Regeling vervallen per 01-03-2017

Nadere regels voor het leggen van kabels en leidingen in de gemeente Zwartewaterland

Geldend van 15-03-2012 t/m 28-02-2017

Intitulé

Nadere regels voor het leggen van kabels en leidingen in de gemeente Zwartewaterland

Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland;

overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen voor het leggen van kabels en leidingen in de gemeente Zwartewaterland;

gelet op artikel 3, lid 4 van de Telecommunicatieverordening gemeente Zwartewaterland;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende nadere regels voor het leggen van kabels en leidingen in de gemeente Zwartewaterland.

Artikel 1. Algemene voorwaarden

  • 1. Het telecommunicatiebedrijf/nutsbedrijf, hierna te noemen vergunninghouder, is verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor vergunning is aangevraagd.

  • 2. Vergunninghouder zal de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van de uitvoering van de werkzaamheden schade zal lijden.

  • 3. Vergunninghouder is aansprakelijk voor schade ten gevolge van de uitvoering van haar werkzaamheden aan eigendommen van gemeente dan wel derden, tenzij vergunninghouder aannemelijk maakt dat noch het uitvoerende bedrijf zelf of de opdrachtgever, schuld hebben aan deze schade.

  • 4. Ter zake van de uitvoering van de werkzaamheden zal vergunninghouder aan de gemeente de vergoedingen verschuldigd zijn, welke zijn overeengekomen via de VNG, of conform overige gemaakte afspraken.

  • 5. De gemeente is gerechtigd om op de uitvoering van de werkzaamheden toe te zien en aanwijzingen te geven.

  • 6. Indien wegverhardingen, wegbermen, gronddekking en dergelijke niet zijn uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze voorwaarden, heeft de gemeente het recht te verlangen dat zij alsnog conform deze voorwaarden worden uitgevoerd.

  • 7. De werkzaamheden dienen in een zo kort mogelijk tijdsbestek te worden uitgevoerd.

  • 8. Vergunninghouder dient aangesloten te zijn bij het Kabel en Leiding Informatie Centrum (K.L.I.C.)

Artikel 2. Technische bepalingen algemeen

  • 1. In bermen langs rijbanen is de afstand tot de zijkant van de verhardingen ten minste gelijk aan de diepteligging, tenzij anders wordt overeengekomen.

  • 2. De insteek van de sleuf in bermen dient minimaal 0,60m uit kant verharding te liggen.

  • 3. De kabels/leidingen moeten een volledige gronddekking hebben op de kabel/leiding van ten minste:

    • a.

      0,50m (huisaansluitingen).

    • b.

      0,60m (de overige lokale kabels/leidingen).

    • c.

      0,70m (de interlokale kabels/leidingen).

      Dit geldt zowel bij het liggen onder verhardingen als bermen. Bij slootkruisingen dient de gronddekking nog eens 0,20m meer te bedragen.

  • 4. Vergunninghouder wijkt niet af van de overeengekomen plaats, tenzij met voorafgaande toestemming.

  • 5. Bij de kruising van wegen, of andere daarvoor in aanmerking komende plaatsen, met gesloten verharding of gebonden funderingen, dienen doorpersingen of (gestuurde)boringen gemaakt te worden.

Artikel 3 Aanvang werkzaamheden

  • 1.

    Om de diverse werkzaamheden binnen de gemeente te kunnen coördineren dient minimaal acht weken voor de start van het werk overleg plaats te vinden tussen vergunninghouder en het college over het moment van uitvoering. Andere werkzaamheden binnen de gemeente kunnen van invloed zijn op de planning.

  • 2.

    Vergunninghouder meldt minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk (b.v. fax tel 038 3853005 of E-mail info@zwartewaterland.nl):

  • a.

    wanneer deze werkzaamheden aanvangen en verwacht wordt wanneer deze gereed zijn.

  • b.

    wie de contactpersoon is bij vergunninghouder voor deze werkzaamheden en het telefoonnummer waaronder deze persoon bereikbaar is.

  • c.

    welke aannemer het werk uitvoert.

  • d.

    wie de contactpersoon is bij deze aannemer en het telefoonnummer waaronder deze persoon bereikbaar is.

  • 3.

    Vergunninghouder meldt wanneer de werkzaamheden gereed zijn en maakt een afspraak voor een schouw van de verrichte werkzaamheden.

  • 4.

    Na gereed komen van de werkzaamheden geldt een onderhoudstermijn van één jaar.

Artikel 4 Aanvang werkzaamheden na calamiteit

Wanneer als gevolg van een calamiteit werkzaamheden aan kabels of leidingen moeten worden verricht, dient hiervan vooraf schriftelijk (per fax of per mail) mededeling te worden gedaan aan de door burgemeester en wethouders aangewezen contactpersoon.

Artikel 5 Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoering

  • 1.

    De ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden moeten voldoen aan de geldende c.q. gebruikelijke eisen, zoals die onder meer blijken uit de Standaard RAW bepalingen, Normbladen (NEN), KOMO publicaties en CROW publicaties.

  • 2.

    Vergunninghouder draagt zorg voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen is voor rekening van vergunninghouder.

  • 3.

    De door het college niet van waarde verklaarde oude bouwstoffen (hieronder worden verstaan kapotte tegels e.d.) worden eigendom van vergunninghouder en moeten worden afgevoerd.

  • 4.

    Te kort komende bouwstoffen dienen door en voor rekening van vergunninghouder te worden geleverd en verwerkt.

Artikel 6 Werkzaamheden nabij bomen en beplantingen en overige groenvoorzieningen

  • 1.

    Bij waardevolle beplanting, waaronder bomen, is het niet toegestaan om te graven in de wortelzone. Indien voor nieuwe leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dient de wortelzone te worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone of de kabels/leidingen te leggen middels een gestuurde boring.

  • 2.

    Bij te handhaven beplanting mogen wortels dikker dan 25 mm in diameter niet worden verwijderd. Ontgraven wortels dienen te worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging.

  • 3.

    Ontgravingen binnen de wortelzone van de te handhaven beplanting dienen zo snel mogelijk te worden aangevuld.

  • 4.

    Het inrichten van werkterrein binnen de wortelzone van beplanting is niet toegestaan

  • 5.

    Gras in gazons dient in dunne zoden te worden verwijderd. De zoden met de begroeide kanten tegen elkaar opslaan, zo nodig vochtig houden en zo spoedig mogelijk weer aanbrengen. Na aanbrengen de zoden aandrukken, invegen met teelaarde, bemesten en zo nodig water geven.

  • 6.

    Gras in bermen en overig landschappelijk gras frezen. Na het aanvullen van de sleuven opnieuw inzaaien met bermmengsel BM 3. Daarbij dienen de plantresten onder in de sleuf te worden verwerkt. De bermen dienen afgewerkt te worden met verschraalde grond.

  • 7.

    Beplanting mag niet worden opgenomen of worden verwijderd dan na instemming van het college.

Artikel 7 Uitvoering van verkeersmaatregelen

  • 1.

    De verkeersmaatregelen dienen door vergunninghouder te worden genomen.

  • 2.

    Vergunninghouder dient zorg te dragen voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, openbare gebouwen e.d. voor (minder valide) voetgangers. In overleg met de betrokkenen kan aan de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven.

  • 3.

    Vergunninghouder draagt zorg voor: een doorgang voor fietsverkeer en voetgangers en, indien nodig, een in overleg met het college vastgestelde omleidingroute voor gemotoriseerd verkeer.

  • 4.

    Vergunninghouder houdt het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz. in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van bereikbaarheid, wordt tijdig met het college in overleg getreden.

  • 5.

    Vergunninghouder draagt zorg voor bereikbaarheid door de hulpdiensten. Instructies van het college tijdens de uitvoering dienen direct opgevolgd te worden.

  • 6.

    Het afzetten van het werk dient deugdelijk te geschieden overeenkomstig de hiervoor geldende richtlijnen. (C.R.O.W. publicatie Verkeersvoorzieningen bij werken in uitvoering binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom en overig op de werkzaamheden van toepassing zijnde richtlijnen).

  • 7.

    De afzetting dient voorzien te zijn van retro-reflecterende materialen minimaal klasse II.

  • 8.

    Na het leggen van kabels/leidingen in bermen dient vergunninghouder, indien dit nodig wordt geacht door het college, op kosten van vergunninghouder, borden van voldoende afmetingen te plaatsen; bord RVV J37 met onderbord "zachte berm".

Artikel 8 Grondwerk

  • 1.

    Teelaarde en zand dienen elk gescheiden te worden ontgraven van de overige grondsoorten.

  • 2.

    Bij aanvullen van sleuven dienen de grondsoorten te worden aangebracht in de oorspronkelijke lagen. De dikten van de teelaarde en zandlagen dienen gelijk te zijn aan de oorspronkelijke laagdikten.

  • 3.

    De werkzaamheden dienen zo mogelijk te worden uitgevoerd in een droge sleuf.

  • 4.

    Afhankelijk van de uitvoeringswijze en omstandigheden levert vergunninghouder in voorkomende gevallen zand of andere grond bij of voert overblijvende grond af.

Artikel 9 Verdichting

  • 1.

    Alle aanvullingen dienen in lagen van maximaal 0,20 m te worden verdicht.

  • 2.

    De verdichting van de aanvulling dient zodanig te geschieden dat de oorspronkelijke dichtheid voorafgaande aan het ontgraven wordt gehaald.

Artikel 10 Straatwerk

  • 1.

    Opgenomen straatwerk dient te worden teruggebracht in het oorspronkelijke verband.

  • 2.

    Bij te leveren bouwstoffen dienen afmetingen, kwaliteit en kleur zoveel mogelijk overeen te komen met de aanwezige bouwstoffen.

  • 3.

    Rijbaanbestratingen van straatklinkers en betonstraatstenen dienen te worden afgetrild en afgestrooid met straatzand of brekerzand.

Artikel 11 Opruimen

Het college kan eisen dat alle voorzieningen met betrekking tot de vergunning worden verwijderd indien deze niet meer worden gebruikt. Alle kosten voor het verwijderen van de voorzieningen komen ten laste van vergunninghouder.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 26 februari 2012
Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,
de secretaris, de burgemeester,
mr. D. Leentjes ing. E.J. Bilder