Nadere regels voor grafbedekkingen van de gemeentelijke begraafplaatsen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.   Deze nadere regels verstaan onder:        

• a.

  particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  10      het doen begraven en begraven houden van lijken;

  20      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen  met of zonder urnen

  30      het doen verstrooien van as; 

• b.

  algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; 

• c.

  particuliere urnennis : een nis, al dan niet voorzien van een sluitplaat, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met ofzonder urnen; 

• d.

  particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  10       het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  20 het doen verstrooien van as; 

• e.

  grafbedekking : een gedenkteken en grafbeplanting op een graf; 

• f.

  vergunninghouder: de rechthebbende of de gebruiker aan wie een vergunning is verleend voor het plaatsen van een grafbedekking.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

• 1.

  Bij de schriftelijke aanvraag voor een vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.   

• 2.

  Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen: 

  • a.

    een boven, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-,

    dikte- en lengtematen;

  • b.

    de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • c.

     de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

  • d.

    de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

  • e.

    het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken.

Artikel 3 Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk meegedeeld.

Artikel 4 Gedenktekens

• 1.

  Voor de gedenktekens mogen uitsluitend duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort worden gebruikt. 

• 2.

  Op algemene graven is voor het onderin een graf begraven stoffelijk overschot uitsluitend een liggend gedenkteken en voor het bovenin een graf begraven stoffelijk overschot uitsluitend een staand gedenkteken toegestaan, welk laatstgenoemd teken vanaf het aan het liggende gedenkteken grenzende pad moet zijn achter het liggende gedenkteken. 

• 3.

  De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen de volgende maten niet overschrijden:

  a.    voor zover het een algemeen graf betreft:

         * voor liggende gedenktekens:

            een lengtemaat van maximaal 1,00 m;

            een breedtemaat van maximaal 0,85 m;

        *  voor staande gedenktekens:

            een hoogtemaat van maximaal 1,10 m;

            een breedtemaat van maximaal 0,85 m;

  b.    voor zover het een particulier graf betreft:

        *  voor liggende gedenktekens:

            een lengtemaat van maximaal 1,90 m;

            een breedtemaat van maximaal 0,85 m;

        *  voor staande gedenktekens:

            een hoogtemaat van maximaal 1,30 m;

            een breedtemaat van maximaal 0,85 m;

  c.    voor zover het een particulier kindergrafvoor levenloos geborene op de algemene begraafplaats Munnikensteeg betreft:

         *  voor liggende gedenktekens:

             een lengtemaat van maximaal 0,80 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,50 m;

        *   voor staande gedenktekens:

             een hoogtemaat van maximaal 0,70 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,50 m;

• d.    voor zover het een algemeen kindergraf voor levenloos geborene op de algemene begraafplaats Jeroen Boschlaan en Heerjansdam betreft:

         *  voor liggende gedenktekens:

             een lengtemaat van maximaal 0,40 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,30 m;

         *  voor staande gedenktekens:

             een hoogtemaat van maximaal 0,40 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,30 m;             

  • e.    voor zover het een algemeen kindergraf voor levenloos geborene op de algemene begraafplaats Munnikensteeg betreft:

           *   voor liggende gedenktekens:

                een lengtemaat van maximaal 0,80 m;

                een breedtemaat van maximaal 0,50 m;

          *    voor staande gedenktekens:

                een hoogtemaat van maximaal 0,70 m;

                een breedtemaat van maximaal 0,50 m; 

  • f.     voor zover het een particulier kindergraf klasse A in de leeftijd van 0 -12 jaar op de algemene begraafplaats Jeroen Boschlaan betreft:

           *   voor liggende gedenktekens:

                een lengtemaat van maximaal 1,40 m;

              een breedtemaat van maximaal 0,70 m;

         *     voor staande gedenktekens:

                een hoogtemaat van maximaal 0,80 m;

              een breedtemaat van maximaal 0,70 m;

  • g.    voor zover het een partuclier kindergraf Klasse B in de leeftijd van 0 -12 jaar op de algemene begraafplaats Jeroen Boschlaan betreft:

    *         voor liggende gedenktekens:

               een lengtemaat van maximaal 1,20 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,60 m;

         *   voor staande gedenktekens:

              een hoogtemaat van maximaal 0,80 m;  

            een breedtemaat van maximaal 0,60 m;

• • h.       voor zover het een eigen kindergraf in de leeftijd van 0 -12 jaar op de algemene begraafplaats Munnikensteeg betreft:

          *  voor liggende gedenktekens:

              een lengtemaat van maximaal 1,00 m;

              een breedtemaat van maximaal 0,70 m;

          *  voor staande gedenktekens:

              een hoogtemaat van maximaal 0,70 m;

              een breedtemaat van maximaal 0,70 m;               

  • i.       voor zover het een algemeen kindergraf in de leeftijd van 0 – 12 jaar op de algemene begraafplaats Jeroen Boschlaan en Munnikensteeg betreft:

          *  voor liggende gedenktekens:

              een lengtemaat van maximaal 0,80 m;

              een breedtemaat van maximaal 0,60 m;

    *      voor staande gedenktekens:

             een hoogtemaat van maximaal 0,70 m;

             een breedtemaat van maximaal 0,60 m;

• j.      voor zover het een urnengraf betreft:

        * voor liggende gedenktekens:

           een lengtemaat van maximaal 0,50 m;

           een breedtemaat van maximaal 0,50 m;

        *  voor staande gedenktekens:

           een hoogtemaat van maximaal 0,50 m;

           een breedtemaat van maximaal 0,50 m;               

• k.      voor zover het een particuliere urnennis (algemene begraafplaats Heerjansdam) betreft:

•          in de vorm van een honingraad, waarbij elke zijde een afmeting heeft van 0,44 m. 

• 4.

  Onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 6 Winterharde gewassen

De winterharde gewassen die op de graven worden geplaatst mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 7 Bijzondere bepalingen

• 1.

  Op de graven zijn geen kettingen en/of hekwerken toegestaan; 

• 2.

  Kapotte en niet onderhouden vazen of bloembakken worden verwijderd;

• 3.

  Op de graven zijn geen glazen vazen of potten toegestaan.

Artikel 8 Slotbepalingen

• 1.

  Deze nadere regels treden in werking op 1 augustus 2011, waardoor met ingang van 1 augustus 2011 de “Regels voor de grafbedekkingen” vastgesteld bij besluit van 1 maart 2005 vervallen. 

• 2.

  Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als:

  Regels voor de grafbedekkingen