Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent Subsidiekader 2021 Sociaal Domein & Vrije Tijd gemeente Zoetermeer

Geldend van 04-07-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent Subsidiekader 2021 Sociaal Domein & Vrije Tijd gemeente Zoetermeer

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2021 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid:

1 Inleiding

De gemeente Zoetermeer verstrekt subsidies op het gebied van het sociaal domein (zorg en welzijn), onderwijs, arbeidsparticipatie en vrije tijd. Door subsidies in te zetten ondersteunt de gemeente Zoetermeer bewoners initiatieven, verenigingen of organisaties bij het ondernemen van activiteiten die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelen.

Het uitgangspunt is dat alleen activiteiten of diensten in aanmerking komen voor subsidie als deze duidelijk bijdragen aan het bereiken van gewenste maatschappelijke doelstellingen/effecten. De gemeente wil aansluiten op de veranderende omstandigheden in de samenleving. Hierbij streeft de gemeente een balans na tussen sturing en vrijheid. De gemeente wil ruimte bieden aan maatschappelijke initiatieven en activiteiten van inwoners en maatschappelijke organisaties.

In het Subsidiekader Sociaal Domein en Vrije Tijd 2021 (verder het Subsidiekader te noemen) wordt ingegaan op de doelen die met de inzet van de subsidie gerealiseerd moeten worden. Daarnaast wordt ingegaan op de effecten van de subsidie en wordt ingegaan op eventuele speerpunten van het beleid. Er wordt een indeling gebruikt die is gebaseerd de programma’s van de gemeentelijke begroting.

De Algemene Subsidieverordening 2016 (Asv)

Naast het Subsidiekader is de door de gemeenteraad vastgestelde Asv van toepassing. De Asv is een verordening waarin het subsidieproces is beschreven. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer de aanvraagprocedure, de termijnen voor aanvraag, behandeling en beslissing, de betaling, de gronden voor weigering, de verantwoording en de vaststelling. Het gaat dus nog niet zozeer over de inhoud. De inhoud en de te subsidiëren activiteiten zijn daarom uitgewerkt in aanvullende regelingen.

Het Subsidiekader

Het Subsidiekader is de subsidieregeling die specifiek is opgesteld voor subsidies in het kader van (grote delen van) het sociaal domein en vrije tijd. Het Subsidiekader wordt jaarlijks opgesteld op basis van de actuele ontwikkelingen binnen de verschillende programma’s uit de programmabegroting. Het Subsidiekader is een aanvulling op de programmabegroting en het coalitieakkoord. Het Subsidiekader maakt duidelijk hoe de gemeente beoordeelt of uw subsidieaanvraag bijdraagt aan het gemeentelijk beleid. Per programma wordt ingegaan op doelen, effecten en speerpunten en/of maatschappelijke opgaven.

Het Subsidiekader 2021 is geen handleiding voor het aanvragen van een subsidie. Wel is het een belangrijk hulpmiddel bij het aanvragen van een subsidie. De handleiding vindt u op de gemeentelijke internetpagina. Daar wordt uitgelegd hoe u subsidies aanvraagt en welke formulieren u daarvoor dient te gebruiken:

www.zoetermeer.nl -> inwoners -> online regelen -> meer online regelen -> S -> subsidies.

Of u vult de zoekterm ‘subsidies’ in.

Op de gemeentelijke internetpagina treft u ook verwijzingen naar de regels die horen bij het subsidieproces. Het gaat om de Algemene subsidieverordening 2016, de Subsidieregeling 2016 en het Subsidiekader Sociaal Domein en Vrij Tijd 2021.

De aanvraagperiode van subsidies

De periode waarin u subsidie voor 2021 kunt aanvragen loopt van 1 juni 2021 tot en met 31 augustus 2021. Op deze manier heeft u na de bekendmaking van het Subsidiekader 2021 voldoende tijd voor het indienen van een aanvraag. De gemeente heeft dan ook voldoende tijd om uw aanvraag te behandelen. Uiterlijk 30 november 2020 neemt het college van B&W een besluit over de subsidieaanvragen, zodat u tijdig weet waar u aan toe bent. Voor subsidies die vallen onder de subsidieregeling evenementensubsidies kan het hele jaar een aanvraag ingediend worden. Dit geldt ook voor de Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning. Deze regeling hanteert eigen criteria; eveneens te vinden op de website van de gemeente via subsidies.

De gemeente beoordeelt de aanvraag aan de hand van criteria. In de formulieren die bij de aanvraag horen komen deze criteria aan de orde. Het is voor u dan ook belangrijk in de aanvraag duidelijk antwoord te geven op de vragen over deze criteria (verderop meer hierover). Het is immers niet zo dat iedereen die een subsidie aanvraagt deze ook geheel of gedeeltelijk krijgt. De budgetten daarvoor zijn begrensd, dus de gemeente moet prioriteiten stellen bij het verdelen van het subsidiebudget.

Heeft u vragen over het aanvragen van subsidie? Neem dan contact op met het subsidiebureau van de gemeente. Het subsidiebureau is te bereiken via het algemene nummer van de gemeente (14079). Wij helpen u graag.

Beoordelingssystematiek

De mate waarin een subsidie bijdraagt aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen is een belangrijk criterium bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. De gemeente gebruikt hierbij een puntensysteem. In totaal zijn er honderd punten te behalen. Maximaal zestig daarvan zijn te behalen voor de mate waarin de activiteit(en) bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Een aanvraag komt in aanmerking voor behandeling als 70 of meer punten worden gescoord. De behandeling van uw aanvraag leidt er niet automatisch toe dat subsidie wordt verleend.

Artikel 2.3 lid 2 van de Subsidieregeling 2016 ‘Beoordeling en prioritering’ geeft inzicht in de opbouw van de totale score. Bij het indienen van uw aanvraag wordt u specifiek gevraagd op de vragen in te gaan.

De vragen en de verdeling van te behalen punten is als volgt.

60 p

Hoe groot is het belang van de activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid?

10 p

Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en de overige financieringsbronnen?

10 p

Is sprake van aantoonbare samenwerking met andere organisaties?

10 p

Is kwaliteit van door de aanvrager uit te voeren activiteiten geborgd?

5 p

Geeft de aanvrager er blijk van rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen?

5 p

Is de aanvrager maatschappelijk verantwoord ondernemend?

Bij de beoordeling van subsidies in het kader van het evenementenbeleid wordt een andere puntenverdeling gehanteerd. Deze systematiek is vastgelegd in de subsidieregeling evenementen. U vindt deze op de gemeentelijke website.

Het subsidieplafond

Een onderdeel van het Subsidiekader is inzage in de budgetten die beschikbaar zijn voor subsidies. Dit noemen wij het subsidieplafond. Een subsidieplafond maakt duidelijk hoeveel subsidie beschikbaar is voor de realisatie van onderdelen van het gemeentelijk beleid. Er is geen sprake is van een openeinderegeling. Subsidieaanvragen kunnen worden afgewezen wegens het bereiken van het subsidieplafond.

Subsidieaanvragen en huurindexatie

Instellingen die accommodaties huren van de gemeente kunnen bij de aanvraag van de subsidie rekening houden met aanpassing van huurprijzen door inflatie. Het percentage waarmee huren stijgen wordt aangepast met de zogenaamde Consumenten Prijs Index van september. De gemeente verzoekt u rekening te houden met een stijging van 2 procent. In de subsidiebeschikking, en later ook in de vaststelling, kan de subsidie worden vastgesteld op basis van de werkelijke stijging van de huur.

Gebundelde aanvragen

De gemeente streeft na dat aanvragen van instellingen in samenhang worden beoordeeld. Daarom vragen wij instellingen die aanvragen voor meerdere activiteiten indienen, dit in een enkele aanvraag te bundelen. Een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 brengt met zich mee dat aan het eind van het subsidiejaar een controleverklaring bij uw financiële verantwoording afgegeven dient te worden door een accountant. Dit brengt kosten met zich mee. Deze kunnen in de begroting opgenomen worden en zijn subsidiabel.

Integriteit

Bij het verstrekken van subsidies staat het publieke belang voorop en is integriteit een belangrijke voorwaarde. Daarbij gaat het om zaken als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, dienstbaarheid en zorgvuldigheid. Wij letten bij de verstrekking van subsidies op belangenverstrengeling en toetsen of de onafhankelijkheid van de gemeente in het geding kan komen. Ook mogen doelen en/of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uiteraard niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of het algemene belang.

Gebiedsgerichte sturing sociaal domein

De gemeenteraad van Zoetermeer heeft 2 juni ingestemd met het voorstel om zorg en ondersteuning in de wijken van Zoetermeer anders te organiseren. Zorg- en welzijnsorganisaties moeten vanaf 1 mei 2021 intensiever gaan samenwerken. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het leveren van hulp- en ondersteuning in een wijk. Zij krijgen daarvoor ook samen een budget. Hiermee worden inwoners vanaf 18 jaar die hulp of ondersteuning nodig hebben - via één duidelijke ingang - beter en sneller geholpen. Dat kan kleine, eenvoudige ondersteuning zijn, zoals informatie- en adviesvragen, begeleiding en dagbesteding, maar ook intensievere vormen zijn mogelijk. Organisaties die samenwerken leveren de hulp. Iedere inwoner krijgt de ondersteuning die het beste past bij zijn situatie, mogelijkheden en behoeften.

Er wordt gestart met delen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), namelijk begeleiding en dagbesteding, gesubsidieerde welzijnsactiviteiten en preventieve jeugdactiviteiten.

Kwaliteit bieden, nu en in de toekomst

Er gaat op dit moment heel veel goed op het gebied van zorg en ondersteuning in Zoetermeer. Kijken we naar de toekomst dan is de verwachting dat het aantal inwoners dat een beroep gaat doen op zorg- en welzijnsvoorzieningen zal stijgen, en ook de zwaarte van de hulpvraag zal toenemen. Het budget dat hiervoor beschikbaar is groeit niet mee met de toenemende vraag. Daarom is het nodig om ondersteuning en hulp in wijken anders te organiseren. Zo zorgen we ervoor dat we de kwaliteit en de zekerheid die er nu is ook in de toekomst kunnen blijven bieden”.

Welzijns- en zorgorganisaties

Het voorstel heeft impact op de betrokken welzijns- en zorgorganisaties. Daarom zijn zij vanaf juli 2019 via marktconsultaties actief betrokken bij deze verandering. Meer informatie over het inkooptraject: alle stukken daarvoor zijn te vinden op:

https://www .zoetermeer.nl/bestuur/transformatie-sociaal-domein_48393/rubriek/inkoop-diensten-sociaal-domein-gebiedsgerichte-sturing-2021-2024_8174.html

Als niet duidelijk is of uw subsidieaanvraag betrekking heeft op diensten die met ingang van 1 mei onder het nieuwe model vallen, dan kunt u contact opnemen met het Subsidiebureau.

Subsidie tot de start van de gebiedsgerichte sturing

Met ingang van 1 mei starten geselecteerde zorg- en welzijnsorganisaties in de nieuwe vorm. Voor de periode tot die tijd, de eerste vier maanden van 2021, stelt de gemeente subsidies beschikbaar. Om in aanmerking te komen voor die subsidies blijven de gebruikelijke richtlijnen van toepassing voor de aanvragers van subsidies. Het is aannemelijk dat er in die tijd veel extra drukte is omdat deze ontvangers eveneens deel willen nemen aan de nieuwe samenwerkingsvorm die op 1 mei van start gaat. Daar waar mogelijk zal in overleg gestreefd worden naar een werkbare hoeveelheid administratieve handelingen.

2 Programma ‘Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie’.

Dit programma geeft de inspanningen weer die eraan bijdragen dat elke Zoetermeerder werkt, leert en of meedoet naar vermogen.

Bij dit programma zijn in de programmabegroting drie doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:

Doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’.

Doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’.

Doelstelling ‘Voorzien in de noodzakelijke middelen van bestaan’.

2.1 Doelstellingen ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’ en ‘Beperken uitval in het onderwijs’.

Visie

De subsidies die verstrekt worden in deze programmaonderdelen dragen bij aan het leveren van maatwerk in spelen en leren, of het beperken van de uitval in het onderwijs. Onder andere voor speeltaalhuizen, onderwijsachterstandenbeleid, Brede Schoolactiviteiten, schoolmaatschappelijk werk, woonbegeleiding voor jongeren en volwasseneneducatie zijn in voorgaande jaren subsidies verstrekt.

Subsidieaanvragen die een relatie hebben met het aanbod op scholen dienen in afstemming met het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, betrokken schoolbesturen en/of het mbo ingediend te worden. Bij de afweging van de aanvraag wordt ook de samenhang met het bredere Sociaal Domein betrokken. Een deel van het subsidiebudget is gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten. Deze subsidies worden uit rijksmiddelen bekostigd, waarvoor aanvullende voorwaarden gelden.

Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’

Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie.

Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’

  • Gelijke en betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar;

  • meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie;

  • kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar met een (taal)ontwikkelingsachterstand boeken extra leerwinst, zodat de achterstand verkleind wordt;

  • het kinderopvang- en/of onderwijsaanbod en huisvesting is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd;

  • ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;

  • de samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

  • voldoende basisvaardigheden voor alle inwoners van de gemeente Zoetermeer.

Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’

Voor ieder kind en iedere jongere kan (maatwerk) begeleiding ingezet worden, zodat voorkomen wordt dat hij of zij uitvalt in het onderwijs. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Het gaat hierbij om activiteiten voor de uitvoering van leerplicht en RMC, die moeten voldoen aan de wettelijke criteria.

Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’

  • Gelijke en betere ontwikkelingskansen voor elk kind en elke jongere, die daarvoor de juiste ondersteuning ontvangt;

  • de uitval in het onderwijs wordt beperkt;

  • de doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd;

  • ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind;

  • de samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

Speerpunten

Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen 2021 wordt binnen het onderdeel onderwijs belang gehecht aan de volgende activiteiten:

  • activiteiten die gericht zijn op het bieden van gelijke ontwikkelkansen van kinderen en jongeren;

  • activiteiten (met name gericht op preventie) die aantoonbaar effectief zijn;

  • activiteiten die in samenwerking met verschillende partijen aangeboden worden, die de ouderbetrokkenheid bevorderen.

  • Activiteiten die bijdragen aan innovatief onderwijs door samenwerking tussen het onderwijs, overheid en bedrijfsleven (Triple helix).

  • Activiteiten die het ‘Leven Lang Ontwikkelen’ versterken.

2.2 Doelstelling ‘Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan’.

Visie

De subsidies die in dit programmaonderdeel verstrekt worden dienen bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van schulden en problemen als gevolg van armoede.

Doelen en effecten

Binnen dit programmaonderdeel verstrekken we jaarlijks subsidies voor activiteiten gericht op:

  • administratieve ondersteuning van inwoners bij het op orde krijgen en houden van hun geldzaken;

  • preventie van problematische schulden door vroeg-signalering en voorlichting;

  • materiële ondersteuning gericht op minimale voedingsbehoeften en andere (noodzakelijke) basisbehoeften;

  • materiële ondersteuning gericht op kinderen uit gezinnen in armoede.

  • het ondersteunen en bijdragen aan een rustige en veilige omgeving voor een goede ontwikkeling van kinderen uit gezinnen in armoede.

Speerpunten

Aan het verstrekken van subsidie stellen we in ieder geval als voorwaarde dat er een aantoonbare samenwerking is met relevante maatschappelijke partners en dat er gezorgd wordt voor kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening door:

  • aantoonbare onderlinge afstemming over activiteiten zodat deze complementair zijn, zich richten op preventie en maatschappelijk rendement hebben;

  • deelname aan het breed overleg armoedebestrijding;

  • participatie in projecten en activiteiten op het terrein van armoede en schulden, op verzoek van de gemeente georganiseerd of uitgevoerd;

  • relevante scholing van professionals en vrijwilligers op het terrein van geldzaken;

  • als het gaat om activiteiten gericht op volwassenen is de inzet gericht op het financieel redzaam maken van cliënten.

3 Programma ‘Samen leven en ondersteunen’.

Dit programma geeft de inspanningen weer die bijdragen aan de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van alle Zoetermeerders zodat zij sterk in het leven kunnen staan. We stimuleren een samenleving waar iedereen de gelegenheid heeft om mee te doen, waar mensen elkaar helpen. De gemeente zorgt daarbij voor een goede infrastructuur van basisvoorzieningen per wijk, die een preventieve en ondersteunende functie hebben. Iedereen die dat nodig heeft, zoals kwetsbare jongeren en ouderen, kunnen hier gebruik van maken.

Bij dit programma is een aantal doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:

Doelstelling ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.

Doelstelling ‘Langer zelfstandig wonen’.

Doelstelling ‘Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden’.

Doelstelling ‘Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking’.

3.1 Doelstelling: ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.

Visie

Voor organisaties die zich inzetten voor deze doelstelling staat ‘Het versterken van het gewone leven’ als visie centraal. Vanuit deze visie wordt breed gekeken naar welke vormen van preventie en ondersteuning nodig zijn. Hierbij wordt ingezet op werken vanuit de bedoeling: van oplossing naar (eigen) oplossend vermogen. Dat betekent dat mét de inwoners gekeken wordt welke oplossing bij hen past en wat werkt voor hun probleem.

Doelen en effecten

Interventies die onder dit programmaonderdeel worden gefinancierd, dienen bij te dragen aan het creëren van een leefomgeving waarin jeugdigen zich kansrijk, gezond en veilig kunnen ontwikkelen. De interventies zijn gericht op het snel kunnen signaleren van en het anticiperen op risico’s, zodat problemen bij het opvoeden en opgroeien worden voorkomen of snel verminderen en de inzet van (specialistische) jeugdhulp afneemt. Hierbij ligt de focus op het vergroten van het effect en de kwaliteit van het preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning, zodat vroegtijdig, passende ondersteuning wordt geboden aan jeugdigen en gezinnen. Bij gezinnen waar al zorg ingezet wordt, kijken organisaties of de hulpverlening afgeschaald kan worden.

De leefwereld van kinderen en hun ouders staat centraal. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin is het startpunt van de hulpverlening. Om deze redenen wordt de ondersteuning aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen, namelijk binnen het onderwijs, thuis, in de wijk en/of op de (sport)vereniging.

Speerpunten 2021

Aansluiten bij de thematische focus voor 2021

Van organisaties wordt verwacht dat zij in hun aanvraag helder, concreet en overtuigend aangeven hoe zij met hun preventieve ondersteuningsaanbod aansluiting vinden bij de hierboven genoemde visie, doelen en effecten. Voor 2021 ligt hierbij de focus op kansrijke start (de eerste 1000 dagen), aandacht voor ouderschap, de aansluiting onderwijs-jeugdhulp en psychosociale problematiek – in het bijzonder depressie – bij jeugdigen van twaalf jaar en ouder.

De gemeente hecht belang aan de beschikbaarheid van passend en onderling afgestemd aanbod.

Versterken eigen kracht

Van organisaties wordt verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het oplossen en beheersbaar maken van kwetsbaarheid en het versterken van de eigen mogelijkheden. De strategie hiertoe moet duidelijk terug te vinden zijn in de subsidieaanvraag. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken en te normaliseren wordt ingezet op de volgende onderdelen:

  • 1.

    vergroten van de toegankelijkheid tot informatie en advies;

  • 2.

    werken vanuit een rechtenbenadering (dit betekent dat we erop gericht zijn om jeugdigen toe te rusten om zelf voor hun rechten en belangen op te komen);

  • 3.

    versterken van jongerenparticipatie;

  • 4.

    vergroten van de inzet van ervaringsdeskundigheid.

Integraal werken

Integraal werken betreft niet alleen de afstemming van hulpverlening rond jeugdigen, maar ook het gezinsgericht werken dat van professionals verwacht wordt. Uitgangspunt is om te kijken naar wat het hele gezin nodig heeft en daarop in te spelen, zodat de impact van de probleemsituatie zo gering mogelijk blijft. Hierbij is het soms nodig om andere (externe) professionals mee te laten kijken (en andersom ook). Integraal werken sluit ook aan bij het wijkgericht werken in het sociale domein. Samenwerking met collega’s op andere beleids- en uitvoeringsterreinen binnen het sociaal domein is daarbij onontbeerlijk. Dit betreft onder meer samenwerking tussen preventiepartners, jeugdhulppartners, volwassenzorg en veiligheidspartners, maar ook verbinding tussen beleidsterreinen WMO, jeugdhulp, participatiewet, etc.

In 2021 wordt verwacht dat organisaties nog meer inzetten op het vernieuwen en afstemmen van aanbod. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidieaanvraag de onderlinge afspraken en afstemming hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken. Dit betekent mede dat er in 2021 een budgettaire verschuiving kan plaatsvinden zodat gemeente-breed zo efficiënt en doelmatig mogelijk resultaten kunnen worden behaald in relatie tot de benoemde thema’s. De beoordeling van de subsidieaanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de organisaties zullen vanuit dit uitgangspunt ook (deels) groepsgewijs plaatsvinden.

Effectiviteit van preventie

De subsidieaanvraag moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het vinden van oplossingen m.b.t. de thematische prioriteit(en) zoals deze hierboven zijn weergegeven, waarbij waar mogelijk gebruik wordt gemaakt van bewezen effectieve interventies. Deze staan vermeld in de databank Effectieve Jeugdinterventies: https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies.

Dit betekent ook dat de gemeente waar mogelijk zal investeren in bewezen effectieve interventies ter vervanging van interventies waarvoor onvoldoende aanwijzingen zijn van de effectiviteit.

Organisaties dienen in hun subsidieaanvraag aan te geven welke methoden gebruikt worden om monitoring en resultaatmeting vorm te geven. Er wordt hierbij vooral belang gehecht aan erkende methoden die gerichte sturing op basis van opgedane ervaring in het preventieve veld bewerkstelligen. Het is hierbij essentieel dat in de subsidie aanvraag wordt aangegeven hoe het voorgestelde aanbod aansluit bij de behoeften van de doelgroep.

De gemeente Zoetermeer werkt vanuit deze uitgangspunten samen met organisaties die deze visie in partnerschap met de gemeente willen verwezenlijken.

3.2 Doelstellingen ‘Langer zelfstandig wonen’, ‘Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden’ en ‘Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking’.

Visie

De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving waar iedereen tot zijn recht komt, ongeacht leeftijd, achtergrond of beperking. Iedereen doet mee, we helpen elkaar en doen dat in iedere wijk. Een stevige sociale basis zorgt ervoor dat mensen meedoen, het naar hun zin hebben en omkijken naar anderen. De inwoner zelf, de eigen netwerken, de informele en de (meer) formeel georganiseerde voorzieningen dragen samen bij aan een inclusieve, betrokken en vitale samenleving. Dit heeft een belangrijke preventieve functie en verkleint de behoefte aan zwaardere (zorg)voorzieningen.

Er is extra aandacht voor bewoners die (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Dat mensen met psychische, fysieke of verstandelijke beperkingen (structurele) ondersteuning nodig hebben is logisch. Maar dat geldt ook voor mensen die tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis blijven wonen, mensen die moeite hebben met sociale contacten, eenzaam zijn, of nog maar net in Nederland zijn, mensen die (langdurig) mantelzorg bieden, en/of dagelijks kampen met (geld)stress.

Ook een goede gezondheid is belangrijk voor iedereen. Dit is een voorwaarde om te kunnen participeren. De gemeente beschouwt gezondheid op een positieve manier: ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’.

Wij verstrekken in 2021 onder andere subsidie voor cliëntondersteuning, maatschappelijke dienstverlening, mantelzorgondersteuning, zorg en ondersteuning aan mensen met een psychische kwetsbaarheid, welzijnsactiviteiten, wijk – en buurtactiviteiten in wijkgebouwen, participatie en integratie bijzondere groepen en ondersteuning voor het verkleinen van gezondheidsverschillen.

Belangrijke voorwaarden daarbij zijn dat er waar mogelijke samenwerking is tussen Zoetermeerse professionele en vrijwilligersorganisaties en dat er afstemming is over activiteiten met andere organisaties in de wijk.

Doelen en effecten

De subsidies die verstrekt worden dienen bij te dragen bij aan (langer) zelfstandig wonen, aan het bevorderen van gezondheid, veiligheid en welbevinden, en het naar vermogen meedoen aan het dagelijks leven. In deze programmaonderdelen wil de gemeente de volgende effecten bereiken:

  • (kwetsbare) inwoners zijn weer zelfredzamer geworden;

  • (kwetsbare) inwoners hebben weer regie op hun eigen leven;

  • (kwetsbare) inwoners hebben hun netwerk versterkt;

  • eenzame inwoners voelen zich minder eenzaam;

  • meer inwoners maken gebruik van informele hulp of lichte ondersteuning in plaats van formele zorg;

  • mantelzorgers en zorgvrijwilligers voelen zich ondersteund, zodat zij zich optimaal kunnen richten op het bieden van informele zorg;

  • (kwetsbare) inwoners voelen zich ondersteund bij het vinden/organiseren/zelf uitvoeren van activiteiten om hun welzijn te bevorderen;

  • meer inwoners ervaren een goede gezondheid.

  • vrijwilligers(organisaties) die bijdragen aan de doelen van dit programma zijn /voelen zich ondersteund/gefaciliteerd;

  • de betrokkenheid, leefbaarheid en samenhang binnen de buurt of wijk zijn versterkt.

Speerpunten

Eenzaamheid

Voor de aanpak van eenzaamheid werkt de gemeente met een actieplan. Het actieplan richt zich in eerste instantie op preventie en het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Daarna worden de acties uitgebreid naar andere risicogroepen voor eenzaamheid, waaronder jongeren. De uitvoering van het plan loopt door tot in ieder geval 2021. Meer informatie kunt u vinden op de website www.eentegeneenzaamheid.nl

Samenlevingsopbouw.

Voor samenlevingsopbouw is via de Subsidieregeling Samenlevingsopbouw in Zoetermeerse wijken per 1 april 2020 een subsidie verstrekt met een maximale looptijd tot en met december 2022. Het gaat hierbij om activiteiten en projecten die de leefbaarheid en sociale cohesie bevorderen in buurten en wijken waar deze onder druk staan, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij initiatieven vanuit inwoners.

Vrijwilligersondersteuning.

De manier waarop de gemeente Zoetermeer vrijwilligers ondersteunt, is in 2020 veranderd. Eén onderdeel van deze vernieuwing betreft de Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning. Deze subsidieregeling heeft als doel vrijwilligersorganisaties te ondersteunen. Het gaat daarbij om activiteiten, producten, diensten en trainingen aan vrijwilligers(organisaties) die bijdragen aan innovatie en/of verbetering van het functioneren van vrijwilligers(organisaties). Vrijwilligers(organisaties) kunnen een subsidieaanvraag doen, passend bij de criteria uit deze regeling.

De benodigde informatie om in het kader van deze regeling subsidie aan te vragen vindt u op de gemeentelijke website, onder subsidies.

Bemoeizorg

Binnen deze opgave worden vooral voorzieningen ondersteund die een vangnetfunctie voor de doelgroep OGGZ/GGZ vervullen. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hier niet om (willen) vragen wordt een veilig vangnet geboden waarmee zij toch hulp kunnen krijgen. Daarmee willen we maatschappelijke teloorgang tegengaan, overlast beperken en persoonlijk leed verminderen door in een vroeg stadium contact te leggen (vertrouwen, stimuleren en motiveren): thuis of op straat. Meldpunt Bezorgd, Wijk-ggz, verslavingszorg, MO-zorg, de time-outvoorziening Opvang Dichtbij en de pool van ervaringswerkers spelen daarin een cruciale rol.

4 Programma ‘Vrije tijd’.

Dit programma geeft de inspanningen weer die eraan bijdragen dat alle Zoetermeerders ruimte hebben voor ontwikkeling, beleving en ontmoeting. Hiervoor worden laagdrempelige basisvoorzieningen zoals de sportaccommodaties, de culturele instellingen, de stadsboerderijen en de wijktuinen aangeboden. De gemeente is op zoek naar een eigen stadscultuur en werkt ook in 2021 aan het cultureel vermogen van de stad. Wat hieronder valt wordt uitgebreid beschreven in de programmabegroting van de gemeente.

Bij dit programma is een aantal doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt.

Doelstelling ‘Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen’.

Doelstelling Maatschappelijk effect: Stimuleren vrije tijdsklimaat.

4.1 Doelstellingen ‘Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen’ en ‘Bevorderen levendige stad’

Visie

Cultuur

Omdat de behandeling van de nieuwe cultuurvisie vertraging heeft opgelopen, blijft voor 2021 de huidige regeling voor cultuursubsidies van kracht. Binnen dit programma worden initiatieven ondersteund die eraan bijdragen dat alle Zoetermeerders toegang hebben tot laagdrempelige cultuuractiviteiten.

Culturele instellingen die zich bezighouden met het realiseren van laagdrempelige toegankelijke culturele activiteiten kunnen eveneens een aanvraag indienen om voor subsidie in aanmerking te komen volgens deze regeling. Alleen rechtspersonen, gevestigd in Zoetermeer kunnen de subsidie aanvragen.

Het is hierbij van belang het onderscheid tussen evenementen (zie hierna) en cultuuractiviteiten in acht te nemen, waarbij onder cultuuractiviteiten primair wordt verstaan die activiteiten die als primair doel hebben om inwoners cultuur te laten (mee)maken en ervoor zorgen dat inwoners cultureel worden verbonden en verrijkt. Activiteiten met een primair vermaaksdoel (met de focus op amusement) worden hier niet onder gerekend.

Gezien de wettelijke taak om een lokaal toereikend media-aanbod te verzorgen, kan ook de lokale publieke omroep binnen deze subsidieregeling een aanvraag indienen.

Evenementen

Binnen dit programma worden met name initiatieven ondersteund die bijdragen aan het citymarketing thema: een actieve levensstijl. Het zogenoemde ‘Brandfilter Citymarketing’ met de kernwaarden ‘Maakbaar, Actief en Speels’ is daarbij een belangrijke richtlijn.

Het Evenementenbeleid biedt sturing en bevat uitgangspunten voor de totstandkoming van de evenementenkalender in Zoetermeer. Subsidieaanvragen voor evenementen worden getoetst aan de hand van criteria in de volgende categorieën: inhoudelijke beoordeling, Citymarketing, kwaliteit evenement en het projectplan.

Op de gemeentelijke website vindt u de Subsidieregeling Evenementen Zoetermeer 2020 en aanvullende informatie over het aanvragen van een evenementensubsidie.

Sport

Op 13 februari 2020 ondertekende 50 partners (sportorganisatie, welzijnsaanbieders, andere maatschappelijke organisaties en de gemeente) het Zoetermeers Sportakkoord. Het doel van het Zoetermeers Sportakkoord is om de sport in Zoetermeer te versterken en goed te benutten. Hiervoor zijn drie ‘invalshoeken’ benoemd met daaronder weer een aantal ambities.

De drie invalshoeken zijn:

  • 1.

    Sterk en samen: hieronder worden de ambities geschaard die te maken hebben met de versterking van de sport. Daarbij is de aandacht zowel op de organisatie als op de fysieke infrastructuur van de sport gericht.

  • 2.

    Gezond en wel: verwijst naar de belangrijke maatschappelijk functies die de sport vervult, en de ambities die er zijn in de sfeer van gezondheid en welzijn.

  • 3.

    Veel en vaardig tenslotte gaat het over de ambities die worden gekoesterd om mensen meer en beter te laten sporten en bewegen.

Partners van het Sportakkoord konden (en kunnen) actiepunten opnemen in het Sportakkoord die bijdragen aan de ambities. In sommige gevallen kan een opstart-/stimuleringsbijdrage helpen om dit actiepunt ook daadwerkelijk op te pakken.

Via de website www.sportakkoord-zoetermeer.nl kunnen aanvragen gedaan worden. De data voor het indienen van stimuleringsbijdrage en de voorwaarden zijn eveneens daar te vinden. Vanzelfsprekend is hier het Sportakkoord Zoetermeer en achtergrondinformatie daar ook te vinden.

Topsport

Zoetermeerse sportaanbieders kunnen een subsidie aanvragen die een bijdrage leveren aan een topsportevenement. Dit zijn evenementen die bijdragen aan een consistente profilering van Zoetermeer op het gebied van (winter)sport & Leisure. Denk aan Nederlandse Kampioenschappen namens een officiële sportbond of internationale toernooien.

Doelen en effecten

Activiteiten in het kader van het bevorderen van laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen dienen bij te dragen aan:

  • een breed en toegankelijk cultuuraanbod, passend bij een stad van de orde van Zoetermeer;

  • een stevige en gezonde culturele basis, die bovendien laagdrempelig toegankelijk is;

  • programmering en aanbod zowel in de breedte als in de diepte;

  • naast de instandhouding van een stevige toekomstbestendige culturele basis het mogelijk maken van overige activiteiten die bijdragen aan de realisering van een laagdrempelig en toegankelijk cultuuraanbod.

  • verhoging sportdeelname binnen de doelgroepen jeugd, ouderen, mensen met een beperking en mensen in een achterstandssituatie;

  • realisatie van vernieuwende concepten om sportdeelname van jeugd, ouderen, mensen met een beperking en/of mensen in een achterstandssituatie te stimuleren;

  • versterken van de maatschappelijke inzet van de sportaanbieders;

  • versterken van de verbinding en samenwerking tussen sport en maatschappelijke organisaties;

  • Zoetermeer staat lokaal, regionaal en waar mogelijk nationaal bekend als sportstad;

  • Zoetermeerders worden door evenementen geïnspireerd en gestimuleerd door evenementen om te gaan sporten;

  • het citymarketing thema: een actieve levensstijl.

5 De subsidieplafonds

Het Subsidiekader valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op de inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het bedrag aan te verlenen subsidies kan per programma niet hoger zijn dan het plafond dat voor dat programma is vastgesteld.

De vaststelling van de plafonds vindt bij de vaststelling van het Subsidiekader plaats. Dat is ruim voordat de gemeenteraad de meerjarenbegroting vaststelt. Daarom maken burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 een begrotingsvoorbehoud: als de behandeling van de meerjarenbegroting daartoe aanleiding geeft, dan mogen burgemeester en wethouders de plafonds aanpassen.

De plafonds worden als volgt vastgesteld:

Programma 1:

Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie

€ 7.708.548

Programma 2:

Samenleven en ondersteunen

€ 13.927.181

Programma 4:

Vrije tijd

€ 11.500.248

Eindtotaal

33.135.977

Ondertekening