Toewijzing Gehandicaptenparkeerkaart en Gereserveerde Gehandicaptenparkeerplaatsen

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Toewijzing gehandicaptenparkeerkaartenengereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen

De overheid vindt het belangrijk dat iedereen zo veel mogelijk zelfstandig kan meedoen in de samenleving. Om mensen met een beperking in hun mobiliteitsbehoefte te ondersteunen, zijn er de gehandicaptenparkeerkaart en de gehandicaptenparkeerplaats.

De regels rondom de gehandicaptenparkeerkaart zijn vastgelegd in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart. Deze landelijk vastgestelde regeling geeft de gemeente geen beleidsvrijheid. Denk hierbij vooral aan de toekenningscriteria voor de gehandicaptenparkeerkaart, die van bovenaf zijn opgelegd. Deze nota heeft voor wat betreft de gehandicaptenparkeerkaart vooral een informatief karakter.

Rondom de gehandicaptenparkeerplaats zijn er geen landelijke regels vastgesteld. Daarom heeft de gemeente de vrijheid om het beleid rondom dit onderwerp in te richten. Deze nota heeft voor wat betreft het deel over de gehandicaptenparkeerplaats dus het karakter van een beleidsnota. Daarnaast zijn er ook informatieve passages opgenomen in dat deel.

1. Gehandicaptenparkeerkaarten

1.1. Wettelijk kader

Door 18 Europese landen is een uniforme Europese gehandicaptenparkeerkaart geïntroduceerd. Deze regeling is in Nederland verankerd in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart. In deze regeling staan o.a. de criteria genoemd waaraan de aanvrager moet voldoen om in aanmerking te komen voor de kaart.

In artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) staat dat de gemeente het bevoegde bestuursorgaan is om de gehandicaptenparkeerkaart bij aan te vragen.

1.2. Inhoud van de regeling

De Regeling Gehandicaptenparkeerkaart geeft de gemeente als uitvoerder geen beleidsvrijheid. De toekenningscriteria voor de gehandicaptenparkeerkaart zijn van bovenaf opgelegd. Wel is er de vrijheid om het proces van aanvraag en uitgifte van de gehandicaptenparkeerkaart volgens de normen van de Regeling in te richten. Daarnaast heeft de gemeente de vrijheid om in bepaalde gevallen te bepalen of het parkeren met de gehandicaptenparkeerkaart gratis is of niet. Zie hierover paragraaf1.2.3. “Rechten kaarthouder”.

Vanwege het gebrek aan beleidsvrijheid die de Regeling biedt, heeft dit deel van de nota vooral een informatief karakter.

1.2.1. Soorten kaarten

Er zijn drie soorten gehandicaptenparkeerkaarten:

- De bestuurderskaart

- De passagierskaart

- De instellingenkaart

Een combinatie van een bestuurderskaart en een passagierskaart (B+P kaart) is ook mogelijk. De kaarthouder moet dat wel aan alle criteria voor beide kaarten voldoen.

1.2.2. Wie heeft er recht op een gehandicaptenparkeerkaart?

Bestuurderskaart

Voor de bestuurderskaart gelden de volgende criteria:

- De aanvrager kan, met gebruikelijke hulpmiddelen zoals een rollator of krukken, niet verder dan 100 meter lopen.

of

- De aanvrager is permanent rolstoelgebonden. of

- De aanvrager heeft aantoonbaar ernstige beperkingen (geen loopbeperkingen)

waardoor dichtbij de bestemming parkeren noodzakelijk is.

Dit laatste criterium vormt min of meer de hardheidsclausule van de regeling. Op dit criterium zal streng getoetst worden.

Passagierskaart

Voor de passagierskaart gelden dezelfde criteria als bij de bestuurderskaart, met als aanvulling dat als de aanvrager een loopbeperking heeft, als extra criterium geldt dat hij of zij continu afhankelijk is van de hulp van de bestuurder. Mensen die alleen gelaten kunnen worden, kunnen immers door de bestuurder bij hun bestemming worden afgezet, waarna de bestuurder een parkeerplek zoekt.

Instellingenkaart

Instellingen (als bedoeld in artikel 8 van de AWBZ) waar kinderen, volwassenen of ouderen met een beperking zoals genoemd onder het kopje “bestuurderskaart” intramuraal wonen, hebben recht op een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers. Het is gebruikelijk om een gehandicaptenparkeerkaart op naam af te geven. Bij instellingskaarten wordt de naam van de directeur van de instelling op de kaart ingevuld. Achter de naam van de directeur wordt tussen haakjes de naam van de woongroep waarvoor de kaart is bestemd, vermeld. Per woongroep wordt in principe maximaal één kaart afgegeven.

1.2.3. Rechten kaarthouder

De gehandicaptenparkeerkaart geldt in diverse Europese landen. Ieder land heeft zijn eigen regels vastgesteld met betrekking tot het parkeren met de gehandicaptenparkeerkaart. In de folder “Europese gehandicaptenparkeerkaart, hoe en waar deze in 18 landen kan worden gebruikt” staat per land aangegeven hoe er met de gehandicaptenparkeerkaart geparkeerd kan worden.

De regels voor Nederland zijn als volgt:

- Parkeren mag bij een bord “gehandicaptenparkeer- plaats”, mits deze plaats niet is gereserveerd voor een andere auto met een bij het bord aangegeven kenteken.

- De houder van de gehandicaptenparkeerkaart mag niet parkeren op wegen of terreinen die zijn aangegeven

met een bord “P Vergunninghouders”

- Op wegen waar een parkeerverbod geldt dat met een zonebord of met gele strepen op de weg is aangegeven, mag met de gehandicaptenparkeerkaart wel geparkeerd worden, voor maximaal 3 uur. De parkeerschijf moet dan wel gebruikt worden.

- Op een woonerf mag met de gehandicaptenparkeerkaart maximaal 3 uur geparkeerd worden buiten de parkeervakken. De parkeerschijf moet dan wel

gebruikt worden.

- Op wegen en terreinen waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is (blauwe zone), mogen houders van een gehandicaptenparkeerkaart zonder parkeerschijf parkeren. Voor hen geldt dus geen tijdslimiet.

- Of er met een gehandicaptenparkeerkaart betaald moet worden in betaald- parkerenzones, hangt af van de betreffende gemeente.

 De houder van de gehandicaptenparkeerkaart mag niet rijden of parkeren in voetgangersgebieden.

De Gemeente Zeist heeft ervoor gekozen dat houders van een gehandicapten- parkeerkaart vrijgesteld zijn van het betalen van parkeergeld binnen de Zeistergemeentegrenzen. Dit geldt niet voor parkeerplaatsen waar achteraf betaald parkeren geldt.

1.3. De aanvraagprocedure

1.3.1. Aanvraag

Inwoners van Zeist en directies van Zeister instellingen kunnen de gehandicapten- parkeerkaart aanvragen bij het Wmo-loket van de Gemeente Zeist. Het ingevulde aanvraagformulier Wmo kan bij het loket worden afgegeven of aan de afdeling Maatschappelijke Voorzieningen worden toegestuurd.

Voor het in behandeling nemen van nieuwe aanvragen zijn de volgende bijlagen bij de aanvraag nodig:

- Een recente, duidelijke, pasfoto van de aanvrager

- Een kopie van het rijbewijs (voor een bestuurderskaart) of identiteitsbewijs (voor een passagierskaart)

Bij de aanvraag van een instellingenkaart zijn geen bijlagen nodig.

1.3.2. Verlenging

De gehandicaptenparkeerkaart is maximaal 5 jaar geldig. Voordat de kaart verloopt, moet de aanvrager een aanvraag doen om zijn of haar kaart te mogen behouden. Als service naar de kaarthouder toe, stuurt de gemeente twee maanden voor de vervaldatum van de kaart een herinneringsbrief. De kaarthouder blijft echter zelf verantwoordelijk voor een tijdige verlenging.

Ook het verlengen van de gehandicaptenparkeerkaart gaat via het Wmo- aanvraagformulier. Als bijlage bij een verlengingsaanvraag is in eerste instantie alleen de “verklaring medische situatie” nodig. Dat is een verklaring waarin de aanvrager aangeeft of zijn of haar medische situatie is verbeterd, gelijkgebleven of verslechterd. Op basis van deze verklaring en/of op basis van andere bij de gemeente bekende informatie besluit de de gemeente of er in het kader van de verlenging wel of geen nieuw medisch onderzoek nodig is.

1.3.3. Procedure en ophalen kaart

Complete aanvragen worden behandeld door onze Wmo-consulenten. Zij beoordelen of de aanvrager voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerkaart. Binnen 8 weken na de aanvraag en de betaling van de kosten, ontvangt de aanvrager de beschikking. De kaart kan vervolgens door de aanvrager worden opgehaald bij het Wmo-loket. Op dat moment wordt door de loketmedewerker nog een laatste check gedaan door het gezicht van de aanvragerte vergelijken met de foto op de parkeerkaart.

1.3.4. Bezwaar en beroep

Als een gehandicaptenparkeerkaart wordt geweigerd, kan er bezwaar worden aangetekend. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na dagtekening van de betreffende beschikking zijn ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Tijdens de bezwaarprocedure wordt de beslissing van de gemeente om de kaart niet toe te kennen nog eens grondig bekeken. Desgewenst kan de belanghebbende zijn verhaal doen voor de bezwaarcommissie.

Als het bezwaar voor de aanvrager niet het gewenste resultaat oplevert, kan beroep worden ingediend bij de rechtbank te Utrecht. Een eventueel hoger beroep dient bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag.

1.3.5. Kosten

De kosten voor een nieuwe aanvraag bedragen € 31,40 aan legeskosten plus maximaal € 102,90 voor het benodigde medisch onderzoek. De kosten voor de gehandicaptenparkeerkaart worden vooraf geïnd.

Kostenoverzicht

Situatie

Kosten

Nieuwe aanvraag kaart (zie par. 1.3.1.)

€ 31,40 + € 102,90

Verlenging: wel medisch onderzoek nodig (zie par. 1.3.2.)

€ 31,40 + € 102,90

Verlenging: geen medisch onderzoek nodig (zie par. 1.3.2.)

€ 31,40

No showtarief medisch onderzoek

€ 40,-

Vervanging gestolen kaart (zie par. 1.4.1.) of wijziging kaart

(zie par. 1.4.2.)

€ 15,70

Bezwaar

Geen kosten

Betalingsprotocol

Situatie

Ineersteinstantie te betalen door

cliënt

Latereventueelbijtebetalendoor cliënt

Nieuwe kaart

€ 31,40 + € 102,90

Verlenging kaart

€ 31,40

€ 102,90 door cliënt bij te betalen als toch medisch onderzoek nodig is

Vervanging gestolen kaart of wijziging kaart

€ 15,70

1.4. Aanvullende informatie

1.4.1. Kaart gestolen of verloren

Een kaarthouder van wie de kaart is gestolen of verloren, kan een nieuwe kaart aanvragen door het aanvraagformulier in te vullen en daarop aan te geven dat de toegekende kaart is gestolen of verloren. Als extra bijlage naast de bijlagen die nodig zijn voor een nieuwe aanvraag, moet een kopie van het proces-verbaal van de politie worden meegeleverd. De kosten voor vervanging van een verloren of gestolen kaart bedragen € 15,70. Op de nieuw uitgegeven kaart wordt de vervaldatum van de gestolen of verloren kaart gehanteerd.

1.4.2. Gewijzigde omstandigheden

De volgende omstandigheden leiden tot intrekking van de gehandicapten- parkeerkaart:

- Overlijden van de kaarthouder.

- Het niet meer in bezit hebben van een geldig rijbewijs door de kaarthouder. Dit geldt alleen bij een bestuurderskaart.

- Verbeterde gezondheid van de kaarthouder, waardoor niet meer aan de criteria voldaan wordt.

- Andere gewijzigde omstandigheden die redelijkerwijs consequenties zouden kunnen hebben voor de toegekende gehandicaptenparkeerkaart

De kaarthouder of diens nabestaanden zijn verplicht om, als één van bovenstaande omstandigheden zich voordoet, dit binnen een maand te melden bij het Wmo-loket of de afdeling Maatschappelijke Voorzieningen van de Gemeente Zeist.

In sommige gevallen kan de gemeente kleine wijzigingen met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart doorvoeren door een gewijzigde kaart uit te geven. Een dergelijke omstandigheid is bijvoorbeeld ander naamgebruik na een huwelijk of echtscheiding. In dergelijke gevallen moet de oude kaart altijd worden ingeleverd.

1.4.3. Controle op rechtmatig gebruik

Met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart zijn er twee soorten controles mogelijk:

  • 1.

    Controle op straat door de parkeerwachters

  • 2.

    Bureaucontrole door kaartgegevens te vergelijken met de gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie

Als uit één van deze controles blijkt dat de gehandicaptenparkeerkaart oneigenlijk gebruikt wordt, heeft de gemeente het recht om de kaart in te trekken. Zie hierover ook paragraaf 1.4.2. “Gewijzigde omstandigheden”.

1.4.4. Rijvaardigheid van de aanvrager

De medische controle die uitgevoerd wordt in het kader van de aanvraag voor de gehandicaptenparkeerkaart kan leiden tot een aanbeveling bij het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) om het rijbewijs in te trekken. Als de arts constateert dat de aanvrager van een bestuurderskaart vanwege zijn beperking of medicijngebruik niet meer veilig de weg op kan, dan wordt een dergelijke aanbeveling gedaan.

2. Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen

2.1.Wettelijk kader

In artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens

1990 (RVV 1990) wordt geregeld wanneer er op een gehandicaptenparkeerplaats mag worden geparkeerd. In sub c van dit artikel wordt bepaald dat indien de gehandicaptenparkeerplaats

is gereserveerd voor een bepaald voertuig, alleen dat voertuig op de gehandicaptenparkeerplaats mag parkeren. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven door verkeersbord E06 (gehandicaptenparkeerplaats) van bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met daarop het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats is bestemd.

Op grond van artikel 15 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) juncto artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen een dergelijk bord een verkeersbesluit worden genomen. Het nemen van deze besluiten is door het college van BenW mandateerd aan de afdeling Leefbaarheid en Welzijn.

2.2.Gemeentelijk beleid

Dit deel van de nota gaat over gereserveerde parkeerplaatsen voor gehandicapten. De aanleg van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen is een onderwerp dat is opgenomen in het gemeentelijk parkeerbeleid.

Van rijkswege zijn er geen nadere regels gesteld met betrekking tot het toewijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Gemeenten hebben de vrijheid om

zelf beleid te bepalen met betrekking tot de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

2.2.1. Wie heeft er recht op een gereserveerde parkeerplaats?

Houders van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders kunnen in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats bij hun woning, mits ditverkeerstechnisch haalbaar is, niet tot een verkeersonveilige situatie leidt en er bij dewoning geen parkeergelegenheid op eigen terrein is of gecreëerd kan worden. Ook moet er sprake zijn van een zodanige parkeerdruk, dat parkeren binnen de medisch vastgestelde maximale afstand tot de woning zonder gehandicaptenparkeerplaats regelmatig niet mogelijk is.

Houders van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers komen in principe niet in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats. Immers, de bestuurder kan de auto ophalen, terwijl de gehandicapte passagier thuis wacht. In uitzonderlijke gevallen, ter beoordeling aan de Gemeente Zeist, kan hiervan worden afgeweken in het voordeel van de aanvrager.

Van instellingen wordt verwacht dat zij op hun eigen terrein voldoende parkeerplaatsen organiseren waar hun cliënten gemakkelijk kunnen in- en uitstappen.

2.3.De aanvraagprocedure

2.3.1. Aanvraag

Inwoners van Zeist kunnen de Gehandicaptenparkeerplaats aanvragen bij het Wmo- loket van de Gemeente Zeist. Het ingevulde aanvraagformulier Wmo kan bij het loket worden afgegeven of aan de afdeling Maatschappelijke Voorzieningen worden toegestuurd.

Voor het in behandeling nemen van aanvragen, zijn de volgende bijlagen bij de aanvraag nodig:

- Kopie van de voor- en achterzijde van de gehandicaptenparkeerkaart

- Een kopie van het rijbewijs (voor een bestuurder) of identiteitsbewijs (voor een passagier)

- Een kopie van het kentekenbewijs deel II

Als tegelijkertijd een gehandicaptenparkeerkaart en een –plaats worden aangevraagd, is het bijvoegen van de kopie van de kaart uiteraard niet nodig.

De auto waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd, moet op naam staan van de aanvrager of diens echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner.

2.3.2. Procedure en realisatie parkeerplaats

Complete aanvragen worden behandeld door de Wmo-consulenten. Zij beoordelen of de aanvrager voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerplaats. De verkeerstechnische haalbaarheid en de verkeersveiligheid laten zij toetsen door een civieltechnische medewerker. Binnen 8 weken na de aanvraag en betaling van de legeskosten ontvangt de aanvrager de beschikking.

De parkeerplaats wordt vervolgens door het team service en onderhoud gerealiseerd. Dit gebeurt binnen 3 weken na de afgifte van de beschikking en ontvangst van de betaling van de aanlegkosten.

De gemeente bepaalt uiteindelijk de precieze plaats van de gehandicapten- parkeerplaats. Deze plaatsbepaling gebeurt op basis van het aanbod van reguliere parkeerplaatsen in de buurt van de woning. Er wordt geen geheel nieuwe parkeerplaats aangelegd. Rekening wordt gehouden met een maximale loopafstand van 100 meter van de parkeerplaats tot de dichtstbijzijnde toegang tot de woning.

2.3.3. Bezwaar en beroep

Als een gehandicaptenparkeerplaats wordt geweigerd kan er bezwaar worden ingediend. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken zijn ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Tijdens de bezwaarprocedure wordt de beslissingvan de gemeente om de kaart niet toe te kennen nog eens grondig bekeken. Desgewenst kan de belanghebbende zijn verhaal doen voor de bezwaarcommissie.

Als het bezwaar voor de aanvrager niet het gewenste resultaat oplevert, kan beroep worden ingediend bij de rechtbank te Utrecht. Een eventueel hoger beroep dient bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag.

2.3.4. Kosten

De kosten voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats bedragen € 31,40 aan legeskosten plus € 210,- voor het aanleggen van de parkeerplaats. De kosten voor de gehandicaptenparkeerplaats worden vooraf geïnd. Aanvragers aan wie de parkeerplaats is geweigerd, krijgen de kosten voor de aanleg van de parkeerplaats terug.

De kosten voor het opnieuw aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats (na een verhuizing) bedragen € 115,- plus de legeskosten à € 31,40. De kosten voor het vervangen van het onderbord (wegens de aanschaf van een andere auto) bedragen€ 85,- plus de legeskosten.

Kostenoverzicht

Situatie

Kosten

Nieuwe aanvraag plaats (zie par. 2.3.1.)

€ 31,40 + € 210,-

Nieuwe aanvraag afgewezen

€ 210,- terug

Aanvraag verhuizing plaats (zie par. 2.4.1.)

€ 31,40 + € 115,-

Aanvraag verhuizing plaats afgewezen

€ 115,- terug

Aanvraag nieuw onderbord (zie par. 2.4.2.)

€ 31,40 + € 85,-

Bezwaar

Geen kosten

Betalingsprotocol

Situatie

Ineersteinstantie te betalen door cliënt

Latereventueel terug te betalen aan cliënt

Nieuwe plaats

€ 31,40 + € 210,-

€ 210,- aan cliënt terug bij weigering gehandicaptenparkeerplaats

Verhuizing

€ 31,40 + € 115,-

€ 115,- aan cliënt terug bij weigering gehandicaptenparkeerplaats

Nieuw onderbord

€ 31,40 + € 85,-

2.4. Aanvullende informatie

2.4.1. Verhuizing

Bij verhuizing binnen Zeist kan de gehandicaptenparkeerplaats in principe worden meegenomen, mits er op de nieuwe locatie geen verkeerstechnische bezwaren zijn en parkeerdruk is. In verband met de toetsing moet een verhuisbericht minimaal een maand voor de daadwerkelijke verhuizing worden doorgegeven aan het Wmo-loket of aan de afdeling Maatschappelijke Voorzieningen.

2.4.2. Wijziging kenteken

Een toewijzing van een gehandicaptenparkeerplaats gaat op kenteken. Daarom moet het bord bij de plaats worden aangepast als de gebruiker een andere auto koopt. De gebruiker dient dit zo snel mogelijk (liefst vooraf) aan de gemeente te melden zodat het wijkteam het bord bij de parkeerplaats zo snel mogelijk kan vervangen. De kosten van deze aanpassing bedragen € 85,-.

2.4.3. Gewijzigde omstandigheden

De volgende omstandigheden leiden tot opheffing van de gehandicaptenparkeerplaats:

- Overlijden van de gebruiker.

- Inname (langer dan 6 maanden) of inlevering van het rijbewijs van de plaatshouder.

- De plaatshouder rijdt geen auto meer.

- Verbeterde gezondheid van de plaatshouder, waardoor hij niet meer aan de criteria voldoet voor de gehandicaptenparkeerkaart en -plaats.

- Verhuizing: de plaats kan binnen de gemeente Zeist worden meegenomen, mits dit op de nieuwe lokatie verkeerstechnisch haalbaar is.

- Er is geen sprake meer van parkeerdruk als bedoeld in paragraaf 2.2.1. van deze nota.

- Andere gewijzigde omstandigheden die redelijkerwijs consequenties zouden kunnen hebben voor de toegekende gehandicaptenparkeerplaats.

De plaatshouder of diens nabestaanden zijn verplicht om, als één van bovenstaande omstandigheden zich voordoet, dit binnen een maand te melden bij het Wmo-loket of de afdeling Maatschappelijke Voorzieningen van de Gemeente Zeist.

Bijlage 1:Artikel 49 BABW

  • 1.

    Aan een gehandicapte kan, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde criteria, door de raad van de gemeente waar hij als ingezetene in de ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens, een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt.

  • 2.

    Aan het bestuur van een instelling die is toegelaten op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen en die zorg verleent als bedoeld in artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kan, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde criteria, door de raad of, krachtens besluit van de raad, door burgemeester en wethouders van de gemeente waar de instelling is gevestigd, een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt ten behoeve van het vervoer van gehandicapten die in de betrokken instelling verblijven.

  • 3.

    Aan een gehandicapte die niet als ingezetene isn ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente kan, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde criteria, door Onze Minister een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt.

Bijlage 2: Regeling Gehandicaptenparkeerkaart

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 13, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 49 en55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de artikelen85 en 86 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; Besluit:

Paragraaf 1. Criteria voor de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten

Artikel 1

  • 1.

    Voor een gehandicaptenparkeerkaart kunnen in aanmerking komen:

  • a.

    bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandigeen afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

  • b.

    passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandigeen afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

  • c.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;

  • d.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, andere dan bedoeld onder a en b, die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, andere dan loopbeperkingen hebben;

  • e.

    het bestuur van instellingen ten behoeve van het personeel belast met het vervoer van bewoners die voldoen aan de criteria onder b, c of d.

  • 2.

    Op de gehandicaptenparkeerkaart wordt met een hoofdletter B aangegeven of het een gehandicapte bestuurder betreft en een hoofdletter P of het een gehandicapte passagier betreft. Een combinatie van beide is mogelijk. Een gehandicaptenparkeerkaart, bestemd voor een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt aangeduid met een hoofdletter I.

  • 3.

    De afgifte van de gehandicaptenparkeerkaart geschiedt niet elektronisch.

Paragraaf 2. Geneeskundig onderzoek

Artikel 2

  • 1.

    Een gehandicaptenparkeerkaart wordt niet afgegeven alvorens een geneeskundig onderzoek heeft plaatsgehad met betrekking tot de handicap van de aanvrager.

  • 2.

    Een geneeskundig onderzoek kan achterwege worden gelaten, indien:

  • a.

    aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt enaan de verstrekkende instantie bekend is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;

  • b.

    aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en de keurende instantie van oordeel is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;

  • c.

    op grond van artikel 49, derde lid, van het BABW een gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt in verband met een kortstondig verblijf.

  • 3.

    Een geneeskundig onderzoek wordt achterwege gelaten indien een gehandicaptenparkeerkaart is aangevraagd door het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e.

Artikel 3

  • 1.

    Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door het gemeentelijk gezag, bedoeld in artikel 49 van het BABW, wordt het geneeskundig onderzoek verricht door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst dan wel - bij externe advisering - door een vanwege het gemeentelijk gezag aangewezen deskundige.

  • 2.

    Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door de Minister van Verkeer en Waterstaat, wordt het onderzoek verricht door een door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen arts, die niet de behandelend artsvan de aanvrager is.

Paragraaf 3. Wijze van aanbrengen van de gehandicaptenparkeerkaart

Artikel 4

De gehandicaptenparkeerkaart moet op zodanige wijze bij de voorruit worden aangebracht, dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is.

Paragraaf 4. Model van de gehandicaptenparkeerkaart.

Artikel 5

  • 1.

    Als model van de gehandicaptenparkeerkaart wordt vastgesteld het in de bijlage bij deze regeling opgenomen model.

  • 2.

    Blanco gehandicaptenparkeerkaarten worden door de met de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten belaste autoriteiten rechtstreeks besteld bij CIB verkoop en advies BV, onderdeel van VNG Diensten BV.

Paragraaf 5. Gelijkstelling van in het buitenland afgegeven gehandicaptenparkeerkaart

Artikel 6

Met een ingevolge artikel 49 BABW afgegeven gehandicaptenparkeerkaart wordt gelijkgesteld:

a.een gehandicaptenparkeerkaart overeenkomstig het communautair model, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomstbetreffende de Europese Economische Ruimte.

b.een gehandicaptenparkeerkaart, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, voor zover aan de voorzijde van de kaart het in de bijlage bij deze regeling opgenomen symbool of een nagenoeg daaraan gelijk symbool voorkomt.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 7

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 oktober 1991, nr. RVR103389, houdende vaststelling van regels betreffende de invalidenparkeerkaart(Stcrt. 202), wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2001.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gehandicaptenparkeerkaart.