Regeling vervallen per 01-01-2013

nr 05.04 Drank- en horecaverordening

Geldend van 27-01-2005 t/m 31-12-2012

Intitulé

nr 05.04 Drank- en horecaverordening

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de wet;

    • c.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de wet;

    • d.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet;

    • e.

      terras: het gedeelte van de openbare weg, gelegen vóór of terzijde van een horecabedrijf, hetwelk niet uitsluitend of niet mede is bestemd voor verkeer met voertuigen;

  • 2. Artikel 1 van de wet is van overeenkomstige toepassing op de niet op de wet steunende bepalingen dezer verordening.

Artikel 2

De artikelen 1 t/m 4 van de Algemene Termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 2 - DRANKVERSTREKKING OP TERRASSEN

Artikelen 3, 4 en 5

Vervallen.

HOOFDSTUK 3 - BEPERKING VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE DRANK

Artikel 6

Het is verboden sterke drank anders dan om niet voor gebruik ter plaatse, dan wel bedrijfsmatig voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites of croquetten, e.d. worden verkocht;

  • b.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugd- of sportorganisaties of -instellingen;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als inrichting voor het geven van onderwijs;

  • d.

    die gelegen is op een kampeerterrein of caravanterrein.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen op een aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 6 vervatte verbod.

Artikel 8

Het is verboden om gedurende de door de burgemeester in bijzondere omstandigheden in het belang van de openbare orde en zedelijkheid bepaalde tijd in een inrichting:

  • a.

    anders dan om niet hetzij sterke, hetzij zowel sterke als zwak-alcoholische drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken;

  • b.

    bedrijfsmatige sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

Artikel 9

Vervallen.

HOOFDSTUK 4 - DANSEN

Artikelen 10 t/m 14

Vervallen.

HOOFDSTUK 5 - VERSTREKKING VAN ALCOHOLVRIJE DRANK

Artikel 15

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15C voor minder dan 1½ volumeprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 16

  • 1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven voor andere doeleinden dan het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 17

  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor de in het verlof vermelde ruimte(n).

  • 2. Bij overlijden van de verlofhouder kan het bedrijf door of namens zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot 3 maanden na dat overlijden, of, indien binnen deze termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip, waarop onherroepelijk op deze aanvrage is beslist.

Artikel 18

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijke persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid van de wet aan bedrijfsleiders of beheerders worden gesteld. De inrichting moet voldoen aan de door burgemeester en wethouders vast te stellen eisen inzake licht- en luchttoetreding, verlichting en sanitaire voorzieningen.

Artikel 19

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 18 bedoelde inrichtingseisen.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken nadat de aanvraag is ingekomen.

Artikel 20

Het verlof wordt aangevraagd bij burgemeester en wethouders. Deze beslissen binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingekomen.

Artikel 21

  • 1. Burgemeester en wethouders weigeren het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 18 bedoelde eisen.

  • 2. Zij trekken een verlof in, indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 18 bedoelde eisen;

    • b.

      zich in de inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3. Zij kunnen het verlof intrekken ingeval gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen gebruik is gemaakt van het verlof.

HOOFDSTUK 6 - TOEZICHT OP HORECA- EN VERLOFBEDRIJVEN

Artikel 22

Gedurende de tijd dat zich in een horeca- of verlofbedrijf een of meer bezoekers bevinden, dient het bedrijf van de weg af door een of meer deuren onbelemmerd toegankelijk te zijn voor de ambtenaren van politie.

Artikel 23

  • 1. Het is verboden in de voor het publiek toegankelijke lokaliteiten en bijbehorende open aanhorigheden van een horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven de personen, die naar het oordeel van de burgemeester misbruik plegen te maken van alcoholische drank en wier namen als zodanig door de burgemeester schriftelijk aan de ondernemers van horecabedrijven in de gemeente zijn opgegeven.

  • 2. Ingeval een persoon, als bedoeld in het eerste lid, in gebreke blijft op eerste aanzegging van of namens de ondernemer de inrichting te verlaten, is de ondernemer, c.q. bedrijfsleider of beheerder, verplicht hiervan terstond kennis te geven aan de politie.

  • 3. Het is verboden aan derden inzage te verlenen in, dan wel mededelingen te doen omtrent de in het eerste lid bedoelde opgave van de burgemeester.

Artikel 24

Vervallen

Artikel 25

Vervallen

HOOFDSTUK 7 - SLOT-, OVERGANGS- EN STRAFBEPALINGEN

Artikel 26

  • 1. Voor de naleving van de in de artikelen 8, 16, 23, eerste en derde lid, 24 en 25 omschreven verboden en de in de artikelen 22 en 23, tweede lid omschreven voorschriften zijn aansprakelijk de ondernemer, alsmede de bedrijfsleider en - ten aanzien van het door hem beheerde deel der inrichting- de beheerder.

  • 2. Overtreding van de in het eerste lid bedoelde voorschriften en verboden wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 3. Overtreding van de in het eerste lid bedoelde voorschriften of verboden kan voorts worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 27

Een verlof B, verleend ingevolge de Drankwet 1931, Stbl. 476, wordt voor de toepassing van artikel 16 geacht een verlof te zijn als daar bedoeld.

Artikel 28

Artikel 21, tweede lid, onder a, is op het in artikel 27 bedoelde verlof niet van toepassing indien en voorzover de ruimte, waarvoor het verlof B was verleend, geen wijziging ondergaat, waardoor de bestaande afwijking van de in artikel 18 bedoelde inrichtingseisen wordt vergroot.

Artikel 29

Vervallen.

Artikel 30

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaverordening.

  • 2. Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheiden hoofdstukken en artikelen verschillend kan zijn.

    Vastgesteld door de raad van Zevenaar d.d. 16 augustus 1967.

    Tevens verwerkt:

    1e wijziging raadsbesluit d.d. 21 april 1971;

    2e wijziging raadsbesluit d.d. 16 mei 1979;

    3e wijziging raadsbesluit d.d. 21 april 1982;

    4e wijziging raadsbesluit d.d. 25 maart 1992;

    5e wijziging raadsbesluit d.d. 24 november 1993;

    6e wijziging raadsbesluit d.d. 22 december 1999.