Regeling vervallen per 26-05-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in noodzakelijk kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Zoeterwoude)

Geldend van 09-03-2021 t/m 25-05-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in noodzakelijk kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Zoeterwoude)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude,

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikelen 3, 4, 15, 32, 33, 34 en 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van tenminste 25% van het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    zelfstandig ondernemer: zelfstandige die voldoet aan de definitie in artikel 1b van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • 1.

    die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen van tenminste 25%;

  • 2.

    die daardoor de woonlasten niet meer kan voldoen;

  • 3.

    waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden;

  • 4.

    die niet valt onder één van de uitsluitingsgronden van de Participatiewet zoals genoemd in artikel 13 lid 1 van de Participatiewet;

  • 5.

    die geen studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming ontvangt op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 3 Huishouding

Om het huishouden te bepalen zijn de artikelen 3 en 4 van de Participatiewet van toepassing

Artikel 4 Beschikbare middelen

  • 1. Het huishoudinkomen wordt vastgesteld op basis van het bepaalde in artikel 32 en 33 van de Participatiewet. Onder inkomen wordt door het college in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid;

    • b.

      inkomen uit de eigen onderneming;

    • c.

      inkomen uit een uitkering;

    • d.

      inkomen uit verhuur; en

    • e.

      inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

  • 2. Er is sprake van een partnertoets

  • 3. Er wordt een beperkte vermogenstoets uitgevoerd. Hierbij worden de beschikbare geldmiddelen is aanmerking genomen. Beschikbare middelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

  • 4. Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager

  • 5. De vermogensgrenzen uit de Participatiewet worden gehanteerd. De vermogensgrenzen voor 2021 zijn als volgt:

    • a.

      € 6.295,- voor een alleenstaande

    • b.

      € 12.590,- voor een alleenstaande ouder

    • c.

      € 12.590,- voor de gehuwden/samenwonenden

  • 6. Voor zelfstandige ondernemers worden als uitzondering op het voorgaande lid de vermogensgrenzen van de Wet op de huurtoeslag gehanteerd, zijnde € 31.340,- voor een alleenstaande (ouder) en € 62.680,- voor gehuwden/samenwonenden.

Artikel 5 Draagkracht

  • 1. Al het inkomen boven 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt als draagkracht aangemerkt.

  • 2. Alle middelen boven de in artikel 4, vijfde en zesde lid, genoemde bedragen worden als draagkracht aangemerkt.

Artikel 6 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1. Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen;

  • 2. Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de substantiële terugval van het inkomen van ten minste 25% het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

  • 3. Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt;

  • 4. Er bestaat geen recht op TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening, zoals bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet. Indien aanspraak gemaakt kan worden op huurtoeslag, wordt dit geacht toereikend te zijn.

Artikel 7 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK hebben betrekking op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan, zijnde:

  • 1.

    Basis woonkosten:

    • a)

      kosten van de huur of hypotheekrente voor de woning;

    • b)

      Voor het bepalen van de door belanghebbende te betalen woonlast betreffende huur of hypotheekrente wordt een vast bedrag van € 430 per maand aan huur of hypotheekrente gehanteerd als zijnde het bedrag dat voor rekening blijft van de huurder of woningeigenaar. Indien sprake is van eigendom van de woning, dan wordt forfaitair € 100,- in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK in verband met belastingteruggave voor betaalde rente.

  • 2.

    Extra woonkosten:

    • a)

      Voor de kosten van elektriciteit, gas en water en zakelijke lasten voor de woning wordt een forfaitaire tegemoetkoming van € 125,- verstrekt;

    • b)

      Voor de extra woonkosten wordt alleen een tegemoetkoming verstrekt indien op basis van artikel 7, lid 1 recht bestaat op een tegemoetkoming voor de basis woonkosten.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1. De aanvraag is gericht tot het college middels een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier;

  • 2. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 augustus 2021;

  • 3. De aanvrager overlegt bij de aanvraag tenminste de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen en de bewijzen van de noodzakelijke woonkosten.

  • 4. Het college kan kiezen voor een steekproefsgewijze controle.

Artikel 9 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 10 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021.

Artikel 11 Maximale hoogte tegemoetkoming

De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 1000,- per maand per huishouden.

Artikel 12 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 13 Drempelbedrag

Geen tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor zover de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd, een bedrag van € 50,- niet te boven gaan.

Artikel 14 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 16 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1. De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in met ingang van 1 januari 2021

  • 2. De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Zoeterwoude.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 2 maart 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst,

de secretaris

F.Q.A van Trigt,

de burgemeester