Regeling vervallen per 01-05-2016

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015

Geldend van 24-10-2015 t/m 30-04-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015

De directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp,

gelezen het voorstel van het hoofd Ontwikkeling en Beleid van de directie Publieke Gezondheid, Welzijn en Zorg van het Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam van 18 september 2015, kenmerk 15MO14531;

gelet op artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de artikelen 4, 22 en 45, zesde lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015, artikel 10b van de Regeling maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015, het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2012;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregels hebben betrekking op de wijze waarop het College zijn bevoegdheden ex artikel 22 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015 uitoefent.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Onder verwijzing naar artikel 45, zesde lid van de Verordening, geldt voor een aanvraag Tegemoetkoming meerkosten zorg voor meerkosten die zijn gemaakt in 2014, dat de aanvraag tijdig is ingediend als deze uiterlijk 30 november 2015 ter post is bezorgd en niet later dan 4 december 2015 door het College is ontvangen.

  • 2. Onder verwijzing naar artikel 22, vierde lid van de Verordening, geldt voor een aanvraag Tegemoetkoming meerkosten zorg voor meerkosten die zijn gemaakt in 2015, dat de aanvraag tijdig is ingediend als deze uiterlijk 30 juni 2016 ter post is bezorgd en niet later dan 6 juli 2016 door het College is ontvangen.

  • 3. Ten aanzien van de indieningstermijn als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, onder a van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015, geldt dat:

    • a.

      de aanvraag binnen deze termijn is ingediend als deze uiterlijk 30 september 2015 ter post is bezorgd en niet later dan 6 oktober 2015 door het college is ontvangen; en

    • b.

      de aanvraag geheel ingevuld en compleet wordt ingediend.

  • 4. Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een persoon die op de datum waarop deze aanvraag ter post is bezorgd, aantoonbaar woonachtig is in Rotterdam.

  • 5. Een aanvraag voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg in verband met meerkosten die zijn gemaakt voor een kind dat op 31 december van het refertejaar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, wordt gedaan door de bijdrageplichtige ouder.

  • 6. De aanvraag voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg die zijn gemaakt voor een persoon die in het refertejaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, wordt gedaan door de in 2014 bijdrageplichtige ouder.

  • 7. Een aanvraag als bedoeld in het vijfde en zesde lid kan uitsluitend worden ingediend door de in die leden genoemde bijdrageplichtige ouder die op de datum van de aanvraag aantoonbaar woonachtig is in Rotterdam.

Artikel 4 Uitwerking inkomenscategorieën tegemoetkoming meerkosten zorg

  • 1. Ter uitwerking van het bepaalde in artikel 22, tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015 wordt bij de beoordeling van de aanvragen uitgegaan van de volgende categorieën van aanvragers:

    • a.

      alleenstaanden met of zonder kinderen;

    • b.

      gehuwden en samenwonenden met of zonder kinderen.

  • 2. Om in 2015 in aanmerking te kunnen komen voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg, bedroeg het bruto jaarinkomen van een alleenstaande met of zonder kinderen in het jaar 2014 maximaal € 18.947,00.

  • 3. Om in 2015 in aanmerking te kunnen komen voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg, bedroeg het gezamenlijk bruto jaarinkomen van de gehuwden of samenwonenden in het jaar 2014 maximaal € 25.592,00.

Artikel 5 Uitbetaling op bankrekeningnummer

  • 1. De Tegemoetkoming meerkosten zorg wordt alleen uitgekeerd op:

    • a.

      een bankrekening op naam van aanvrager;

    • b.

      een door een curator of bewindvoerder op naam van aanvrager geopende bankrekening.

  • 2. Als aanvrager geen kopie bankafschrift of kopie bankpas heeft meegestuurd met de aanvraag, maar hij heeft het bankrekeningnummer wel ingevuld op het aanvraagformulier, dan is aanvrager niet in verzuim.

  • 3. In de situatie als bedoeld in het vorige lid, komt de juistheid van het bankrekeningnummer voor risico van aanvrager.

Artikel 6 Uitbetaling in geval van overlijden aanvrager

  • 1. In het geval een persoon die een aanvraag heeft ingediend overlijdt in de periode die is gelegen tussen de datum waarop de aanvraag is ingediend en de bekendmaking van het besluit door het college wordt, in het geval de aanvraag is toegekend, de tegemoetkoming uitbetaald aan de nabestaande van de overleden aanvrager die gerechtigd is de nalatenschap te beheren.

  • 2. Dat de in het vorige lid genoemde nabestaande gerechtigd is om de nalatenschap te beheren dient te blijken uit een afschrift van een verklaring van erfrecht als bedoeld in artikel 4:188 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3. Het in het vorige lid genoemde afschrift dient uiterlijk vier weken na de datum die is vermeld op het besluit op de aanvraag, in het bezit van het college te zijn.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad waarin zij zijn gepubliceerd en werken terug tot en met 1 juli 2015.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op

22 oktober 2015.

O. de Zwart
Directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp

Namens het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,

TOELICHTING Algemene toelichting

Algemene toelichting

 

Inleiding

In artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is het volgende vermeld: ‘Bij verordening kan worden bepaald dat door het college aan personen met een beperking of chronische, psychische of psychosociale problemen en die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.’

Een regeling met betrekking tot een Tegemoetkoming in de meerkosten van zorg is door het college uitgewerkt in artikel 22 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015 (hierna: de Verordening) en artikel 10b van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de Regeling). In artikel 4 van de Verordening is vermeld dat het college (1) nadere regels en (2) beleidsregels kan vaststellen ter uitvoering van de Verordening.

Nadere regels

‘Nadere regels’ zijn algemeen verbindende voorschriften ter uitwerking van onderdelen van – in dit geval – de Verordening. In de Regeling maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015 heeft het college ten aanzien van de Tegemoetkoming meerkosten zorg in artikel 10b nadere regels neergelegd over de uitvoering van artikel 22 van de Verordening.

Beleidsregels

In ‘beleidsregels’ wordt aangegeven hoe een bestuursorgaan – in casu – het college omgaat met een bepaalde bevoegdheid. Beleidsregels kunnen geen nieuwe bevoegdheden scheppen. In deze ‘Beleidsregels Tegemoetkoming meerkosten zorg Rotterdam 2015’ geeft het college ten aanzien van een aantal aspecten aan hoe hij omgaat met zijn bevoegdheid om een Tegemoetkoming meerkosten zorg te verstrekken

Gelet op het specifieke karakter van de Tegemoetkoming meerkosten zorg, is ervoor gekozen om deze beleidsregels niet op te nemen in de ‘Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015’, maar hiervoor een apart document vast te stellen.

Beleidsregels en de afwijkingsbevoegdheid van het college

In artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht is vermeld dat: ‘Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.’

Kort gezegd houdt dit in dat het college mag afwijken van zijn beleidsregels. Afwijken mag als het uitvoeren van de beleidsregels onevenredige nadelige (of voordelige) gevolgen zou hebben voor de aanvrager (of andere belanghebbenden). Het gaat om onevenredige gevolgen in verhouding tot het doel van de beleidsregels.

Deze bevoegdheid om af te wijken van beleidsregels behoeft niet opgenomen te worden in deze beleidsregels zelf. Dit is niet nodig omdat deze bevoegdheid expliciet uit de wet volgt (artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 zijn enkele begrippen die worden gebruikt in deze beleidsregels gedefinieerd. Het gaat in enkele gevallen om begrippen die (ook) in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en / of de Verordening (op dezelfde wijze) zijn gedefinieerd.

Artikel 3

In artikel 3 is vermeld hoe het college bepaalt of een aanvraag tijdig is ingediend en wanneer een aanvraag door de bijdrageplichtige ouder moet zijn ingediend. Voorts is aangegeven op welke wijze het inwonerschap van Rotterdam zich verhoudt tot het recht op een tegemoetkoming. De belangrijkste onderdelen van artikel 3 worden hieronder besproken.

• Indieningstermijn (leden 1, 2 en 3) Lid 1: in artikel 45, zesde lid van de Verordening is vermeld dat een aanvraag die in 2015 wordt gedaan, uiterlijk 30 november 2015 moet zijn ingediend. In deze beleidsregels is toegelicht wat hiermee precies wordt bedoeld. De aanvraag moet uiterlijk op 30 november 2015 zijn gepost. Dit blijkt uit de datumstempel op de enveloppe. De geposte brief moet uiterlijk op 4 december 2015 in het bezit zijn van het college. Als niet aan beide voorwaarden is voldaan, dan is de aanvraag te laat en wordt hij niet in behandeling genomen.

Lid 2: voor een aanvraag die wordt gedaan in 2016 en die betrekking heeft op de meerkosten zorg die zijn gemaakt in 2015, geldt het volgende.

De aanvraag moet uiterlijk op 30 juni 2016 zijn gepost. Dit blijkt uit de datumstempel op de enveloppe. De geposte brief moet uiterlijk op 6 juli 2016 in het bezit zijn van het college. Als niet aan beide voorwaarden is voldaan, dan is de aanvraag te laat en wordt hij niet in behandeling genomen.

Lid 3: in artikel 10b, zesde lid, onder a van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015 is aangegeven dat aanvragen die zijn ingediend voor 1 oktober 2015, door het college worden afgehandeld voor 1 januari 2016. Dit betekent ten aanzien van de indieningstermijn het volgende: als een aanvraag op uiterlijk 30 september 2015 ter post is bezorgd en uiterlijk op 6 oktober 2015 door het college is ontvangen, dan ontvangt de aanvrager nog voor 1 januari 2016 een beschikking van het college. Voorwaarde is bovendien, dat de aanvraag compleet is. Als een aanvrager een hersteltermijn is geboden om zijn aanvraag aan te vullen en de complete aanvraag wordt hierdoor pas na 1 oktober 2015 ingediend, dan betekent dit dat op de aanvraag pas later dan 1 januari 2016 kan worden beschikt.

• Rotterdammer op datum aanvraag (lid 4) Om voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg in aanmerking te komen, moet de aanvrager bij de gemeente zijn ingeschreven als inwoner van Rotterdam. Dit moet blijken uit de Basisregistratie Personen (BPR) Als peildatum is gekozen voor de datum die is gestempeld op de enveloppe van de aanvraag.

• Aanvraag Tegemoetkoming meerkosten zorg kind (leden 5 en 6) In het vijfde en zesde lid van artikel 3 wordt bepaald dat een aanvraag door de bijdrageplichtige ouder moet worden ingediend in het geval van meerkosten zorg voor een kind dat: a. in het refertejaar nog geen 18 jaar oud is (peildatum: 31 december refertejaar), of b. in het refertejaar 18 jaar oud is geworden (peildatum: 31 december refertejaar).

• Ouder als aanvrager: Rotterdammer op datum aanvraag (lid 7)

Een ouder die de Tegemoetkoming meerkosten zorg aanvraagt voor meerkosten die zijn besteed aan een kind (zie (toelichting) leden 5 en 6), moet op de indieningsdatum van de aanvraag in Rotterdam wonen (net als in het geval het om een persoon gaat die een tegemoetkoming voor zichzelf aanvraagt). Het inwonerschap moet blijken uit de Basisregistratie Personen (BPR). De genoemde indieningsdatum wordt afgeleid uit de datumstempel op de enveloppe. Het criterium is het inwonerschap van de ouder, niet van het kind.

Artikel 4

Ter uitwerking van artikel 22, tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015, is in artikel 4 een uitwerking opgenomen van de categorieën aanvragers en de hieraan gekoppelde inkomensgrenzen die worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvragen. Er wordt uitgegaan van twee categorieën, te weten (1) alleenstaanden met of zonder kinderen en (2) gehuwden of samenwonenden met of zonder kinderen.

Artikel 5

• Betaalbaarstelling

Lid 1: uitgangspunt is, dat de Tegemoetkoming meerkosten zorg wordt uitgekeerd op de bankrekening op naam van aanvrager. Dit kan ook een en/of rekening zijn, waarbij aanvrager één van de rekeninghouders is of een zogenaamde BNG-pas, die bijvoorbeeld gebruikt wordt voor personen zonder vaste woon- of verblijfplaats.

Ook betaalbaarstelling op een speciaal voor de aanvrager geopende bankrekening door een curator of bewindvoerder is mogelijk.

In ieder geval wordt niet geaccepteerd dat de tegemoetkoming wordt uitgekeerd op de bankrekening van een stichting of andere rechtspersoon die namens burgers aanvragen voor een Tegemoetkoming meerkosten zorg indient. Dit zou immers een risico met zich meebrengen dat er misbruik wordt gemaakt en de tegemoetkoming uiteindelijk niet ten goede komt aan degene die er recht op heeft.

• Geen bewijsstuk bankrekening (lid 2 en 3)

Lid 2 en lid 3: de aanvrager wordt gevraagd een kopie van een bankafschrift of kopie bankpas mee te sturen met de aanvraag, zodat het college kan toetsen of de aanvrager zich niet heeft vergist met het vermelden van het bankrekeningnummer op het aanvraagformulier.

Om te voorkomen dat iedere aanvraag waar een dergelijke kopie ontbreekt moet worden teruggestuurd, wordt een aanvraag zonder een kopie geaccepteerd, mits het bankrekeningnummer op het aanvraagformulier is vermeld.

Fouten in de vermelding van het bankrekeningnummer komen in dat geval echter voor risico van aanvrager.

Artikel 6

De situatie kan zich voordoen dat een aanvrager overlijdt voordat het college heeft beschikt op de aanvraag en heeft uitbetaald. Als de aanvraag is gehonoreerd, wordt in een dergelijk geval de uitbetaling gedaan aan degene die gerechtigd is de nalatenschap te beheren. Dit moet blijken uit een verklaring van erfrecht. Deze verklaring moet zijn verzonden uiterlijk vier weken na de datum die is vermeld op het besluit op de aanvraag.

Artikel 7

De dag nadat zij bekend zijn gemaakt in het Gemeenteblad treden deze beleidsregels in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2015.

Dit gemeenteblad 2015 , nummer 157, is uitgegeven op 23 oktober 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)