnemer aantoonbaar bewijs is geleverd dat aan de algemene einde-afval-criteria uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen wordt voldaan, besluiten of de in het advies van de RUD opgenomen stoffen gekwalificeerd kunnen worden als einde afvalstof. |
Kaderrichtlijn afvalstoffen |
Afdelingsmanager; Programma- en projectmanager |
|
A.7 MER
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie, directeur Programma's en Projecten, Programmamanager Fysieke Leefomgeving, Programmamanager grote Projecten, Programma- en projectmanager grote Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
A.7.1 |
Verrichten van handelingen, onderzoeken en correspondentieter voorbereiding van een MER, MER-beoordeling of MERevaluatie. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.2 |
Besluiten tot coördinatie MER. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.3 |
Instemmen met MER. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.4 |
Niet instemmen met MER. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.5 |
Toepassen art. 7.28 Wm: besluiten tot buiten behandelinglaten aanvraag in verband met MER. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.6 |
Bekendmaken MER en ontwerpplan. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.7 |
Besluiten inzake MER-beoordelingsplicht. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.8 |
Verzoek tot instemmen met MER-evaluatie bij mede bevoegdgezag. |
|
Afdelingsmanager; |
|
A.7.9 |
Toepassen art. 7.41, derde lid, Wm: verzenden enbekendmaken verslag MER-evaluatie. |
|
Afdelingsmanager; |
|
B. Inkoop en aanbesteding
Aanbesteding werken, leveringen en diensten:
uitsluitend voor zover deze geschiedt op basis van de door GS vastgestelde beleidsregels inkoop en aanbestedingen (zoals voldoende budget, passend binnen de doeleinden, conform aanbestedingswet- en regelgeving en aanbestedingsbeginselen proportionaliteit, transparantie en gelijke behandeling).
B.1 Aanbesteden werken, leveringen en diensten; Inkoopproces
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma’s en projecten alsmede: |
Voorwaarden |
B.1.1 |
Vaststellen raming opdrachtwaarde |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer; Het mandaat van unitmanagers en teamcoördinatoren I&V die als budgethouder zijn aangewezen is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,- |
B.1.2 |
Besluiten tot het voeren van een inkoop/aanbestedingsprocedure (enkelvoudig, meervoudig, nationale en Europese procedures) mits:
|
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland
|
Budgethouder |
Besluiten tot afwijken van het inkoopbeleid voor opdrachten voor Leveringen en Diensten van € 50.000,- tot Europese drempel (2018-2019: € 221.000) en voor Werken van €150.000,-- tot de Nationaal openbare drempel is voorbehouden aan GS; Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer; Het mandaat van unitmanagers en teamcoördinatoren I&V die als budgethouder zijn aangewezen is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,--
|
B.1.3 |
Europese en nationale en meervoudig onderhandse aanbestedingen |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Afdelingsmanager POJZ Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding; Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur |
Uitvoeren van alle procedurele zaken in het tendersysteem.
|
B.1.4 |
Publiceren enkel- en meervoudige onderhandse aanbestedingen conform voorgeschreven procedure in Inkoopbeleid |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland
|
Budgethouder; Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding; Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer; Voor alle inkopen voor leveringen en diensten met een geraamde waarde van € 50.000 en hoger en voor Werken van € 150.000 en hoger is een inkoopadvies verplicht d.m.v. Inkoopstartformulier. |
B.1.5 |
Afwijken van de Algemene Inkoopvoorwaarden bij het aangaan van overeenkomsten/verlenen opdrachten |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland
|
Budgethouder |
Conform advies POJZ (senior jurist); Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer. |
B.1.6 |
Besluiten tot het onregelmatig of onaanvaardbaar verklaren van de inschrijving |
Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Budgethouder |
Na advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ); Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.
|
B.1.7 |
Besluiten tot het nemen van een afwijzingsbesluit |
|
Budgethouder
|
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.
|
B.1.8 |
Besluiten tot het verlenen van een opdracht dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst inzake levering, werk of dienst |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland
|
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer en het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid; Na afstemming met Financiën (F&C) en team Inkoop & Aanbesteding (POJZ);
|
B.1.9 |
Besluiten tot opdracht van meerwerk ≤ 10% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde bij leveringen diensten en ≤15 % bij werken |
Aanbestedingswet |
Budgethouder |
Na advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ); Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer; Conform vigerende Inkoop & Aanbestedingsbeleid |
B.1.10 |
Aanwijzen directie o.g.v. Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) voor de uitvoering van werken |
|
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer
|
B.1.11 |
Nemen van besluiten m.b.t. de uitvoering van contractmanagement bij een (raam)overeenkomst en verwerken in contractenbeheer (POJZ)
|
|
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer
|
B.1.12 |
Besluiten tot verrichten van (overige) (rechts)handelingen t.a.v. de aanbestedingsprocedure of uitvoering van de (raam)overeenkomst (bijv. nadere overeenkomst, tussentijdse vragen, mogelijkheid tot ingebrekestelling op grond van de Algemene Inkoopvoorwaarden) |
|
Budgethouder |
Na advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ); Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer
|
B.2 Klachten
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
B.2.1 |
Afhandelen klachten aanbestedingsprocedure. (Klachtenmeldpunt aanbestedingen) |
Flankerend beleid betreffende de per 1 juli 2016 gewijzigde Aanbestedingswet 2012 en vigerende Inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland |
Afdelingsmanager POJZ |
|
C. Bedrijfsvoering en dienstverlening
C.1 Facilitaire zaken
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
C.1.1 |
In bruikleen geven van ruimten en terreinen binnen het Abdijcomplex. |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 7a:1777 Burgerlijk wetboek (BW) |
Afdelingsmanager FAC |
Indien en voor zover met dat gebruik het provinciaal belang is gediend en voor zover met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd. |
C.1.2 |
Aangaan van bruikleenovereenkomsten roerende zaken |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 7a:1777 BW |
Afdelingsmanager FAC |
|
C.1.3 |
Aansprakelijk stellen + kosten verhaal bij schade aan provincie eigendommen |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW |
Afdelingsmanager FAC |
|
C.1.4 |
Het indienen van declaraties i.v.m. het leveren van energie aan derden. |
|
Afdelingsmanager FAC |
|
C.1.5 |
Vaststellen jaarlijkse huurverhoging voor door provincie verhuurde panden |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
C.2 Financiën en Control
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
C.2.1 |
Goedkeuren begrotingen en rekeningen voorafgaand aan de garantieverlening (door provinciale staten) |
Artikel 216, tweede lid, sub c, Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.2 |
Het indienen van declaraties bij derden. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.3 |
Het verzenden aan het ministerie van BZK van door provinciale staten vastgestelde begrotingen/-begrotingswijzigingen/jaarrekeningen. |
Artikel 195, tweede lid Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.4 |
Verzoek doen teruggave dividendbelasting. |
Wet Dividendbelasting |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.5 |
Doen van aangifte en afdragen omzetbelasting en opgave BTW compensatiefonds. |
Wet Omzetbelasting |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.6 |
Doen van aangifte en afdragen vennootschapsbelasting. |
Wet VPB |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.7 |
Financieel afwikkelen van schadeclaims van derden indien gedekt door verzekering. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.8 |
Taxaties laten uitvoeren i.v.m. verzekeringen. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.9 |
Financieel afwikkelen van claims op derden bij schade aan provinciale eigendommen. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.10 |
Accepteren/sluiten verzekeringscontracten. |
Artikel 158 Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.11 |
Brieven vaststellen inzake administratieve organisatie of administratieve procedures in de uitvoerende sfeer. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; |
|
C.2.12 |
Verzenden aanmaningen tot betaling van openstaande vorderingen. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.13 |
Vaststellen rekening-courant percentages. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.14 |
Verrichten van betalingen. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C; Medewerkers Financiën |
|
C.2.15 |
Gebruik creditkaart. |
|
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.16 |
Het maken van betalingsafspraken met debiteuren. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.17 |
Besluiten inzake financieringen en uitzettingen voor de periode van max. 1 jaar. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager F&C; Unitmanager F&C |
|
C.2.18 |
Gebruikersovereenkomsten digitale financiële systemen en voor beheer rekeningen door functionarissen die met het beheer daarvan zijn belast. |
Afdelingsmanager F&C |
C.3 Informatie en automatisering
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
C.3.1 |
Aanbieden van gegevens, informatie etc., waaronder open data (verkeersinformatie, enz.) |
|
Afdelingsmanager I&A; Unitmanager I&A |
|
C.3.2 |
Besluiten tot het aangaan van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op landelijke ICT basisvoorzieningen, bruikleenovereenkomsten medewerkers provincie |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager I&A; Unitmanager I&A |
|
C.3.3 |
Bevestigen ontvangst van brieven, verzoeken, aanvragen, besluiten e.d. |
|
DIV-medewerkers; Receptionist/portier |
Ontvangstbevestiging postregistratiesysteem |
C.4 Communicatie
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
C.4.1 |
Besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager BOS |
Wordt o.a. gehanteerd bij het aangaan van (raam)overeenkomsten met fotografen, vormgevers, filmmakers |
C.4.2 |
Besluit tot toekenning en afwijzing van verzoeken voor het gebruik van het wapen van Zeeland en het woordmerk Zeeland Land in Zee
|
|
Afdelingsmanager BOS |
Voor het al dan niet toestaan voor het gebruik van het Wapen van Zeeland wordt getoetst aan de regels uit de circulaire van BZK ‘wapen gebruik provincies’. |
D. Bestuurlijke organisatie en toezicht
D.1 Notificatie Formele stukken
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
D.1.1 |
Besluiten stukken voor notificatie aan te nemen en deze ter archivering aan te bieden aan de DIV |
|
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2 Financieel Bestuurlijk Toezicht
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
D.2.1 |
Goedkeuring van begrotingen, begrotingswijzigingen en toestemming voor het doen van uitgaven betreffende gemeenten, gemeenschappelijke regelingen e.d. ten aanzien waarvan preventief toezicht geldt. |
Artikel 203 + 208 Gemeentewet, artikel 33, Wet Gemeenschappelijke regelingen |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.2 |
Bij goedkeuring begroting bepalen dat soorten van wijzigingen geen goedkeuring van GS behoeven. |
Artikel 207, tweede lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.3 |
Mededelingen aan bestuur gemeenten en gemeenschappelijke regelingen dat voor begrotingsjaar repressief toezicht van toepassing is. |
Artikel 203 Gemeentewet, artikel 33, Wet gemeenschappelijke regeling |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.4 |
Goedkeuring art. 43, lid 3, Boek 3 BW/ontheffing art 15, lid 2, Gemeentewet |
Artikel 3:43, BW, artikel 15, tweede lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Voor wat betreft verkoop aan burgemeester: cvdK (zie bijlage bij mandaatbesluit van de cvdK Zeeland) |
D.2.5 |
Goedkeuren van besluiten van gemeentebesturen, die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, tot verhoging van bestaande dan wel tot verlaging van bestaande inkomsten of tot vermindering van vermogen in die gevallen, waarin gemeentebesturen zijn onderworpen aan het financieel-bestuurlijk toezicht. |
Artikel 21, Wet algemene regels herindeling |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.6 |
Verdagen van aanvraag tot goedkeuring van begroting en/of begrotingswijzigingen van gemeenten of gemeentelijke regelingen die door GS onder preventief toezicht zijn geplaatst. |
Artikel 10.31 Algemene wet bestuursrecht |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.7 |
Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet. |
Artikel 3 en 4 Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.8 |
Toezenden besluit inzake reglement, opheffen of instellen waterschap ter goedkeuring aan Minister. |
Artikel 4, derde lid Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.9 |
Toezenden advies inzake benoeming dijkgraaf aan Minister. |
Artikel 46, derde lid Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.10 |
Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekken van informatie, toezenden rapportages in het kader van indeplaatsstelling dan wel vernietiging of schorsing besluit. |
Artikel 124 e.v + artikel 273a Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.11 |
Meedelen van besluit of voornemen van indeplaatsstelling in dagblad. |
Artikel 124, 4e lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.12 |
Aanwijzing toezichtambtenaren. |
Artikel 124, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.13 |
Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekking van informatie, toezenden rapportages in het kader van de huisvesting statushouders |
Huisvestingswet |
Directeur Programma’s en projecten; Programmamanager Fysieke Leefomgeving
|
|
D.3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan afdelingsmanager BOS alsmede: |
Opmerkingen |
D.3.1 |
Een betrokkene op basis van artikel 30 van de Wet Bibob verzoeken om een vragenformulier volledig in te vullen ofwel aanvullende gegevens aan te leveren. |
Artikel 30 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.2 |
Het opvragen van justitiële gegevens over betrokkene uit het justitiële documentatie systeem t.b.v. de BIBOB. |
Artikel 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.3 |
Het opvragen van informatie over betrokkene uit de politiesystemen |
Besluit politiegegevens artikel 4:3, eerste lid, onder I |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.4 |
Het opvragen van informatie controle op rechtspersonen |
Besluit controle op rechtspersonen, artikel 6, onderdeel g. |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.5 |
Opvragen of er over de betrokkene, in de afgelopen twee jaren een advies is uitgebracht dan wel een adviesaanvraag in behandeling is genomen. |
Artikel 11a wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.6 |
Op aangeven van de officier van Justitie het Bureau BIBOB om een advies te vragen. |
Artikel 26 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.7 |
Het Bureau, op basis van artikel 5 lid 3, artikel 5a, artikel 6 lid 2, om een advies vragen. |
Artikel 5 lid 3, artikel 5a en artikel 6 lid 2 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.8 |
Het Bureau op basis van artikel 30, lid 4 de door betrokkene verstrekte gegevens en bescheiden, inclusief de bevindingen van het eigen onderzoek toesturen. |
Artikel 30 lid 4 Wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.9 |
Een betrokkene op basis van artikel 32 van de Wet Bibob informeren dat het Bureau BIBOB om advies is verzocht. |
Artikel 32 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.10 |
Een betrokkene op basis van artikel 31 van de Wet Bibob informeren dat de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, wordt opgeschort. |
Artikel 31 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.11 |
Het, op basis van artikel 28, lid 2 verstrekken van een advies van het Bureau aan een in dat lid genoemde partij, evenals op basis van artikel 28 lid 3 verstrekken van het advies van het bureau aan betrokkene. |
Artikel 28, lid 2 en lid 3 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.12 |
Een betrokkene op basis van artikel 33 lid 1 en lid 3 van de Wet Bibob in de gelegenheid brengen zijn zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 33 lid 1 en 3 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.13 |
Op basis van artikel 29 wet Bibob, het gedurende twee jaar kunnen gebruiken van een advies van het Bureau, in verband met een andere beslissing. |
Artikel 29 wet Bibob |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
|
D.3.13 |
Het doen van aangifte namens het bestuursorgaan indien dat op grond van de wet verplicht is. |
art. 162,163 Sv |
Coördinator en Medewerker Bibob/Ondermijning |
Portefeuillehouder vooraf informeren; Met volmacht cvdK |
E. Subsidies
E.1. Algemene Subsidieverordening/ Algemeen subsidiebesluit
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
E.1.1 |
Besluiten tot het afwijzen van de subsidieaanvraag |
(Asv/Asb) |
Directeur Programma's en Projecten Afdelingsmanager; Programma- en projectmanager; Opgavemanager Klimaatadaptatie in hoedanigheid van budgethouder |
Dit mandaat ligt bij de functionaris die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. De betreffende portefeuillehouder wordt geïnformeerd |
E.1.2 |
Besluiten tot het tussentijds wijzigen van een subsidiebeschikking binnen de gestelde voorwaarden in de Asv en het Asb |
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft: afwijken PR-bepaling (art. 1.6.6 Asb); verlenen van extra voorschotten op verleende subsidies (art. 1.8.3, 1.9.3 en 2.7.1 Asb) |
E.1.3 |
Besluiten tot het tussentijds wijzigen van prestatieafspraken, prestatiebewijzen en/of instemmen met herziene begroting
|
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd
|
E.1.4 |
Besluiten tot het afwijken van de bij de subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen
|
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd
|
E.1.5 |
Besluiten tot het wijzigen van de looptijd van een verleende subsidie
|
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.6 |
Besluiten tot het wijzigen van de gestelde termijn voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling |
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.7 |
Besluiten tot het intrekken van verleende subsidies |
(Asv/Asb) |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.8 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie en het verrichten van betalingen |
Hoofdstuk 11 Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 Bijzondere bepalingen voor het nalaten van verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden |
Directeur BIJ12 en plaatsvervanger |
Extern mandaat; De directeur van BIJ12 kan ter uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan de onder hem ressorterende unitmanagers en afdelingshoofden |
E.1.9 |
Besluiten tot het (gewijzigd) vaststellen, intrekken en terugvorderen van subsidies |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.10 |
Besluiten op basis van een steekproef of de instelling wel of niet een aanvraag tot vaststelling moet indienen |
Artikel 1.7.2, eerste lid, Asb |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.11 |
Besluiten tot aanpassing van de wijze van verantwoording |
idem |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.12 |
Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om (kleinere) verkeerseducatieve subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld ROVZ Werkplan |
Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.13 |
Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen subsidie op basis van een door GS vastgestelde Openstelling subsidies ten behoeve van het aanleggen van een groen dak |
Algemene Subsidieverordening en hoofdstuk 19 Bijzondere bepalingen Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder; Opgavemanager Klimaatadaptatie in hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.14 |
Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld Uitvoeringsprogramma Cultuur, met uitzondering van de integrale kosten subsidies |
Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder
|
|
E.1.15 |
Toekenning en afwijzing van subsidies Provinciaal Impulswoningen op basis van een door GS vastgestelde overzicht van toekenningen en afwijzingen. |
Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 |
Programmamanager In de hoedanigheid van budgethouder
|
|
E.2 Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer (SVNL 2010)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
E.2.1 |
Verlagen jaarvergoeding subsidie natuur- en landschapsbeheer |
Art. 10.1 SVNL (2010) |
Afdelingsmanager POJZ |
Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. |
E..2.2 |
(Ambtshalve) vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen subsidie natuur- en landschapsbeheer |
Art. 3.1.10, 3.2.5, 5.1.2.7 en 5.1.2a.5 SVNL(2010) juncto afd 4.2.5 en art 4:57 Awb |
Afdelingsmanager POJZ |
idem |
E.3 Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer 2016 (SVNL2016)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
E.3.1 |
In geval van melding dat niet is voldaan aan één of meer van de in artikel 2.10 genoemde verplichtingen, het voorschot verlagen |
Art. 2.12, tweede lid, juncto 2.10, vijfde lid, SVNL2016 |
Afdelingsmanager POJZ |
Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. |
E.4 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
E.4.1 |
Vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen investeringssubsidie natuur en landschap |
Art. 14c SKNL juncto afd 4.2.5 en art. 4:57 Awb |
Afdelingsmanager POJZ |
Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. |
E.4.2 |
Vaststellen van de subsidie functieverandering |
Art. 20 SKNL juncto afd. 4.2.5 Awb |
Afdelingsmanager POJZ |
idem |
F. Vastgoed
F.1 Vastgoed
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Voorwaarden |
F.1.1 |
Besluiten tot de aankoop van onroerende zaken (aankoopbesluit), behoudens opstallen, en daaruit voortvloeiend het besluiten tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst op het gebied van grondverwerving en eigendomsbeheer |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.1.1 |
Voorbereiding en uitvoering van het besluit |
Teamcoördinator |
||
F.1.2 |
Besluiten tot de verkoop van provinciale eigendommen, behoudens opstallen, en het bezwaren van provinciale eigendommen alsmede het besluiten tot het vestigen van beperkte rechten, alsmede het vestigen van kwalitatieve verplichtingen voor vastgoed en kavelruiltransacties. |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.2.1 |
oorbereiding en uitvoering van het besluit |
Teamcoördinator |
||
F.1.3 |
Besluiten tot aan- en verkoop van provinciale eigendommen die onderdeel uitmaken van een (kavel)ruil, behoudens opstallen. |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.3.1 |
oorbereiding en uitvoering van het besluit |
Teamcoördinator |
||
F.1.4 |
Besluiten tot het verpachten en/of verhuren provinciale eigendommen (inclusief de ontbinding van deze overeenkomsten) |
Artikel 158 , eerste lid sub e Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.4.1 |
Afhandeling op basis van door de afdelingsmanager geaccordeerd en geregistreerd Uitgifteplan. |
Teamcoördinator |
F.2 Kavelruil
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
F.2.1 |
Besluiten tot kavelruil cf. een positief advies van de commissie kavelruilbureau Zeeland op een kavelruilvoorstel, genomen bij gewone meerderheid van stemmen |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet; Regelement commissie Kavelruilbureau Zeeland |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.2.2 |
het innen van de kavelruilbijdrage van derden |
|
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
F.2.3 |
het vergoeden van notaris- en kadasterkosten |
|
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
F.3 Procedurele zaken
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
F.3.1 |
Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen een belastingaanslag / WOZ-beschikking |
Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.3.2 |
Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen de uitslag van een kadastrale meting |
Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4 Wettelijke instrumenten
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
F.4.1 |
Vertegenwoordiging Provincie Zeeland op hoorzitting |
Onteigeningswet |
Afdelingsmanager I&V; Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
|
F.4.2 |
Volmacht en machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder |
|
Afdelingsmanager I&V; Beleidsmedewerker grondverwerving |
|
F.4.3 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet ruimtelijke ordening: Grondexploitatie (exploitatieplan en overeenkomst grondexploitatie) |
Afdeling 6.4 Wro |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.4 |
Handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten: Provinciaal voorkeursrecht |
WVG |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.5 |
Advisering minister van Infrastructuur en Milieu |
Belemmeringenwet Privaatrecht |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.6 |
Aanwijzen plaats zitting, voorzitter zitting, opmaken proces-verbaal |
Artikel 2 Belemmeringenwet Privaatrecht |
Afdelingsmanager; I&V Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar |
G. Infrastructuur
G.1 Beheer & Onderhoud
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.1.1 |
Vaststellen van beheerregelingen en aangaan van beheerovereenkomsten. |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet; Burgerlijk Wetboek |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.2 |
Het aansprakelijk stellen + kosten van verhaal bij schade aan provincie eigendommen (bijv. bij modder op de weg, olie op de weg, enzovoort) |
Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW en artikel 185 Wegenverkeerswet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.2.1 |
Kleine bedragen |
Teamcoördinator |
||
G.1.3 |
Toezicht en handhaving in het kader van wetten, waarvan de uitvoering aan het onderdeel Beheer & Onderhoud is opgedragen: Schriftelijke waarschuwing/vooraankondiging, alsmede het besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.24 Awb |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.4 |
Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.5 |
Ondertekenen van begeleidende brief bij besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.6 |
Op schrift stellen en bekendmaken van besluit als bedoeld in artikel 5.31, eerste lid, Awb |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
Slechts in zeer spoedeisende gevallen |
G.1.7 |
Feitelijke uitvoering van bestuursdwang |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.8 |
Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom. |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.32 Awb |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.2 Vaarwegen (omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.2.1 |
Zorg dragen dat overzichtskaart in overeenstemming is met de beheersituatie |
Artikel 5.19, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.2 |
Besluiten tot verlenen ontheffing snelheden |
Artikel 5.22 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD; Teamcoördinator |
|
G.2.3 |
Besluiten tot ontheffing voor afmetingen en diepgang van schepen |
Artikel 5.23 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.4 |
Besluiten tot ontheffing voor samenstellen, een gekoppeld samenstel en een duwstel |
Artikel 5.24 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.5 |
Besluiten tot ontheffing om in, langs, boven, onder of over een vaarweg stoffen of voorwerpen te brengen die schade toebrengen aan de vaarweg en de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer |
Artikel 5.27, sub a, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.6 |
Besluiten tot ontheffing voor houtgewas of takken van bomen in of boven de vaarweg te laten hangen die hinder veroorzaken voor de scheepvaart |
Artikel 5.27, sub b, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.7 |
Besluiten tot ontheffing om op andere wijze enige belemmering of hinder voor de scheepvaart te veroorzaken |
Artikel 5.27, sub c, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.8 |
Besluiten tot ontheffing voor het wijzigen van de vaarweg |
Artikel 5.28, sub a, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.9 |
Besluiten tot ontheffing voor het gebruik van kunstwerken te beletten of te belemmeren. |
Artikel 5.28, sub b, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.10 |
Besluiten tot ontheffing voor werken aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in onder of langs de vaarweg, binnen tien meter, horizontaal gemeten vanuit de oeverlijn. |
Artikel 5.28, sub c, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.11 |
Besluiten tot ontheffing voor het maken, hebben of veranderen van een ligplaats of enige andere voorziening bestemd voor het meren van schepen. |
Artikel 5.28, sub d, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.12 |
Besluiten tot ontheffing voor het drijven van handel of het afleveren van koopwaar (parlevinkers). |
Artikel 5.28, sub e, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.13 |
Besluiten tot ontheffing voor ligplaats nemen (ankeren en meren). |
Artikel 5.29 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.14 |
Opdracht om te voorzien in onderhoudsplicht |
Artikel 5.34 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.15 |
Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften |
Artikel 8.1 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.2.16 |
Besluiten omtrent openingstijden objecten vaarwater (bruggen en sluizen) Kanaal door Walcheren en Zeelandbrug. |
|
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.3 Wegenwet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.3.1 |
Aan een weg de bestemming van openbare weg geven |
Artikel 4, eerste lid, sub 3 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.2 |
Onttrekking aan het openbaar verkeer van provinciale wegen |
Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.3 |
Onttrekking aan het openbaar verkeer van waterschapswegen |
Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
Deze bevoegdheid is door provinciale staten, middels statenbesluit op 16 mei 2008, gedelegeerd aan gedeputeerde staten |
G.3.4 |
Goedkeuring verlenen aan overdracht (beheer en) onderhoud van een weg door de gemeente of waterschap aan een gemeente of waterschap. |
Artikel 18a Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
met goedkeuring Afdelingsmanager |
G.3.5 |
Het onderhoud van een weg, welke door de provincie wordt onderhouden, ten laste te brengen van de gemeente, waarin de weg is gelegen |
Artikel 19 lid 1 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.6 |
Vaststellen/wijzigen wegenlegger |
Artikel 39 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.4 Wegenverkeerswet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.4.1 |
Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen |
Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikelen 34 en 37 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.4.2 |
Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen |
Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 35 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD; Rayonmedewerker |
|
G.4.3 |
Het nemen van verkeersbesluiten |
Artikel 18 (en artikel 15 Wegenverkeerswet juncto artikel 12 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V |
De bevoegdheden van Gedeputeerde Staten voor de Westerscheldetunnel c.a. (zie Tunnelwet) zijn gemandateerd aan de directeur van de NV Westerscheldetunnel |
G.4.4 |
Vergunning wegwedstrijden verlenen |
Artikel 148, eerste lid, sub b, juncto artikel 10, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.4.5 |
Verlenen ontheffingen bijzondere transporten (zoals voor landbouwvoertuigen) Voertuigreglement |
Artikel 149, eerste lid, sub b, Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Gedeputeerde Staten hebben op 28 januari 2003, nr. 030333/16, mandaat verleend aan Rijksdienst voor Wegverkeer voor het nemen van besluiten inzake de aanvraag van ontheffingen voor exceptionele wegtransporten |
G.4.6 |
Verlenen ontheffingen |
Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.5 Verkeersregels & verkeerstekens
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.5.1 |
Verlenen ontheffingen Zeelandbrug / Oesterdam (invalidenvoertuigen, brommobielen, etc.) |
Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.5.1 |
Plaatsen en verwijderen verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking |
Artikel 2 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement) |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.5.3 |
Plaatsen tijdelijke verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking bij dringende omstandigheden |
Artikel 10 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement) |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.6 Onderhoud wegen (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.6.1 |
Ontheffing voor het aanbrengen en snoeien of verwijderen van beplanting op een weg |
Artikel 5.5 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het verwijderen van beplanting op een weg, voor zover er sprake is van het vellen of doen vellen van een houtopstand, is een omgevingsvergunning vereist. Een omgevingsvergunning is ook vereist als sprake is van een combinatie van beide. Zie ook artikel 2.2 lid 1 sub g van de Wabo |
G.6.2 |
Ontheffing voor het wijzigen en aantasten van een weg (zoals een weg op een bestaande weg aan te sluiten, etc) |
Artikel 5.6 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het hebben, maken of veranderen van een uitweg en / of de aanleg van een weg (voor zover er tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1 sub b van de Wabo) is een omgevingsvergunning vereist. Zie ook artikel 2.2. lid 1 sub d en e. |
G.6.3 |
Ontheffing voor zaken op, in en boven wegen (zoals masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen te plaatsen of te hebben en kabels en leidingen te leggen of te hebben) |
Artikel 5.7 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het maken of voeren van handelsreclame is een omgevingsvergunning vereist. Zie artikel 2.2 lid 1 sub h en i. |
G.6.4 |
Ontheffing gebruik van een weg en activiteiten op een weg (zoals een weg anders dan voor verkeersdoeleinden te gebruiken, op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het aanbieden en leveren van producten) |
Artikel 5.8 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.5 |
Ontheffing voor zaken en activiteiten langs wegen (zoals het aanbrengen of hebben van masten, palen, borden, et cetera, binnen een afstand van 1,80 meter uit de verkeersbaan, niet zijnde een fietspad of ander pad, dan wel binnen een afstand van 0,60 meter uit een fietspad of ander pad) |
Artikel 5.9 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.6 |
Ontheffing met betrekking tot uitzichtstroken (zoals op of langs een weg buiten de bebouwde kom, ter plaatse van kruisingen, aansluitingen, uitwegen en bochten, bouwwerken, wallen, beplanting, gewassen, terreinafscheidingen en andere uitzicht belemmerende voorwerpen te maken, waardoor het vrije uitzicht wordt belemmerd |
Artikel 5.11 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Hierbij ook rekening houden met het Uitvoeringsbesluit uitzichtstroken wegen (Provinciaal Blad, nr. 36 van 2010) |
G.6.7 |
Ontheffing bebouwingsvrije stroken (zoals langs een weg buiten de bebouwde kom een bouwwerk te maken of te hebben binnen een afstand uit de as van de hoofdverkeersbaan of, indien de weg twee hoofdverkeersbanen heeft, uit de as van de dichtbijzijnde gelegen hoofdverkeersbaan, van 40 meter voor wegen die in beheer zijn bij de provincie. |
Artikel 5.12, eerste lid juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.8 |
Ontheffing bestaande bouwwerken binnen de in artikel 5.12 lid 1 bedoelde stroken, te vernieuwen, te wijzigen of uit te breiden. |
Artikel 5.12, tweede lid juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.9 |
Het verlenen van een ontheffing van het bepaalde in afdeling 5.2 en het stellen van voorschriften |
Artikel 5.13, tweede lid, Artikel 5.3, derde lid en Artikel 5.5, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.10 |
Het uitbrengen van een advies over: de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag of de bij de beslissing op de aanvraag te betrekken gegevens of aan de vergunning te verbinden voorschriften. |
Artikel 5.13, vijfde lid juncto artikel 2.26, derde en vierde lid Wabo |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.6.11 |
Het voeren van overleg inzake afwijken van het in artikel 5.13 lid 5 bedoelde advies |
Artikel 5.13, zesde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.12 |
Het besluiten tot verlenen van ontheffing tot het plaatsen van toeristische bewegwijzering conform artikel 5 lid 14 |
Artikel 5.14 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.13 |
Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften |
Artikel 5.18, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.14 |
Aanslagen opleggen op benzineverkoop |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.7 Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.7.1 |
Het in ontvangst nemen van een melding Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting |
Nadere uitwerking van artikel 5.7, lid 3 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.7.2 |
Het geven van instructies Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting |
idem |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.8 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo ): De omgevingsvergunning
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.8.1 |
Uitbrengen advies over de aanvraag of ontwerp beschikking op aanvraag |
Artikel 2.26, derde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid, Wegenverordening Zeeland 2010 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo. |
G.8.2 |
Uitbrengen advies naar aanleiding van aanvraag om omgevingsvergunning |
Artikel 2.26, vierde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid Wegenverordening Zeeland 2010 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo |
G.9 Wrakkenwet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.9.1 |
Besluit tot opruimen object |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.2 |
Aankondiging ter plaatse |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.3 |
Mededeling rechthebbende |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.4 |
Vergunning verwijdering voorwerpen |
Artikel 2, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.5 |
Zekerheidstelling ten genoegen van de beheerder |
Artikel 2, derde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.6 |
Publicatie tijdstip opruiming |
Artikel 3, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.7 |
Vergunning toegang/verblijf op schip/voorwerp |
Artikel 4 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.8 |
Termijn van betaling stellen |
Artikel 6 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.10 Waterstaatswet 1900
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.10.1 |
Schriftelijke aanzegging m.b.t. het dulden van voorbereidingswerkzaamheden |
Artikel 9 |
Afdelingsmanager |
|
G.10.2 |
Opmaken proces-verbaal/raming kosten etc. bij schade aan waterstaatswerken |
Artikel 12c |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.10.3 |
Het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van NEN-EN 501101-1, NEN-EN 50110-2 en NEN 3140 in verband met bedrijfsvoering van elektrische installaties (infrastructuur) in beheer bij de provincie Zeeland aan medewerkers van de afdeling Beheer |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.11 Telecommunicatiewet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
G.11.1 |
Instemmen met c.q. overeenstemming hebben over plaats, tijdstip en wijze van aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. |
Artikel 5.3, 5.7 en 5.8 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD
|
|
G.11.2 |
Vergoeden van schade en verdelen van kosten, één en ander voortvloeiende uit de gedoogplicht. |
Artikel 5.2 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.12 Regeling Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen en provinciale projecten provincie Zeeland 2010
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
G.12.1 |
Ontvangst bevestiging op een binnengekomen verzoek |
Artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.2 |
In gelegenheid stellen verzuim te herstellen |
Artikel 13, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.3 |
Niet in behandeling nemen van verzoek |
Artikel 14, eerste lid jo Artikel 13 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.4 |
Mededeling van niet in behandeling nemen van verzoek |
Artikel 14, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.5 |
Het eenmalig verlengen van de in artikel 15 lid 2 genoemde termijn met ten hoogste zes weken |
Artikel 15, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.6 |
Benoemen deskundige(n) / aanwijzen voorzitter |
Artikel 16, eerste en derde lid, jo Artikel 14, eerste lid en Artikel 15, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.7 |
Verzoeker in kennis stellen van voornemen deskundige(n) te benoemen |
Artikel 16, vijfde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.8 |
Het beschikbaar stellen van gegevens aan deskundige(n) |
Artikel 18, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.9 |
Instemmen met inwinnen van inlichtingen en adviezen bij derden door deskundige(n) |
Artikel 18, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.10 |
Vertegenwoordigen bij mondelinge toelichting |
Artikel 19, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar |
G.12.11 |
Bedenkingen maken tegen het conceptadvies aan deskundige(n) |
Artikel 19, zesde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.12.12 |
De beslissing, zoals bedoeld in artikel 20 lid 1, op het verzoek om schadevergoeding, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste zes weken verlengen |
Artikel 20, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.13 Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/voorwaarden |
G13.1 |
Werkzaamheden in het kader van de Wet basisregistratie: Ondergrond grootschalige topografie. |
|
Teamcoördinator; Medewerker landmeten en cartografie |
|
G13.2 |
Vaststellen van onderzoek als bedoeld in: artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie en artikel 9a van de Wet basisregistratie ondergrond |
Art. 30 en art. 9a |
Afdelingsmanager I&V |
|
H. Personenvervoer
H.1 Concessie busvervoer
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
H.1.1 |
Het nemen van besluiten inzake het beheer van de op 1 augustus 2014 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'. M.n. te noemen het maken van beheerafspraken met de concessiehouder over:
|
De op basis van artikel 20 lid 2 Wet personenvervoer 2000 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024' |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Regionale Bereikbaarheid; Senior beleidsmedewerker openbaar vervoer, die belast is met het concessiemanagement |
Bestuurlijke aandachtspunten agenda van het concessiebeheeroverleg, algemene ledenvergadering CV DOVA en DOVA- managersoverleg worden geannoteerd afgestemd met de verantwoordelijke gedeputeerde |
I. Water
I.1 Waterwet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.1.1 |
Correspondentie aan het rijk omtrent voorbereiding nationaal waterplan |
Artikel 4.3 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.2 |
Ter inzage leggen en kennis geven ontwerp regionaal waterplan (onderdeel omgevingsplan) |
Artikel 4.4 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.3 |
Toezenden vastgesteld regionaal waterplan aan minister en betrokken instanties |
Artikel 4.5 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.4 |
Adviseren waterbeheerder over aanvraag watervergunning |
Artikel 6.16 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2 Waterbesluit, waterregeling
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.2.1 |
Toezenden gegevens t.b.v. Stroomgebiedbeheerplan aan Minister |
Artikel 3.4, tweede lid, onder a |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.2.2 |
Toezenden resultaten analyses en beoordelingen als bedoeld in artikel 5 Kaderrichtlijn Water (KRW) aan Minister |
Artikel 3.4, tweede lid, onder b |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.2.3 |
Toezenden gegevens omtrent voortgang uitvoering maatregelen ex artikel 11 KRW |
Artikel 3.4, tweede lid, onder c |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.2.4 |
Toezenden gevraagde gegevens t.b.v. toezicht op waterbeheer aan Minister |
Artikel 3.4, zesde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.2.5 |
Correspondentie omtrent onderzoekingen m.b.t grondwaterregime in de provincie |
Artikel 7.2 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3 Grondwater (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.3.1 |
Besluiten tot aanwijzen deskundigen, inclusief het inwinnen van advies |
Artikel 3.7, eerste en tweede lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
Vergoeding van kosten en schade |
I.3.2 |
Aanvrager beschikking in de gelegenheid stellen aanvraag aan deskundigen toe te lichten |
Artikel 3.74, derde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.3 |
Degene tot wie de beschikking zich richt in de gelegenheid stellen opvattingen aan deskundigen kenbaar te maken |
Artikel 3.74, derde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.4 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen opvattingen over aanvraag of voornemen aan deskundigen kenbaar te maken |
Artikel 3.74, vierde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.5 |
Verzenden afschrift advies en vermelden termijn |
Artikel 3.74, zesde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.6 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 3.75 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.7 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 3.75, tweede lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.3.8 |
Correspondentie van procedurele aard omtrent schadeonderzoek deskundigencommissie (ACSG) inzake onttrekken of infiltreren van grondwater. |
Artikelen 7.14-7.19 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.4 Waterbeheer en regionale waterkeringen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.4.1 |
Correspondentie omtrent periodiek overleg en rapportage uitvoering beheerplan, inwinnen informatie waterschap |
Omgevingsverordening Zeeland 2018; informatie en overleg Artikel 4.13, 4.15 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.4.2 |
Correspondentie omtrent voorbereiding legger |
Artikel 5.1 Waterwet Artikel 4.7 Ov |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.4.3 |
Correspondentie omtrent voorbereiding peilbesluit of herziening peilbesluit |
Artikel 4.8 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.5 Waterwet – waterveiligheid
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.5.1 |
Correspondentie omtrent voorbereiding projectprocedure waterschap tot aanleg of wijziging primaire waterkering |
Artikel 5.6 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.5.2 |
Goedkeuren projectplan tot aanleg of verbetering primaire waterkering (in samenhang met mer-beoordeling o.g.v. artikel 7.17, eerste lid, Wm |
Artikel 5.7 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.5.3 |
Correspondentie omtrent gecoördineerde voorbereiding van besluiten bij toepassing projectprocedure primaire waterkeringen |
Artikelen 5.8 en 5.9 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.5.4 |
Toezenden gegevens voor opstellen van overstromingsrisicobeheerplannen aan Minister |
Artikel 3.4, vierde lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.6 Waterschapswet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.6.1 |
Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet. |
Artikel 3 en 4 |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.7 Wet hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen |
I.7.1 |
Toezenden van (door gs) aangewezen zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan. |
Art. 10b, eerste en tweede lid |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
I.7.2 |
Toezenden van relevante informatie omtrent zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan. |
Art. 10 e.v. |
Directeur Programma's en Projecten
|
|
J. Milieu
J.1 Wet Milieubeheer; Algemeen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
J.1.1 |
Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening |
Artikel 1.4, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.1.2 |
Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening |
Artikel 1.4, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2 Wet Milieubeheer; Plannen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
J.2.1 |
Verschaffen van inlichtingen |
Artikel 4.2b Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.2 |
Mededeling doen door toezending aan Minister |
Artikel 4.11, eerste lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.3 |
Bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.11, tweede lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.4 |
Toezenden verlengingsbesluit geldigheidsduur aan Minister en bestuursorganen en bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.12, tweede lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.5 |
Toezending programma aan Minister en bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.15, tweede en derde lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.3 Wet luchtvaart; Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
J.3.1 |
Heffen van recht t.b.v aanvraag om schadevergoeding |
Artikel 8.56, tweede lid, juncto art. 8.31, tweede lid, Wet luchtvaart |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.3.2 |
Niet-ontvankelijk verklaren aanvraag om schadevergoeding bij niet betalen heffing |
Artikel 8.56, tweede lid juncto artikel. 8.31, tweede lid Wet luchtvaart |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.4 Wet milieubeheer; afvalstoffen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
J.4.1 |
Besluiten tot verlenen ontheffing |
Artikel 10.33, tweede lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma's en Projecten |
|
J.5 Wet bodembescherming
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
J.5.1 |
Bij minnelijke schikking te vorderen eigendom verkrijgen |
Artikel 50, tweede lid |
Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.2 |
Schadevergoeding bij mogelijkheid bevel, maar vrijwillige medewerking |
Artikel 74, tweede lid |
Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.3 |
Verantwoordingen en verklaringen geven aan het ministerie van VROM in het kader van bodemonderzoek, saneringen en het meerjarenprogramma op basis van de wet bodembescherming |
|
Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
Soms worden in het kader van monitoring ad hoc gegevens opgevraagd |
J.5.4 |
Voornemen besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de Provincie |
|
Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.5 |
Besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de provincie |
|
Directeur Programma's en Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.6 RUD Zeeland
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
J.6.1 |
Goedkeuren van wekelijkse informatie overzichten van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland |
o.g.v. artikel 5, eerste en tweede lid Mandaatbesluit RUD Zeeland 2014 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K. Natuur
K.1 Wet Natuurbescherming
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
K.1.1 |
Verstrekken van gegevens over genomen besluiten die betrekking hebben op staat van instandhouding van habitats en soorten aan Minister |
Artikel 1.8, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ
|
Minister dient overeenkomstig vereisten Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn gegevens te verstrekken aan Europese Commissie |
K.1.2 |
Besluiten tot het (laten) verrichten van feitelijke handelingen gelet op instandhoudingsdoelstellingen voor een N2000-gebied |
Artikel 2.6, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.3 |
Laten aanbrengen kentekenen in en rondom een N2000-gebied |
Artikel 2.6, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.4 |
Mededeling aan rechthebbenden omtrent voornemen tot (laten) verrichten feitelijke handelingen of aanbrengen kentekenen |
Artikel 2.6, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.5 |
Besluiten op verzoek om vergunning voor projecten of andere handelingen met mogelijk verslechterende of significant verstorende effecten voor een N2000-gebied |
Artikel 2.7, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.6 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2, zesde lid (soorten Vogelrichtlijn) |
Artikel 3.3, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.7 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Vogelrichtlijnsoorten) |
Artikel 3.4, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.8 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid (soorten Habitatrichtlijn) |
Artikel 3.8, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.9 |
Besluiten op verzoek ontheffing verbod als bedoeld in artikel 3.9, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Habitatrichtlijnsoorten) |
Artikel 3.9, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.10 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid (andere soorten) |
Artikel 3.10, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.11 |
Besluiten op verzoek ontheffing ter beperking van de omvang van een populatie |
Artikel 3.17, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.12 |
Besluiten tot sluiten of heropenen jacht in geval van bijzondere weersomstandigheden |
Artikel 3.22, vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.13 |
Besluiten op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.24, tweede lid (middelen voor het vangen of doden van dieren) |
Artikel 3.25, vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.14 |
Besluiten op verzoek om ontheffing van in artikel 3.26, eerste lid, onderdeel a of b en krachtens het tweede lid gestelde regels |
Artikel 3.26, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.15 |
Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.32, eerste lid (bijvoederen hoefdieren) |
Artikel 3.32, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.16 |
Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.34, eerste lid (uitzetten van (eieren van) dieren) |
Artikel 3.34, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.17 |
Verbieden van vellen houtopstand ter bescherming van bijzondere natuur- of landschapswaarden (kapverbod) |
Artikel 4.2, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.18 |
Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.3, eerste en tweede lid (herbeplanten op andere grond) |
Artikel 4.5, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.19 |
Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.2, eerstelid (meldingsplicht) of artikel 4.3, eerste, tweede of vijfde lid (herplantplicht) |
Artikel 4.5, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.20 |
Verlengen beslistermijn van dertien weken met zeven weken |
Artikel 5.1, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.21 |
Verlenging mededelen aan aanvrager |
Artikel 5.1, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.22 |
Aanvrager in gelegenheid stellen om voorstellen voor compenserende maatregelen te doen |
Artikel 5.1, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.23 |
Intrekken of wijzigen van een verleende vergunning of ontheffing |
Artikel 5.4, eerste tot en met derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
K.2.1 |
Besluiten op verzoek om verklaring van geen bedenkingen (vvgb) N2000- en flora- en fauna-activiteiten |
Artikel 2.27, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.2 |
Verzoek tot wijziging of (gedeeltelijke) intrekking van de omgevingsvergunning waarvoor een vvgb is afgegeven |
Artikel 2.29, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.3 |
Geven van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) |
artikel 2.27, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.4 |
Intrekken omgevingsvergunning of de voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden wijzigen, aanvullen of intrekken dan wel alsnog aan de omgevingsvergunning verbinden |
Artikel 2.29 e.v. |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.5 |
Bepalen dat aan de omgevingsvergunning een voorschrift wordt verbonden in geval deze om dwingende redenen van groot openbaar belang wordt verleend voor projecten als bedoeld in artikel 19h, eerste lid |
Artikel 2.29 e.v. |
Afdelingsmanager POJZ |
|
L. Ruimte
L.1 Besluit ruimtelijke ordening
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
L.1.1 |
Voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een wijzigings - of uitwerkingsplan |
Artikel 3.1.1 bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.2 Besluit ruimtelijk omgevingsrecht
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
L.2.1 |
Voeren van overleg met bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een omgevingsvergunning |
Artikel 6.18 juncto artikel 3.1.1 Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3 Besluit Ruimtelijke ordening (Planschadeverordening)
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede: |
Opmerkingen |
L.3.1 |
Ontvangstbevestiging binnengekomen aanvraag. |
Artikel 6.1.3.1. eerste lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.2 |
In gelegenheid stellen verzuim te herstellen. |
Artikel 6.1.3.1, eerste lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.3 |
Besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager. |
Artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.4 |
Het eenmalig verlengen van de in artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro genoemde termijn met ten hoogste vier weken. |
Artikel 6.1.3.1, derde lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.5 |
Aanwijzen van adviseur(s). |
Artikel 6.1.3.2 Bro Artikel 2, eerste lid, onder a, b en c |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.6 |
Onderbouwing vragen inzake deskundigheid adviseur(s). |
Artikel 2, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.7 |
Aanvrager in kennis stellen van voornemen adviseur(s) te benoemen. |
Artikel 4, eerste en derde lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.8 |
Het beschikbaar stellen van gegevens aan adviseur(s). |
Artikel 5, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.9 |
Het beschikbaar stellen van ambtelijke ondersteuning aan adviseur(s). |
Artikel 5, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.10 |
Vertegenwoordigen bij hoorzitting. |
Artikel 5, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.11 |
Reactie indienen op het conceptadvies aan adviseur(s). |
Artikel 5, tiende lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.12 |
De beslissing, zoals bedoeld in artikel 6.1.3.6, eerste lid Bro, op de aanvraag om een tegemoetkoming in de schade, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen. |
Artikel 6.1.3.6, tweede lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
M. Cultuur
M.1 Archeologie
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
M.1.1 |
De bij of voorafgaand aan de uitvoering van de ontgrondingswerkzaamheden te nemen selectiebesluiten archeologische monumentenzorg |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0; Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ontgrondingenwet; Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning; Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
|
M.2 Erfgoed
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
M.2.1 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard (uitgezonderd selectiebesluiten) |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0; Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ont-grondingenwet; Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning; Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020 |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
Het toetsen/beoordelen van archeologische rapportages (= correspondentie in aanloop naar het nemen van het selectie-besluit); Het paraferen van Programma's van Eisen voor archeologisch onderzoek |
M.2.2 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit artikel 5.7 van de Erfgoedwet |
Artikel 5.7 van de Erfgoedwet |
Directeur Programma's en Projecten; Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
Eigendom van archeologische vondsten |
M.2.3 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit de uitvoering van de depotbeheerstaken zoals genoemd in KNA, versie 4.1, protocol 4010 |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.1, protocol 4010 |
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder); |
Betreft extern mandaat |
M.2.4 |
Het aangaan van bruikleenovereenkomsten en alle daarmee samenhangende handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voor archeologische objecten die eigendom zijn van de provincie die gedeponeerd zijn in het Zeeuws Archeologisch depot
|
|
Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder); |
Betreft extern mandaat Mandaat uitoefenen conform afspraken met de provincie Zeeland inzake verstrekken in bruikleen. |
N. Grote projecten
N.1 Algemeen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Programma's en Projecten |
Opmerkingen |
N.1.1 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard t.b.v. projecten en programma's, waaronder het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en wettelijke adviezen, en het machtigen van contractspartijen in het kader van een opdracht om dat namens de provincie te doen, al dan niet voortvloeiend uit maatschappelijke opgaven en opgedragen door de secretaris/algemeen directeur en de directeur Programma’s en Projecten; rekening houdend met de bevoegdheden van de diverse taakgebieden/afdelingen/opgaven. |
|
Programmamanager; Projectmanager |
Werkzaam op een groot project |
N.2 Onteigeningswet
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Programma's en Projecten |
Opmerkingen |
N.2.1 |
Volmacht en machtiging voor besluiten omtrent het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder. |
|
Beleidsmedewerker grondverwerking c.s.; Programma en -manager NPW |
|
Bijlage II Mandaatregister personele aangelegenheden 2019
Algemeen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
A.1.1 |
Het toekennen en beëindigen van pensioenen weduwen- en wezenfonds |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
A.1.1 |
Bevestiging ontvangst sollicitatiebrieven/-uitnodigingen sollicitanten. |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
B. Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 (CAP)
B.1 Aanvang, wijziging en einde arbeid
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.1.1 |
Besluiten tot aanstelling |
Artikel 2.1.1 juncto artikel 6.1 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. |
B.1.2 |
Besluiten tot uitbreiding aanstelling |
Artikel 2.1.1 juncto artikelen 2.1.4 en 6.3 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.1.3 |
Besluiten tot verlenen ontslag |
Artikel 11.1, onderdelen a, b en e juncto artikel 11.1.5 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. Besluiten tot verlenen ontslag o.g.v. overige ontslaggronden blijft voorbehouden aan gedeputeerde staten |
B.1.4 |
Besluiten tot uitkeren overlijdensuitkering |
Artikelen 7.8.2, 7.8.3 en 11.1.7 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft salarisberekening |
B.2 Bezoldiging
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.2.1 |
Bepalen salarisschaal |
Artikel 3.2.1 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. Binnen de door gedeputeerde staten vastgestelde formatieomvang en formatiebudget. |
B.2.2 |
Bepalen salaris |
Artikel 3.2.2 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. In het kader van de aanstelling. |
B.2.3
|
Besluiten tot verhogen salaris bij duurzame groei in functioneren |
Artikelen 3.2.3 en 3.2.4 |
Afdelingsmanager POJZ
|
Binnen de voor de medewerker vastgestelde salarisschaal. |
B.2.4 |
Besluiten tot toekennen incidentele beloning van prestaties of extra inzet |
Artikel 3.2.5 |
Afdelingsmanager POJZ
|
Binnen de met de OR gemaakte afspraken. |
B.2.5 |
Besluiten tot toekennen toelage waarneming andere functie |
Artikel 3.3.1 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.2.6
|
Besluiten tot toekennen toelage onregelmatige dienst |
Artikel 3.3.2 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.2.7 |
Besluiten tot toekennen toelage afbouw onregelmatige dienst |
Artikel 3.3.3 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.2.8 |
Besluiten tot toekennen van arbeidsmarkttoelage en bindingspremie |
Artikel 3.3.4 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft uitzonderingssituatie |
B.2.9 |
Besluiten tot toekennen toelage op andere gronden |
Artikel 3.3.5 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft uitzonderingsituatie |
B.2.10 |
Besluiten tot gratificatie ambtsjubileum |
Artikel 3.4.2 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft salarisberekening. Centraal personeelszaken. |
B.2.10 |
Besluiten tot toekennen vergoeding voor overwerk |
Artikel 3.4.3 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.3 Arbeidsduur, werktijden en verlof
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.3.1 |
Besluiten in belang van de dienst tot verrichten van werkzaamheden buiten de geldende werktijden
|
Artikel 4.2, vijfde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.3.2 |
Besluiten tot geheel of gedeeltelijk vrijstellen continudiensten in nachturen |
Artikel 4.4 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.3.3 |
Besluiten tot vaststellen aanspraak vakantieverlof |
Artikel 5.1 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.3.4 |
Besluiten tot vermindering en verval van aanspraak vakantieverlof |
Artikel 5.2 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.3.5 |
Besluiten tot intrekken toestemming opnemen vakantieverlof |
Artikel 5.3, zesde lid |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.3.6 |
Besluiten tot toekennen vergoeding voor niet opnemen vakantieverlof bij einde dienstverband |
Artikel 5.5, eerste lid |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
B.3.7 |
Besluiten tot verlenen zwangerschaps- en bevallingsverlof |
Artikel 5.6 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft verlofadministratie. Centraal personeelszaken |
B.3.8 |
Besluiten tot verlenen van overig betaald verlof op grond van de Wet arbeid en zorg en tot het verlenen van buitengewoon verlof |
Artikelen 5.7 en 5.8 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.3.9 |
Besluiten tot verlenen buitengewoon verlof voor activiteiten van vakorganisaties |
Artikel 5.9 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.3.10 |
Besluiten tot inhouden bezoldiging in verband met non-activiteit |
Artikel 5.10, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.3.11 |
Besluiten tot verlenen langdurend onbetaald verlof op verzoek |
Artikel 5.11, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.3.12 |
Besluiten dat verlof op grond van onvoorziene omstandigheden niet wordt opgenomen of niet wordt voortgezet op verzoek, dan wel besluiten tot afwijzen verzoek indien zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich daartegen verzet |
Artikel 5.11, zevende lid |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.4 Gezondheid en arbeidsomstandigheden
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.4.1 |
Besluiten ambtenaar te verplichten arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan |
Artikel 7.2.2 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Betreft de hiërarchisch leidinggevenden als bedoeld in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie van de secretaris. |
B.4.2 |
Geven van redelijke voorschriften |
Artikel 7.4.1 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. Betreft re-integratieplan
|
B.4.3 |
Opstellen, evalueren en bijstellen plan van aanpak |
Artikel 7.4.1 |
Afdelingsmanager; Unitmanager: Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
B.4.4 |
In de gelegenheid stellen passende arbeid te verrichten, verrichten eigen werkzaamheden onder andere voorwaarden |
Artikel 7.4.1, onderdelen c en d |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. Betreft re-integratieplan |
B.4.5 |
Besluiten tot vergoeding ziektekosten bij dienstongeval of beroepsziekte |
Artikel 3.1.5 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.5 Overige rechten en plichten
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
B.5.1 |
Besluiten tot toekennen schadevergoeding |
Artikel 3.1.6, tweede en derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.5.2 |
Besluiten tot toekennen kostenvergoeding |
Artikel 3.1.4, vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.5.3 |
Besluiten tot opleiding en ontwikkeling (POB) |
Artikelen 8.3.1 en 8.3.3 |
Afdelingsmanager POJZ
|
|
B.6 Orde- en strafmaatregelen
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.6.1 |
Besluiten tot ontzeggen toegang tot de kantoren, werkplaatsen, digitale werkomgeving of andere werkplekken |
Artikel 10.1, tweede lid |
Secretaris/algemeen directeur |
Vanwege spoedeisende karakter |
B.6.2 |
Besluiten tot schorsing voor bepaalde tijd |
Artikel 10.2, eerste lid |
Secretaris/algemeen directeur |
Vanwege spoedeisende karakter |
B.6.3 |
Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk inhouden salaris, salaristoelagen en IKB tijdens schorsing |
Artikel 10.2, tweede lid |
Secretaris/algemeen directeur |
Vanwege spoedeisende karakter. |
B.6.4 |
Besluiten tot het opleggen van een disciplinaire straf o.g.v. plichtsverzuim |
Artikel 10.3, eerste lid, onderdeel a |
Secretaris/algemeen directeur |
Vanwege impact besluiten tot opleggen disciplinaire straf op overige gronden besluitvorming voorbehouden aan gedeputeerde staten |
B.7 Dienstverband op arbeidsovereenkomst
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.7.1 |
Besluiten tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst |
Artikel 2.3.1 |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
B.8 Overig
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
B.8.1 |
Besluiten tot terugvordering ter zake van onjuiste toepassing van de rechtspositieregelen |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.8.2 |
Besluiten tot het toepassen van wettelijke maatregelen inzake, inhouding, beslag en korting op de verschuldigde bezoldiging |
|
Afdelingsmanager POJZ |
Let op: melden voornemen aan de betreffende directeur en aan de betreffende afdelingsmanager |
B.8.3 |
Besluiten tot toepassen Verhaalswet ongevallen ambtenaren, voor zover betreffende schadeclaims m.b.t. salariskosten |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.8.4 |
Zorgdragen voor afdracht en besluiten tot invordering van pensioen- en wachtgeldbijdragen ingevolge het Pensioenreglement |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.8.5 |
Besluiten tot betaalbaar stellen uitkeringen aan ABP en UWV |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
B.9 Wijzigingen binnen formatieomvang en formatiebudget
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
B.9.1 |
Aanbrengen van wijzigingen in de formatie binnen de door gedeputeerde staten vastgestelde formatieomvang en formatiebudget |
|
Secretaris/algemeen directeur |
|
B.10 Privaatrechtelijke aangelegenheden
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
B.10.1 |
Besluiten tot het aangaan van detacheringsovereenkomsten |
Burgerlijk wetboek |
Afdelingsmanager POJZ |
Zowel als uitlener als inlener Voor ondertekening overeenkomst zie toelichting op dit mandaatbesluit |
B.10.2 |
Inhuren uitzendkracht, inhuren van een medewerker |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
C. Rechtspositionele regelingen personeel (lokaal)
C.1 Werktijdenregeling Provincie Zeeland 2015
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
C.1.1 |
Vaststellen individuele werktijdenregeling voor een werknemer |
Artikel 5, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris. Vaststellen bijzondere werktijdenregeling voor onderdelen van de organisaties of voor bepaalde functies, blijft voorbehouden aan gedeputeerde staten.
|
C.2 Regeling reis- en verblijfkosten en maaltijdvergoeding bij overwerk Provincie Zeeland 2015
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
C.2.1 |
Verlenen toestemming op verzoek ambtenaar om eigen vervoermiddel te gebruiken |
Artikel 5, derde lid |
Afdelingsmanager; Unithoofd; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.2.2 |
Ondertekenen verklaring toestemming |
Artikel 5, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Poulemanager; Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.2.3 |
Verminderen declaratie |
Artikel 7, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
C.3 Regeling bedrijfsfitness Provincie Zeeland 2015
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede: |
Opmerkingen |
C.3.1 |
Besluiten tot vergoeden kosten deelname fitness |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
C.4 Regeling verplaatsingskosten 2015
|
Omschrijving bevoegdheid/mandaat |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
C.4.1 |
Verlenen tegemoetkoming in verhuiskosten op verzoek |
Artikel 2, eerste lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.2 |
Verlenen tegemoetkoming in verhuiskosten |
Artikel 2, tweede lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.3 |
Beoordelen rekening verhuizer |
Artikel 4, tweede lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.4 |
Verlenen hogere reiskostenvergoeding |
Artikel 7, tweede lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.5 |
Verlengen termijn op verzoek |
Artikel 8, eerste lid |
Directeur Organisatie; Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.6 |
Toekennen tegemoetkoming in verhuiskosten onder voorwaarden |
Artikel 9 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten
|
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
C.4.7 |
Nemen nader besluit over hoogte tegemoetkoming in verhuiskosten en voorwaarden |
Artikel 10 |
Directeur Organisatie Directeur Programma’s en projecten |
Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.
|
Toelichting behorende bij het mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2019
1. ALGEMEEN
Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht
Bijna dagelijks moeten er allerlei beslissingen door gedeputeerde staten (hierna te noemen: gs) worden genomen. Het zou niet werkbaar zijn als die beslissingen steeds in de vergadering van gs moeten worden genomen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat gs aan een ander de bevoegdheid toekennen om dit namens hen te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan. Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.
Mandaat
In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (lees in casu: gs) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. De functionaris heeft dan 'mandaat' van gs. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit.
Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan “een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling”. Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals het verlenen van een vergunning of het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag.
Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.
Machtiging
Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.
Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De functionaris aan wie de machtiging is verleend noem je de 'gemachtigde'.
De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.
Volmacht
Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant of het verrichten van betalingen. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent.
Het aangaan van een overeenkomst
Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de commissaris van de Koning(hierna: cvdK) als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub e). Gs zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.
Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. De volmacht van de cvdK is geregeld in het 'mandaatbesluit cvdK 2019' met bijbehorend register.
Naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden kan ook sprake zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.
Uitgangspunten
Algemeen
De Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019 is de algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband een link gelegd naar het mandaatbesluit van gedeputeerde staten Zeeland 2019 en de regeling de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling). Er is voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden. Daarnaast geldt een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De grondslag voor het aanwijzen van budgethouders is de budgethoudersregeling. Toereikende mandaten voor deze functionarissen zijn vervolgens opgenomen in het mandaatbesluit gs.
Ten aanzien van opgave-, programma- en projectmanagers:
Programma- en projectmanagers maken deel uit van de ambtelijke organisatiestructuur als beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019. Aan functionarissen die de rol van opgave- programma-, project- en poulemanager vervullen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in de betreffende opgave of poule, of het betreffende programma of project . Zij kunnen, met uitzondering van de poulemanager, in dat kader tevens worden aangewezen als budgethouder als bedoeld in de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer (verder ook te noemen de budgethoudersregeling). Als budgethouder zijn zij bevoegd binnen de grenzen van het toegewezen budget, de budgtehoudersregeling en de mandaatregelingen van GS en de cvdK al datgene te doen en te besluiten ter uitvoering van de opgave, het programma of project waarvoor zij op grond van de vigerende Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris van hun ambtelijk opdrachtgever opdracht hebben verkregen.
‘Opgave-, programma- en projectmanagers van in hoedanigheid van budgethouder’ zijn uitsluitend de opgave-programma- en projectmanager die a als zodanig zijn aangewezen op grond van artikel 2, tweede lid van de van de van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019 en als budgethouder zijn aangewezen.
Het mandaatbesluit gs geeft een algemeen kader waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens gs kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlagen wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.
Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Te meer ook omdat het merendeel van de bevoegdheden mandaten betreffen, hanteren we als verzamelnaam het begrip ‘mandaat’ maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (b.v. het doen van betalingen) of machtiging (b.v. het voeren van het woord in een juridische procedure; het verstrekken van informatie) betreft.
Op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling ) kan een budgethouder zijn budget aanwenden om een (beleids)doelstelling te realiseren. Hij kan dan bijvoorbeeld een overeenkomst naar privaatrecht aangaan. Deze bevoegdheid om de provincie privaatrechtelijk te binden is echter niet onbeperkt.
De budgethouder mag alleen privaatrechtelijke overeenkomsten aangaan voor een werk, een levering of een dienst, voor het realiseren van de (beleids)doelstelling waarvoor hij het budget heeft verkregen. De wijze waarop een dergelijke overeenkomst moet worden aangegaan is vastgelegd in het vigerende provinciale inkoop- en aanbestedingsbeleid (budgethoudersmandaat). De budgethouder moet zich er steeds van vergewissen dan hij volgens de regels van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid handelt, dat omvat dat hij zowel in de voorbereidingsfase het team Inkoop- en aanbesteding (POJZ) betrekt, maar ook in andere fases indien de inkoop- en aanbestedingsregels moeten worden bewaakt. Bijvoorbeeld bij het verstrekken van een opdracht tot meerwerk. Dan moet de budgethouder laten toetsen of er nog conform de aanbestedingsregels wordt gehandeld.
In artikel 3 van deze regeling, over de reikwijdte van de bevoegdheden van de budgethouder, is meer concreet geregeld wat de budgethouder moet doen als het gaat om het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst, een rechtsgeldige ondertekening daarvan, de registratie en financiële afwikkeling.
Voor wat betreft andere privaatrechtelijke overeenkomsten dan die voor een werk, een levering of een dienst zoals genoemd in artikel 3, eerste lid, is de budgethouder eveneens bevoegd te beschikken over het hem toegekende budget, binnen de grenzen van het budget en binnen een op grond daarvan vooraf door gedeputeerde staten vastgesteld globaal bestedingsplan dan wel op grond daarvan vastgestelde ramingen, in het lopende begrotingsjaar en de daaraan gekoppelde (beleids)doelstelling. Hij is echter alleen bevoegd om dergelijke overeenkomsten aan te gaan indien hij mandaat heeft verkregen in het mandaatbesluit van gedeputeerde staten en of het mandaatbesluit van de commissaris van de Koning voor de uitvoering van de betreffende taak en conform dat mandaat. In sommige gevallen ligt het mandaat bij een andere eenheid binnen de organisatie. Hierbij kun je denken aan overeenkomsten op het gebied van bijvoorbeeld de aan- en verkoop van vastgoed, huur- en verhuur, aankoop van gronden of beheersovereenkomsten. Mocht de budgethouder niet over het mandaat beschikken, dan dient de budgethouder zich te wenden tot de afdeling van de provinciale organisatie waar die taak is belegd. Als het bij bijvoorbeeld over een vastgoedovereenkomst zou gaan dan is de afdeling I&V de afdeling waarbij de budgethouder zich moet voegen. In samenspraak met die afdeling moeten verdere stappen worden ondernomen. In geval er in het geheel geen geheel mandaat is verleend voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst, dient het bevoegde bestuursorgaan in te stemmen met het aangaan
Voor het voeren van een inkoop- en aanbestedingsprocedure hebben gs bepaalde bevoegdheden gemandateerd aan diverse functionarissen, waaronder de afdelingsmanager en, unitmanager en programma- en projectmanagers. De budgethouder kan in zijn hoedanigheid van afdelingsmanager, unitmanager en/of programma- en projectmanager bepaalde besluiten namens gs nemen inzake inkoop- en aanbesteding. De budgethouder heeft uitsluitend mandaat om conform de door gs vastgestelde regels en procedures in het door GS vastgestelde Inkoop & Aanbestedingsbeleid te handelen. De vervanging van budgethouders wordt geregeld in artikel 18 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019.
De wettelijke grondslag voor de budgethouder om in mandaat voor bepaalde activiteiten binnen een (beleids)doelstelling overeenkomsten naar privaatrecht aan te gaan is artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet. De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Juridisch gezien is dit geen mandatering maar verleent de cvdK volmacht aan een functionaris. De aanvulling van deze ondertekeningsvolmachten dient te worden geregeld in het mandaatbesluit en –register van de cvdK. Dit laat onverlet dat de bevoegdheid tot ondertekening van overeenkomsten over het gebruik van publiekrechtelijke bevoegdheden aan het bestuursorgaan toekomt. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.
2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1. Verlenen mandaat
Uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat. (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). De mandaten die zijn opgenomen in Bijlage I en II (mandaatregister GS 2019 en mandaatregister personele aangelegenheden GS 2019) bij het mandaatbesluit van gedeputeerde staten worden verleend aan de secretaris/algemeen directeur en, voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directeur Programma's en projecten voor de aan hen toegewezen taken. Daarnaast worden de mandaten verleend aan de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt: afdelingsmanager, unitmanager, poulemanager en in sommige gevallen opgave-, programma-en projectmanager in de hoedanigheid van budgethouder of een (senior-)beleidsmedewerker.
Een aantal mandaten is uitsluitend aan de directeur Organisatie en/of de directeur Programma’s en Projecten toegekend. In die gevallen wordt er in het mandaatregister geen gemandateerde functionaris genoemd of alleen de betreffende directeur. De betreffende bevoegdheid berust dan bij de directeur Organisatie of directeur Programma's en projecten indien het een aan hem toegewezen taak betreft.
Verder kan de directeur Programma's en projecten ter uitoefening van een aan hem verleende bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan een ambtelijk opdrachtnemer van een strategisch opgave, uitvoeringsprogramma of een project. Dat betreft in beginsel uitsluitend de ambtelijk opdrachtnemers van een opdracht die hij op grond van artikel 5, vierde lid de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019 heeft verstrekt. In bijzondere gevallen kan de directeur Programma's en projecten ook aan een andere functionaris binnen een strategisch opgave, uitvoeringsprogramma of project schriftelijk onder mandaat verlenen. Dan kan het geval zijn indien de taak anders niet kan worden uitgevoerd.
De secretaris/algemeen directeur heeft conform de algemene uitgangspunten ter zake van mandatering zijn bevoegdheden (vangnetfunctie).
T.a.v. mandaten inzake personeelsaangelegenheden (mandaatregister personele aangelegenheden GS 2019):
Een aantal bevoegdheden is enkel aan de directeur Organisatie en of de directeur Programma’s en projecten toegekend. Dit betreffen bevoegdheden bijvoorbeeld: besluiten inzake aanstellingen en inzake bezoldiging, en die in lijn zijn met de aard van de functie van de directeur Organisatie en de directeur Programma’s en projecten voor de aan hen toegewezen taken in respectievelijk het gestructureerde en dynamische proces.
De bevoegdheden ter zake van het nemen van orde- en strafmaatregelen op grond van de CAP blijven vanwege het bijzondere karakter daarvan berusten bij de secretaris/algemeen directeur.
Voor de onderlinge vervanging van functionarissen is van toepassing de algemene vervangingsregeling uit hoofdstuk 8, en de specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder uit hoofdstuk van Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019.
Artikel 2. Beperking
Naast de wettelijke beperking die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.
Mandaat kan enkel worden verleend indien het gevallen betreft die routinematig (waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid), administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Bij zaken die het routinematig karakter te boven gaan valt te denken aan gevallen waarin het besluit leidt tot afwijking of aanvulling van het vastgestelde beleid, en/of er precedentwerking te verwachten is, of indien een besluit betrekking heeft op zaken die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen. Van dit laatste is bijvoorbeeld sprake wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat een gedeputeerde door de pers aangesproken kan worden over een genomen beslissing. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de portefeuillehouder(s).
In ieder geval kan een bevoegdheid niet worden verleend indien het een besluit betreft dat genomen moet worden nadat in een voorbereidingsprocedure is gebleken dat tegen het ontwerp besluit bedenkingen, zienswijzen of bezwaren zijn ingediend óf waarbij wordt afgeweken van adviezen. Bij twijfel of een te nemen besluit valt onder deze uitzondering dient de gemandateerde te overleggen met de portefeuillehouder(s).
Artikel 3. Inlichtingen en verantwoording
Omdat gs, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing is het van belang dat zij op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is.
Artikel 4. Ondertekening
In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige mandaatbesluit en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing 'in mandaat' heeft genomen.
Een praktisch 'stappenplan':
Stap 1
Kijk in het mandaatregister in de kolom “omschrijving bevoegdheid” en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.
Er zijn twee mogelijkheden:
- 1.
De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot gs dient te richten om toestemming tot het namens hen mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het mandaatbesluit en -register is dan niet meer van toepassing.
- 2.
De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.
Stap 2
Kijk in de kolom “namens gs uitgeoefend door”. Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Vaak is dat het nemen van een besluit. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen. Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur of de secretaris/algemeen directeur bevoegd tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).
Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit de artikelen 17 en 18 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2019.
Stap 3
* Stel een conceptbesluit/brief op en maak gebruik van het model uit iWriter.
* Zorg voor een juiste ondertekening.
Toelichting gebruikte afkortingen afdelingen
F&C - Afdeling Financiën & Control
BOS - Afdeling Bestuursondersteuning
POJZ - Afdeling Personeel, Omgeving & Juridische Zaken
I&A- Afdeling Informatie & Automatisering
I&V - Afdeling Infrastructuur & Vastgoed
FAC – Afdeling Facilitair
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl