Regeling vervallen per 14-02-2017

Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen

Geldend van 17-08-2016 t/m 13-02-2017

Intitulé

Verordening Gemeentelijke Ombudsman Groningen

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

Gelet op artikel 81p e.v. Gemeentewet;

Gezien het advies van het Presidium d.d. 18 mei 2016;

Overwegende dat het aanbeveling verdient de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen te actualiseren en op redactionele punten te wijzigen;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen vast te stellen.

Artikel 1 Ombudsman

  • 1. Er is een gemeentelijke ombudsman.

  • 2. De ombudsman wiens benoemingstermijn eindigt, is terstond herbenoembaar.

Artikel 2 Ontslag/einde benoeming

  • 1. De ombudsman is van rechtswege van zijn functie ontheven wanneer de benoemingstermijn is verstreken.

  • 2. De gemeenteraad ontslaat de ombudsman met ingang van de eerstvolgende maand na die waarin hij de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • 3. Indien de gemeenteraad besloten heeft tot opheffing van de functie van de ombudsman, dan wordt de ombudsman ontslagen met inachtneming van de toepassing van hoofdstuk 10d ARG;

  • 4. De ombudsman kan naast de genoemde ontslaggronden in de Gemeentewet, artikel 81 q lid 3 door de gemeenteraad worden ontslagen:

    • a.

      bij de aanvaarding van een ambt of betrekking zonder voorafgaande toestemming van de raad;

    • b.

      bij het verlies van het Nederlanderschap.

Artikel 3 Rechtspositie

  • 1. De gemeenteraad stelt een verordening vast waarin de rechtspositie van de ombudsman wordt geregeld.

  • 2. In de verordening wordt het salaris, schorsing en ontslag van de ombudsman nader geregeld.

Artikel 4 Ombudsmanplaatsvervanger

  • 1. De plaatsvervanger treedt in functie op een door de gemeenteraad te bepalen datum, zodra mag worden aangenomen, dat de ombudsman voor langere duur zijn functie niet zal kunnen vervullen.

  • 2. De plaatsvervanger blijft in functie tot dat de ombudsman zijn werkzaamheden heeft hervat, dan wel tot dat een nieuwe ombudsman in functie treedt.

  • 3. De bepalingen van deze verordening, alsmede van de in artikel 3 lid 1 bedoelde verordening, zijn op de plaatsvervanger van toepassing, tenzij de raad anders bepaalt.

  • 4. De klachten over gedragingen waarbij de ombudsman is betrokken vanuit een vorige functie worden behandeld door de plaatsvervanger.

Artikel 5 Bureau van de ombudsman

  • 1. Er is een bureau van de ombudsman.

  • 2. De begroting en de financiële verslaglegging van dit bureau maken deel uit van onderscheidenlijk de begroting en rekening van de gemeente.

  • 3. Het college verschaft de ombudsman na overleg met hem, de middelen nodig voor een goede uitoefening van de functie.

  • 4. Op het personeel van het bureau zijn de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (ARG) en de overige rechtspositieregelingen van de gemeente Groningen van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Voor de toepassing van de rechtspositieregelingen treedt de ombudsman jegens dit personeel op als hoofd van het Bureau van de ombudsman.

  • 6. Van zijn bevoegdheid tot aanstelling, bestraffing, schorsing en ontslag ten aanzien van het in het vierde lid bedoelde personeel maakt het college geen gebruik, dan na een daartoe strekkend voorstel van de ombudsman.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

De ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

Artikel 7 Bemiddeling

  • 1. De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2. De ombudsman brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 8 Afronding onderzoek

Een onderzoek naar een klacht wordt in beginsel binnen drie maanden afgesloten met een verslag, waarin de ombudsman zijn bevindingen en een conclusie heeft neergelegd.

Artikel 9 Werkinstructie

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 10 Werkzaamheden voor andere rechtspersonen

  • 1. De ombudsman kan werkzaamheden verrichten voor andere rechtspersonen, zulks onder verantwoordelijkheid van die betreffende rechtspersonen, zonder dat dit afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van de ombudsman.

  • 2. De bepalingen van deze verordening zijn daarbij zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De werkzaamheden kunnen worden verricht indien met de gemeenteraad, in overleg met de ombudsman, een daartoe strekkende overeenkomst is vastgesteld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt vastgesteld onder gelijktijdige intrekking van de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 april 2005 en laatstelijk gewijzigd op 30 november 2005.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen’.

Ondertekening

Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 29 juni 2016.

De griffier,
Toon Dashorst
De voorzitter,
Peter den Oudsten

Artikelgewijze toelichting (bijlage 1)

Artikel 1

In deze bepaling wordt het instituut van de gemeentelijke ombudsman in het leven geroepen.

Artikel 2

Teneinde de onafhankelijke positie van de ombudsman zoveel mogelijk te benadrukken zijn in de regeling enkele aanvullingen ten opzichte van de wettelijke regelgeving opgenomen specifiek van toepassing voor de gemeentelijke ombudsman.

Artikel 3

Hoewel de ombudsman wel een ambtenaar is in de zin van de Ambtenarenwet 1929, vloeit uit de bijzondere plaats van zijn functie in het gemeentelijk bestel voor, dat er een bijzondere en op zijn functie toegesneden rechtspositieregeling wordt vastgesteld. Er is gekozen voor een aparte van de klachtenverordening losstaande rechtspositieregeling, zulks in verband met de toegankelijkheid van de klachtenverordening. Deze bepalingen hebben immers geen betrekking op de behandeling van klachten. Voor de rechtspositie van de gemeentelijke ombudsman wordt daarom verwezen naar de desbetreffende verordening.

Artikel 4

In dit artikel is de vervanging van de ombudsman geregeld. Deze vervanging kan geregeld worden zodra, eventueel bij langdurige afwezigheid, de noodzaak zich daartoe aandient.

Artikel 5

In deze bepaling wordt geregeld dat er een bureau van de ombudsman is. Hoe groot de omvang van het apparaat is hangt uiteraard af van de werkbelasting van de ombudsman. In deze bepaling is verder geregeld dat, hoewel de algemene rechtspositieregelingen op de medewerkers van de ombudsman van toepassing zijn, voor wat betreft hun taakuitoefening ondergeschikt zijn aan de ombudsman. Elementaire bevoegdheden in de rechtspositiesfeer, zoals aanstelling, bestraffing, of ontslag worden niet uitgeoefend dan na een daartoe strekkend voorstel van de ombudsman. Door de op deze wijze geregelde rol van de ombudsman ten aanzien van de rechtspositie van zijn medewerkers wordt toch een min of meer onafhankelijke positie ten opzichte van de rest van het gemeentelijke apparaat bewerkstelligd.

Artikel 6

Een ontvangstbevestiging is overeenkomstig hetgeen artikel 9:6 Awb voor het interne klachtrecht bepaalt: het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.

Artikel 7

Eerste lid.

Tijdens het onderzoek kan de ombudsman een poging doen om via bemiddeling tot een bevredigende oplossing voor de verzoeker te komen. Deze bemiddeling kan een meer of minder zware vorm aannemen. De ombudsman kan tot interventie overgaan indien hij bevoegd is om de gedraging te onderzoeken.

Tweede lid.

In het geval van een geslaagde bemiddeling zal de ombudsman doorgaans reden hebben om het onderzoek niet voort te zetten en komt hij aan het uitbrengen van een rapport en het geven van een oordeel niet toe.

Het is echter wel gewenst dat de ombudsman ook in het geval van een geslaagde bemiddeling zijn bemoeienis afsluit met een schriftelijk stuk waarin hij verslag doet van het onderzoek en de bevindingen en van het resultaat van de bemiddeling.

Artikel 8

Om te voorkomen dat het onderzoek te lang duurt, is voor de afhandeling daarvan in beginsel een termijn van drie maanden opgenomen. Mocht dit niet lukken dan wordt de verzoeker hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 9

De ombudsman kan de wijze waarop hij zijn werkzaamheden vorm wenst te geven vastleggen in een werkinstructie.

Artikel 10

De Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen is van toepassing op organen en ambtenaren van de gemeente Groningen.

In het verleden is uit een discussie in de raad naar voren gekomen dat het wenselijk is om de ombudsman ook taken te laten verrichten voor andere gemeenten/overheden en/of instellingen. Dit artikel maakt het formeel mogelijk om de taken voor andere overheden en/of instellingen te verrichten. (Dit is niet een onverenigbare betrekking als bedoeld in artikel 81r Gemeentewet.) De bepaling geeft een kader voor deze werkzaamheden, de concrete invulling hangt af van de afspraken die partijen hierover maken(lid 3). De Ombudsman dient, als ‘derde partij’, vanzelfsprekend met deze afspraken in te stemmen. Om het de Ombudsman mogelijk te maken om de nieuwe werkzaamheden op zijn huidige taken aan te laten sluiten, zullen de regelingen die dergelijke instellingen op zullen stellen, zoveel mogelijk aan moeten sluiten bij de verordening. De betreffende rechtspersoon kan dus een soortgelijke verordening in het leven roepen, of, maar dan weer in overleg met de Ombudsman, een enigszins afwijkende regeling vaststellen.