Verordening Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid gemeente Oosterhout 2018

Geldend van 01-02-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid gemeente Oosterhout 2018

De raad,

gelezen het voorstel van het college van 28 november 2017;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluit

vast te stellen

de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid gemeente Oosterhout 2018:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    commissie: Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid voor de gemeente Oosterhout

Artikel 2 Taak en bevoegdheid

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee en maximaal zes leden, waarvan één tevens plaatsvervangend voorzitter, die door het college worden benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Oosterhout.

  • 3. De voorzitter en leden van de commissie dienen zoveel mogelijk te beschikken over een bij de uitvoering van hun taak aansluitende vorm van, in het bijzonder juridisch en agogisch gerichte, professionaliteit.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment schriftelijk ontslag nemen.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter en/of leden blijven zo mogelijk hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Vergaderwijze/ quorum

  • 1. De commissie vergadert volgens een voorafgaand op voorstel van de secretaris vastgesteld jaarschema, in principe, afhankelijk van het aanbod, twee maal per maand.

  • 2. Voor een vergadering worden de (plaatsvervangend) voorzitter en twee leden uitgenodigd.

  • 3. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, en tenminste één lid aanwezig zijn.

  • 4. De voorzitter en leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 7 Plaats en tijdstip hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de vergadering waarin de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan.

Artikel 8 Uitnodiging

  • 1. De voorzitter van de commissie of namens deze de secretaris doet van datum, tijdstip en plaats tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mededeling aan belanghebbende(n) respectievelijk hun gemachtigden en aan het bestuursorgaan.

  • 2. Binnen drie dagen na verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbende(n) of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen verzoeken de datum en/of het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op het in voorgaand lid bedoeld verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

  • 5. Gelijktijdig met de uitnodiging voor de hoorzitting worden alle relevante op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken, inclusief de op schrift gestelde ambtelijke heroverweging op grondslag van het bezwaarschrift, in afschrift toegezonden.

  • 6. Ingeval van gewichtige redenen, zoals vrees voor schade aan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een belanghebbende, kan de voorzitter van de commissie besluiten toezending van de in lid 5 bedoelde stukken voor te behouden aan een gemachtigde die advocaat hetzij arts is.

  • 7. Ingeval er in de in lid 6 bedoelde situatie geen sprake is van een gemachtigde die advocaat hetzij arts is, kan de voorzitter van de commissie besluiten verzending van (een deel van) de onder lid 5 bedoelde stukken achterwege te laten. Vervolgens kan de voorzitter tevens besluiten deze stukken evenmin ter vergadering voor inzage ter beschikking te stellen.

  • 8. De voorzitter van de commissie kan van een gemachtigde verlangen dat deze een schriftelijke, door de belanghebbende ondertekende machtiging overlegt, tenzij de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven of de gemachtigde met de belanghebbende verschijnt.

Artikel 9 Openbaarheid zittingen

  • 1. De hoorzittingen zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter van de commissie op verzoek van of met instemming van belanghebbende en/of diens gemachtigde anders beslist.

  • 2. Ongeacht het in lid 1 bepaalde kunnen belanghebbenden zich laten vergezellen door gemachtigden, terwijl zij bovendien eventuele getuigen en deskundigen kunnen meebrengen.

Artikel 10 Verslag hoorzitting

  • 1. Van het horen wordt conform artikel 7:7 Awb een schriftelijk verslag gemaakt.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid alsmede van de afwezigen (met of zonder kennisgeving).

  • 3. Het verslag bevat verder in ieder geval een korte weergave van hetgeen tijdens de hoorzitting over en weer is gezegd en is voorgevallen en van eventuele nieuwe feiten en omstandigheden die zijn aangevoerd.

  • 4. Het verslag verwijst naar de tijdens de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 11 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar vóórdat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de in lid 2 bedoelde informatie daarop schriftelijk reageren richting de voorzitter van de commissie waarbij zij tevens een verzoek kunnen doen tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Raadkamer en advies

  • 1. Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt en beslist de commissie met gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Bij staking van de stemmen beslist de stem van de voorzitter c.q. van de plaatsvervangend voorzitter, indien deze laatste als voorzitter optreedt.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en secretaris van de commissie ondertekend.

  • 7. Over de inhoud en conclusie van het advies wordt, voordat een beslissing op het bezwaarschrift is genomen, in beginsel geen mededeling aan belanghebbende en/of diens gemachtigde dan wel derden gedaan.

  • 8. Het advies wordt, onder medezending van het in artikel 10 bedoelde verslag en van eventueel door de commissie nog nader ontvangen informatie, uitgebracht aan het bestuursorgaan.

Artikel 13 Jaarverslag

  • 1. De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan het bestuursorgaan verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2. Ten behoeve van de vaststelling van dit verslag belegt de commissie jaarlijks minimaal één vergadering waarbij de voorzitter en alle leden aanwezig zijn.

Artikel 14 Intrekken oude verordening

De Verordening op Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid voor de gemeente Oosterhout, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 juni 1999 alsmede de wijzigingen van 23 maart 2004 (1e), 21 september 2004 (2e), 21 februari 2006 (3e), 27 maart 2007 (4e), 26 juni 2007 (5e), 15 juni 2010 (6e) en 16 december 2014 (7e) worden ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op de dag van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid gemeente Oosterhout 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 januari 2018,

De voorzitter

De griffier